Er wordt tegenwoordig veel onderzoek gedaan naar nieuwe commercieel inzetbare biologische bestrijders. Een voorbeeld van zo een 'nieuwe' bestrijder is de rode schorpioenmier (Crematogaster scuttelaris). Mieren zijn namelijk uitmuntende predatorinsecten. Zo jaagt de rode schorpioenmier onder andere op rupsen, wantsen en tripsen. Recent werd ook de effectiviteit van deze mierensoort aangetoond ter bestrijding van de Californische trips (Frankliniella occidentalis).
Vaak worden in tuinbouwkassen verschillende biologische bestrijders gelijktijdig ingezet ter bestrijding van dezelfde plaagsoort of verschillende plaagsoorten. Wanneer twee predatorsoorten tegelijkertijd worden ingezet, kunnen ze op verschillende manieren met elkaar interageren. Gelukkig wordt er onderzoek gedaan naar de compatibiliteit van verschillende predatoren.
In eerder onderzoek werd aangetoond dat de rode schorpioenmier en de roofmijt Amblyseius swirskii een effectieve bestrijdingscombinatie vormen tegen Californische tripsen. Beide predatorsoorten konden samen de tripspopulatie beter onderdrukken dan wanneer ze elk afzonderlijk werden ingezet. Het lijkt er dus op dat de twee soorten elkaar op een gunstige manier beïnvloeden zodat meer tripsen worden gedood. Daarom ging Valentijn De Cauwer in zijn thesisonderzoek aan de UGent op zoek naar het mechanisme achter deze positieve interactie.
Bron: CCBT