Tholen - In de bedekte aardbeienteelt is het weerbaar maken van het gewas steeds belangrijker. Met het wegvallen van chemische middelen groeit de aandacht voor duurzame alternatieven. Bart Nelen, accountmanager bij DCM, ziet een sleutelrol weggelegd voor de bodem. "Plantweerbaarheid begint in de bodem. Daar ligt de basis."
"Als we het over ziektes en plagen hebben, kijken we vaak naar wat er bovengronds gebeurt," legt hij uit. "Maar eigenlijk begint het verhaal ondergronds. De bodemweerbaarheid is minstens zo belangrijk als de plantweerbaarheid, misschien zelfs wel belangrijker."
Volgens Bart vraagt het telen van weerbare aardbeien om een systeemaanpak. "Het is niet één product of trucje. We kijken in de bodem naar drie pijlers waarop we kunnen sturen: fysiek, chemisch en biologisch."
Trio voor weerbaarheid
Onder het fysieke aspect vallen zaken als bodemstructuur, -dichtheid, en de lucht- en waterhuishouding. Chemisch draait het om de pH-waarde, het zoutgehalte en de beschikbaarheid van voedingsstoffen. "Maar de biologische component is voor ons het belangrijkst," benadrukt Bart. "En tegelijk is dat ook de pijler die het vaakst wordt vergeten."
Waarom wordt dat biologische aspect dan zo vaak onderbelicht? "Vroeger werd de meerwaarde van bodemleven niet als iets concreets gezien. Maar in het licht van weerbaar telen — wat steeds meer opkomt — wordt duidelijk hoe belangrijk biodiversiteit en microbiologie zijn voor een stabiel systeem."
Van substraat naar ecosysteem
In de aardbeienteelt wordt veel gewerkt met kokos, veen en mengsels hiervan. Deze organische substraten zijn van nature relatief arm aan microbiologie, maar vormen wel een goed uitgangspunt om het bodemleven doelgericht te verrijken. Door biostimulanten en organische voeding toe te voegen, bouw je actief aan een weerbaarder wortelmilieu. Organischere substraten bieden meer ruimte en mogelijkheden om met natuurlijke processen te sturen richting plantweerbaarheid.
De aanpak van DCM is gericht op het verhogen van de biodiversiteit in het wortelmilieu. "Dat kan op twee manieren: direct via biostimulanten en positief bodemleven toe te voegen, en indirect via organische bemesting."
Bodyguards rond de wortel
Een goed voorbeeld van die aanpak is het gebruik van Trichoderma-soorten. "Dat zijn nuttige schimmels die zich rond de wortel ontwikkelen," legt Bart uit. "Ze leven in symbiose met de plant en kunnen de wortelgroei stimuleren en helpen bij de opname van nutriënten."
Door de wortelzone actief te bewonen, dragen ze bij aan een vitaler wortelstelsel en ondersteunen ze de natuurlijke weerbaarheid van de plant. "Zie het als een versterking van het wortelmilieu: een goed bezette en actieve zone is minder vatbaar voor verstoringen," legt Bart uit.
Levend systeem
Volgens Bart is het essentieel te beseffen dat de plant en het bodemleven in symbiose leven. "De plant scheidt via de wortels exudaten uit die voeding vormen voor het bodemleven. In ruil maakt dat bodemleven voedingsstoffen vrij die de plant weer opneemt. Een levend, dynamisch systeem dus."
Bovendien helpt een gezond bodemleven bij het onderdrukken van ziekteverwekkers. "Met een divers microbieel netwerk is er minder ruimte voor pathogenen om uit te groeien tot een probleem. Hoe diverser het systeem, hoe stabieler het wordt. Kijk naar een regenwoud versus een monocultuur — dat spreekt voor zich."
Bodemweerbaarheid als fundering
De rol van chemie in de teelt wordt kleiner. Wat overblijft, is een systeembenadering waarin bodemweerbaarheid een centrale plaats inneemt, legt hij uit. Met organische meststoffen, bodemverbeteraars en biostimulanten helpt DCM telers om die basis te versterken.
"Bodemweerbaarheid is de fundering," besluit Bart. "Als je die goed op orde hebt, staat je plant sterker. En dat is uiteindelijk waar het om draait: een weerbare plant begint onder de grond."
Voor meer informatie:
DCM
Tel.:: +31612909147
[email protected]
www.dcm-info.nl