Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Lieveheersbeestje als hoofdrolspeler in biologische bestrijding van bladluizen

Het schaakbordlieveheersbeestje (Propylea quatuordecimpunctata) is een effectieve biologische bestrijder van bladluizen. "Bladluizen kunnen zich razendsnel voortplanten. Dat komt omdat veel soorten zich ongeslachtelijk voortplanten. Vrouwtjes brengen direct nimfen voort zonder bevruchting, waardoor ze snel grote aantallen kunnen vormen en planten massaal koloniseren", zegt Stefano Foschi van Bioplanet, onderdeel van CBC Europe, Div. Biogard.

Biologische bestrijding met natuurlijke vijanden richt zich op het inzetten van parasieten en predatoren. Deze worden preventief of bij de eerste tekenen van bladluis ingezet, gezien de snelle verspreiding van bladluizen en de uitdaging om eenmaal gevestigde kolonies in te dammen.

"Bij parasieten passen we doorgaans kleine, herhaalde introducties toe, vaak rekening houdend met de vegetatie rondom het gewas. Hierbij benutten we ook bladluizen buiten het gewas om populaties van nuttige insecten op te bouwen, zodat ze direct inzetbaar zijn op het gewas zelf", vervolgt Foschi.

Predatoren, zoals lieveheersbeestjes, hebben prooien nodig om zich te voeden en zich blijvend in het gewas te vestigen. Daardoor zijn ze effectiever bij zichtbare bladluisplagen, wat mogelijk botst met de wens van telers om lage bladluisniveaus te handhaven.

"Toch is het idee dat lieveheersbeestjes alleen bij ernstige bladluisproblemen ingezet kunnen worden, niet helemaal correct voor bepaalde soorten, met name voor Propylea quatuordecimpunctata. Dit kleine lieveheersbeestje, algemeen voorkomend in Europese habitats, voedt zich voornamelijk met bladluizen, zowel als larve als volwassen kever, maar kan zich ook deels voeden met stuifmeel."

In tegenstelling tot grotere, bekendere soorten bezoekt Propylea planten zelfs bij lage bladluispopulaties en fungeert zo als een controlefactor bij lage plaagdichtheid. Als bladluiskolonies toenemen, kan het zich snel voortplanten en aanzienlijke populaties vormen.

"Deze flexibele aanpak maakt het geschikt voor vroege introducties, vooral in kasteelten van paprika's, aubergines, meloenen, komkommers en aardbeien. Bij deze gewassen is de schadedrempel door bladluizen laag, waardoor curatieve inzet van andere predatoren minder geschikt is. Propylea kan preventief worden geïntroduceerd, vergelijkbaar met parasieten, met meerdere opeenvolgende introducties vanaf de eerste risicomomenten of bij de eerste tekenen van bladluis op de planten. Bovendien is de soort al actief bij 15°C, waardoor temperatuurdalingen geen probleem vormen."

In de afgelopen jaren heeft Bioplanet een groeiende vraag naar Propylea waargenomen, vooral in Noord-Europa bij groenteteelten, waar het gebruik van alleen parasieten niet altijd een snelle respons gaf.

"In dergelijke situaties verhoogt de inzet van Propylea als predator de controlekansen, door een extra beheersingsfactor toe te voegen die perfect te combineren is met parasieten. Daarom bereiden we promotiecampagnes voor het voorjaar voor, met de commerciële producten Lea 100 en Lea 250, om de kennis en het gebruik van Propylea bij de komende bladluisplagen te stimuleren", besluit Foschi.

Voor meer informatie:
CBC Europe, Div. Biogard
via Zanica, 25
24050 Grassobbio (BG) – Italië
Tel: +39 (0)35 335313
[email protected]