De belofte van vertical farming om onze voedselsystemen te vernieuwen, botst steeds vaker op economische realiteit. Hoewel de eerste initiatieven op enthousiasme en investeringen konden rekenen, worden inmiddels steeds vaker verliezen gemeld. De oorzaken zijn helder: hoge opstartkosten, lange terugverdientijden en een beperkte variatie in gewassen.
Volgens Kirk Siderman-Wolter, medeoprichter en directeur van Take Root Bio Technologies, is het probleem fundamenteel. "Te veel vertical farms zijn gebouwd op een onhoudbaar bedrijfsmodel," zegt hij. "Net zoals een gezond dieet diversiteit nodig heeft, geldt dat ook voor een levensvatbare vertical farm. Zonder meerdere inkomstenstromen wordt het moeilijk om zo'n bedrijf draaiende te houden."
Eén gewas, te veel risico's
Veel commerciële vertical farms richten zich op één enkel gewas, meestal bladgroenten of kruiden. Die groeien snel, zijn goed te standaardiseren en doen het goed in gecontroleerde omgevingen. "Denk aan sla, basilicum of microgroenten," zegt Siderman-Wolter. "Ze worden vaak gekozen op basis van theoretische modellen, niet op echte marktvraag. Als de markt verzadigt of de prijzen schommelen, valt het hele model om."
Tegelijkertijd kosten deze installaties miljoenen om op te zetten, terwijl de opbrengsten nauwelijks variëren. "De combinatie van hoge kosten en beperkte diversiteit maakt het verdienmodel kwetsbaar. Zeker als klantbehoeften veranderen, de keten onder druk staat of concurrentie toeneemt."
Modulariteit als toekomstvisie
In plaats van te bouwen aan grote, rigide installaties, pleit Take Root Bio Technologies voor een modulaire en biocirculaire aanpak: kleinere, schaalbare systemen die kunnen inspelen op verschillende gewassen, klimaten en gemeenschappen. "We moeten stoppen met vertical farms te zien als fabrieken. Ze moeten meer lijken op ecosystemen," zegt Siderman-Wolter.
"We hebben nagedacht over voedselproductie alsof het op een andere planeet moest plaatsvinden. Wat heeft een gemeenschap dan nodig om in leven te blijven?" Die gedachte leidde tot het modulaire model van TRBT: ontworpen voor een gevarieerd dieet en gericht op lokale duurzaamheid via geïntegreerd systeemdenken en biocirculaire principes.
Elke module in het TRBT-systeem is gericht op een ander type gewas: van zachtfruit en paddenstoelen tot medicinale planten en compacte fruitbomen. Ook aquacultuur maakt deel uit van het ontwerp. Deze flexibele benadering maakt het mogelijk om productie af te stemmen op de lokale marktvraag en tegelijkertijd risico's te spreiden.
"Een modulair systeem verlaagt niet alleen de initiële investeringen, maar ook de operationele complexiteit," legt Siderman-Wolter uit. "Telers kunnen zo geleidelijk opschalen, in plaats van zich meteen vast te leggen op een enorme investering voor een eerste oogst."
Lagere kosten, snellere resultaten
Het modulaire model draait niet alleen om veerkracht, maar ook om betere financiële prestaties. Waar traditionele vertical farms vaak zes tot tien jaar nodig hebben om break-even te draaien, kan dat bij het modulaire systeem in minder dan twee jaar.
"Onze prognose is gebaseerd op data uit pilots en gemodelleerde projecten," zegt Siderman-Wolter. "Door de focus op gewassen met hoge marges, energie-efficiëntie en strategische locatiekeuze hebben we het systeem ontworpen voor lagere investeringen en snellere opbrengsten."
"Daardoor verlagen we de drempel voor nieuwe ondernemers aanzienlijk," voegt hij toe. "En we openen de deur naar een breder investeerderspubliek — van lokale belanghebbenden tot fondsen met een maatschappelijke missie."
Het uiteindelijke doel: duurzaamheid én schaalbaarheid met echte impact. "Wij geloven dat dit dé manier is om de volgende generatie vertical farms te bouwen: flexibel, lokaal en afgestemd op zowel de markt als het ecosysteem."
Voor meer informatie:
Kirk Siderman-Wolter
Take Root Bio Technologies
[email protected]
www.takeroot.bio