Er is nog altijd volop onzekerheid over de nieuwe tarieven op de import van staal en aluminium in de VS. Eén ding lijkt echter zeker: voedsel zal niet goedkoper worden en de onrust en onzekerheid zijn niet bevorderlijk voor de tuinbouwsector. Diverse Noord-Amerikaanse partijen geven hun visie.
Geen uitzonderingen
Op 10 februari ondertekende president Donald Trump een proclamatie waarin hij zonder uitzondering een tarief van 25 procent oplegde op de import van staal en aluminium in de VS, ongeacht het land van herkomst. De vrijstellingen voor Canada, Mexico, de EU, het VK, Japan, Zuid-Korea en andere bondgenoten werden opgeheven. Enkele weken later is er nog veel onduidelijkheid over de regels.
"Bedrijven aan beide kanten van de Canadese en Amerikaanse grens moeten zich voorbereiden op economische schommelingen," zegt Abe Wiebe van Universal Fabricating. Voor Universal Fabricating, met vestigingen in zowel Canada (Kingsville, ON) als de VS (Sumner, Texas), bieden deze tarieven zowel uitdagingen als unieke kansen.
Trump stelt dat de tarieven fungeren als belastingen op geïmporteerde goederen, bedoeld om binnenlandse sectoren te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. Hoewel dit sommige sectoren kan beschermen, kan het ook de kosten verhogen voor Amerikaanse bedrijven die afhankelijk zijn van geïmporteerde materialen, wat het concurrentievermogen aantast.
"Hogere importkosten verhogen de kosten voor fabrikanten die afhankelijk zijn van buitenlandse materialen, wat leidt tot inflatoire druk en mogelijk vergeldingsmaatregelen van getroffen handelspartners," zegt Abe. "Voor sectoren die afhankelijk zijn van staal en aluminium, zoals de kassenbouw, zijn de gevolgen direct merkbaar. Stijgende materiaalkosten verkleinen de winstmarges, en bedrijven moeten deze kosten absorberen of doorberekenen aan de consument, wat de vraag kan verlagen en de economische activiteit kan vertragen."
"Als de investeringen in kassen door telers toenemen door de invoering van tarieven, kan dit de uiteindelijke kosten van producten voor consumenten beïnvloeden, zowel op de tuinbouw-, bloemen-, voedsel- als cannabismarkt. Dit heeft invloed op alle schakels in de keten, van andere bouwmaterialen tot aanverwante diensten. Het probleem is groter dan het lijkt," zegt Vicente R. Basabe, verkoopmanager in Noord-Amerika voor J. Huete Kassen. "Het is nog te vroeg om precies te zeggen hoe groot de prijsstijgingen zullen zijn, maar het is onvermijdelijk."
De tijd dringt
Hoewel sommigen de tarieven beschouwen als een strategie om handelsbesprekingen te beïnvloeden, komt de deadline snel dichterbij en worden de tarieven binnenkort ingevoerd. Dit geldt ook voor de tarieven op Canadese en Mexicaanse import, de inmiddels zijn ingevoerd (maar nog niet toe de redactie met bovengenoemde partijen sprak).
Aangezien Mexico en Canada belangrijke voedselleveranciers van de VS zijn, zullen de voedselprijzen waarschijnlijk stijgen. Hoewel dit een voordeel kan zijn voor lokale telers, kunnen de extra kosten door de staal- en aluminiumtarieven deze voordelen tenietdoen door de binnenlandse productie duurder te maken. Bovendien worden veel benodigdheden voor kassen geïmporteerd uit Canada, Mexico en andere landen: LED-lampen worden bijvoorbeeld in Canada geproduceerd, zaden worden daar gekocht, veen wordt geïmporteerd en ook glas. Kortom, de teeltkosten in de VS zullen niet dalen. De onzekerheid op de markt heeft er al toe geleid dat telers hun uitbreidingsplannen uitstellen, zowel in de VS, waar de kosten onduidelijk zijn, als in Canada, waar de exportmogelijkheden onzeker blijven.
Gezonde CAPEX
"Het is al erg moeilijk om een gezonde bedrijfsvoering te realiseren in de VS," beaamt Barthelemy Richel van het Franse familiebedrijf Richel Greenhouses. "De CAPEX is erg hoog en met deze heffingen gaat dat nog eens 15 procent omhoog. Dat geldt voor Europese bouwers vanwege de importheffing, maar ook voor lokale partijen, die nu een hogere prijs krijgen. Ik zie niet hoe deze omstandigheden goed kunnen aflopen. Net als alle politieke en economische maatregelen die in de VS worden genomen, zal dit leiden tot inflatie."
"Wat betreft de gevolgen voor lokale telers, denk ik dat elke uitbreiding van hun kassen duurder zal zijn als hun leveranciers zich buiten de Verenigde Staten bevinden," beaamt Vicente. "Maar elk bedrijf dat ijzer en aluminium importeert, zal met hogere kosten te maken krijgen, dus zelfs als je met lokale leveranciers werkt, kunnen de kosten aanzienlijk stijgen. Dit zal resulteren in lagere winstmarges of hogere prijzen voor de eindgebruiker."
Aangezien Universal Fabricating aan beide kanten van de grens actief is, met vestigingen in Sumner (Texas) en Kingsville (Ontario), kan het vermogen om te schakelen tussen markten en ketens een cruciaal concurrentievoordeel opleveren. "Als binationaal bedrijf kunnen we de productie en de materialen toewijzen aan onze klanten", zegt Abe. "We kunnen materialen in eigen land inkopen en importtarieven omzeilen die van toepassing zouden zijn als we vanuit Canada zouden verschepen, terwijl we onze Canadese productiefaciliteit kunnen blijven gebruiken voor binnenlandse projecten."
"Werken in de VS geeft ons inzicht in de lokale marktomstandigheden en consumentenvoorkeuren, en als het handelsbeleid verandert, kunnen we ons aanpassen aan veranderingen in de regelgeving." Het blijft echter onduidelijk of de tarieven alleen van toepassing zullen zijn op grondstoffen of dat ze ook gevolgen zullen hebben voor complete voedingsprojecten. "Dit hangt af van specifieke regelgeving op federaal of staatsniveau in de Verenigde Staten en dat is nog niet duidelijk. Goed juridisch advies zal nodig zijn om te bepalen of dit soort strategieën kunnen worden geïmplementeerd," besluit Abe.
Voor meer informatie:
Abe Wiebe
Universal Fabricating
[email protected]
www.universal-fab.com
Richel Group
[email protected]
www.richel-group.com
J. Huete Greenhouses
[email protected]
www.jhuete.com