Australische tomatentelers pleiten voor een herziening van het nationale bioveiligheidsbeleid rondom het Tomato Brown Rugose Fruit Virus (ToBRFV). Ze willen dat de status van het virus verandert van 'uitroeiing' naar 'beheersen'. Volgens de sector is de huidige aanpak, onder leiding van Plant Health Australia, niet langer houdbaar en wijkt die af van internationale best practices. Dit zorgt voor onevenredige economische schade, hoge tomatenprijzen en een minder effectieve beheersing. "Telers kunnen deze uitbraken beter beheersen dan de huidige regels toestaan," aldus Andrew Tout, voorzitter van Protected Cropping Australia (PCA).
Verspreiding van ToBRFV in Australië
ToBRFV werd in augustus 2024 ontdekt in Zuid-Australië en is inmiddels vastgesteld op vier locaties daar. In januari 2025 volgde een bevestiging in Victoria. Het virus vormt geen gevaar voor de volksgezondheid of voedselveiligheid. Sinds de eerste uitbraak is de focus geweest op uitroeiing, met verplichte vernietiging van besmette en omliggende gewassen, gevolgd door lange test- en quarantaineperiodes.
Een recente vondst in het noorden van Victoria, bij Katunga Fresh, toont de beperkingen van die aanpak. Uit routinetests op jong plantmateriaal bleek een nieuwe besmetting. De planten waren slechts enkele dagen ter plaatse en de bron lijkt buiten de locatie te liggen. De jonge planten kwamen uit een kwekerij in New South Wales, waar geen eerdere besmettingen zijn gemeld. Volgens de sector laat dit zien dat zaden en jonge planten blijvende risico's vormen, ook al worden de zwaarste maatregelen bij telers toegepast. "Het virus zit al in de sector," zegt Andrew. "In 2022 bleek een partij zaden besmet, dus het is duidelijk dat we het niet buiten het land kunnen houden. De huidige uitroeiingsregels slaan nergens op."
Uitroeiing is niet haalbaar
"De overheid wil het virus uitroeien, en dat is begrijpelijk, maar het is simpelweg niet haalbaar," stelt Andrew. Hij verwijst naar het Verenigd Koninkrijk, waar het virus drie keer is uitgeroeid en telkens terugkwam. Ook in Europa werd de quarantainestatus opgeheven. "In 2022 zagen we daar de grootste uitbraken. Toen telers meer ruimte kregen om zelf te beheren, nam de verspreiding juist af."
Volgens Andrew is het virus weliswaar zeer besmettelijk via contact, water en zaden, maar laat het beperkte verspreiding zien wanneer goede hygiëneprotocollen worden toegepast. "Alle uitbraken in Australië zijn binnen de perken gebleven. Er is geen overdracht geweest tussen kassen." Ook wijst hij erop dat Europese studies hommels als belangrijke vector aanwijzen – insecten die in Australische kassen niet worden gebruikt.
Economische schade en frustratie
De sector schat het commerciële verlies op ruim AUD 40 miljoen, met meer verliezen in het vooruitzicht als kassen hun gewassen moeten blijven vernietigen. Tegelijkertijd stijgen de prijzen voor trostomaten tot $10 per kilo, met voorspellingen tot $14–15. Normaal ligt de prijs in deze periode op $6–7. "Geen enkele plant is doodgegaan door het virus – alleen door de maatregelen," zegt Andrew.
Hij hekelt de strenge testnormen van de overheid. Al bij lage virusniveaus (Ct-waarden 32–35–38) worden planten als positief of verdacht bestempeld. In Nederland geldt 30 Ct als grenswaarde, weet hij. "Onze normen zijn strenger dan waar ook ter wereld en leiden tot vernietiging van gezonde planten." Telers voelen zich ontmoedigd om te melden. "Sommigen ruimen uit voorzorg hun gewassen op om een positieve test te vermijden. We hebben een systeem gecreëerd waarin het veiliger is om niet te testen."
Internationale ervaringen
De Australische sector heeft contact met collega's in Europa en Noord-Amerika. Daar maken telers gebruik van inspecties, het verwijderen van symptomen en hygiëneprotocollen om toch te kunnen blijven produceren. De sector pleit ervoor om deze internationale normen ook in Australië te hanteren en erkent dat telers in staat zijn het virus commercieel te beheren. "ToBRFV is minder schadelijk dan sommige virussen die hier al endemisch zijn. Het echte probleem is hoe we erop reageren," zegt Andrew.
Overgang naar een beheersmodel
PCA en aangesloten telers willen dat het virus formeel wordt geclassificeerd als 'aanwezig – onder beheer'. Dat geeft telers de ruimte om hun eigen protocollen toe te passen, zonder verplichte vernietiging. Er lopen gesprekken met Plant Health Australia om een risicogebaseerd overgangsmodel op te stellen en te zorgen voor nationale afstemming, ook tussen deelstaten. "Sommige staten kunnen toegang beperken, ook als de nationale strategie verandert."
PCA wil dat dit transitieproces snel op gang komt. "De sector leert. Telers zaten eerder niet aan tafel. We moeten nauwer samenwerken met de overheid, ook om toekomstige risico's beter op te vangen," aldus Andrew.
Ook relevant voor vollegrondstelers
Andrew benadrukt dat dit niet alleen een probleem is in kassen. Ook de tomatenverwerkende industrie, die in de vollegrond teelt en vergelijkbare zaden gebruikt, steunt een beheersaanpak. "Zij zien ook dat dit onvermijdelijk is en dat een door de sector gestuurde respons hen beter beschermt."
Hij wijst erop dat de grote afstanden tussen kassen en open velden in Australië het risico op verspreiding verkleinen, maar dat zaden altijd een risico blijven. Bovendien beheren telers ook andere virussen, zoals het Aardappelspindelknolviroïde (PSTVd), dat mogelijk nog meer schade aanricht dan ToBRFV.
Oproep tot wetenschappelijke samenwerking
De sector onderstreept dat het niet gaat om deregulering. "We vragen om maatregelen die wetenschappelijk onderbouwd zijn en in lijn met internationale standaarden. Zodat telers snel kunnen handelen en productie kunnen blijven garanderen."
Voor meer informatie:
Protected Cropping Australia
[email protected]
https://protectedcropping.net.au/