Tholen - Nadat bij het Australische bedrijf Katunga Fresh ToBRFV werd vastgesteld in een speciale quarantainekas voor jonge planten, is de teelt op het hele bedrijf volgens het protocol van de Australische overheid gelijk gestaakt. Dit tot verbazing van internationale experts, die de afgelopen jaren hebben gezien dat er beter met, dan tegen het virus te telen valt. 'Dit virus hou je niet tegen.'
Peter van den Goor weet het eigenlijk zelf ook niet meer goed. In plaats van de teelt te controleren, de oogstprognoses na te lopen en vrachtwagens vol tomaten zijn Australische glastuinbouwbedrijf Katunga Fresh te zien verlaten, stond hij deze week met zijn collega's vacatures uit te delen aan zijn voormalig werknemers. Die zijn allemaal ontslagen – er is simpelweg geen werk meer voor ze. Dat komt door de vaststelling van ToBRFV op hun kwekerij. Het virus werd vastgesteld in een aantal jonge planten die nog in quarantaine op de kwekerij stonden, in afwachting van plaatsing in de kas. Volgens de strenge eisen van de Australische overheid, betekent dat het leegtrekken van de hele kas, met 21 hectare tomatenplanten. In Australië is inmiddels een massale opsporing gaande op besmette planten: De afgelopen dagen zijn meer dan 2000 samples van planten getest uit 84 kassen, verspreid over 18 bedrijven. Drie virusgevallen zijn bevestigd, en nog eens drie samples worden onderzocht vanwege mogelijk besmet zaad. In speciale bijeenkomsten – digitaal – probeert de sector dit soort gevolgen voor andere kwekerijen die met het virus te maken krijgen, te vermijden.
ToBRFV, oftewel het Tomato Brown Rugose Fruit Virus, werd inmiddels alweer tien jaar geleden voor het eerst waargenomen in een tomatengewas en spreidde zich vanuit Jordanië en Israël wereldwijd uit. Australië leek lange tijd de dans te ontspringen, maar kreeg vorig jaar toch te maken met een eerste uitbraak. Het virus werd vastgesteld op drie bedrijven in de Northern Adelaide Plains, in Zuid Australië. Volgens de richtlijnen van de PIRSA, de Department of Primary Industries and Regions, zijn de kassen geruimd. Dit jaar is het echter opnieuw raak. Glastuinbouwbedrijf Katunga Fresh, gelegen in Victoria, op hemelsbreed ruim 700 kilometer afstand van de eerder getroffen regio, ontving in december jonge tomatenplanten. Deze werden volgens de richtlijnen van het speciaal ontwikkelde ToBRFV-protocol, in quarantaine geplaatst. Toen deze in de quarantaineruimte toch met het virus besmet bleken, werd het bedrijf verplicht het hele bedrijf te ruimen.
Maatregelen
Op het bedrijf zijn ze ontzet. Niet alleen zijn ze wekenlang in onzekerheid gehouden over wat te doen en is daar ook nu nog veel onduidelijkheid over, ook is de impact van de maatregelen enorm. Financieel, maar ook op menselijk niveau. In Katunga Fresh is vorig jaar weliswaar geïnvesteerd door investeringsbedrijf Centuria, maar de kwekerij is in hart en nieren een familiebedrijf, met sterke wortels in de lokale gemeenschap. Veel van de nu ontslagen werknemers waren al jaren in dienst, en zijn ook tijdens de coronapandemie op het bedrijf gebleven. Bovendien is het voor de telers moeilijk om te zien dat Australië vasthoudt aan maatregelen die ingrijpender zijn dan waar dan ook, terwijl de rest van de wereld juist steeds meer leert met het virus te telen. In Europa bijvoorbeeld werd het virus op 1 januari van dit jaar verlost van de speciale Q-status, waarmee zowel de meldplicht als een aantal verplichte handelingen na vondst, verdwenen.
"Bij de eerste vondsten van het virus in Nederland werd ook gesproken over het leegtrekken van kassen, en is dat in het begin ook gebeurd. Dat was toen het virus in Nederland net aan zijn opmars begon, in 2019", vertelt Jasper Verhoeven, hygiëne expert bij van Royal Brinkman, die na de eerste uitbraak in Australië al voorzag dat het land met het virus zou moeten leren leven. "Maar met de kennis, de technieken en de onderzoeken van nu, wordt er meestal gekozen om onderzoek te doen, specifiek vast te stellen wat het probleem is en daarop te acteren. De afgelopen jaren hebben we geleerd dat het op oppervlaktes kan zitten, maar ook in water, en zelfs in de lucht. Het blijft bovendien jarenlang actief en verspreidt daardoor makkelijk. Maar enkel dat het aanwezig is, betekent niet dat het ook overspringt naar de plant, en besmetting, of verspreiding veroorzaakt. En dat er geen uitbraak in het gewas te zien is, betekent niet dat het virus niet aanwezig is."
Daarmee heeft hij het over de virusdruk. De hoogte van die virusdruk, gecombineerd met de gezondheid van de plant, en de mogelijkheid van het virus om toegang te krijgen tot de plant, bepaalt uiteindelijk of een virus tot uiting komt. "Je wilt dus kortgezegd de virusdruk omlaag, en de sterkte van de plant omhoog krijgen", vat Jasper samen.
Aanwezigheid
Ook bij Enza Zaden benadrukken ze het belang van de virusdruk boven de enkele constatering dat het virus aanwezig is. Inmiddels is namelijk wel duidelijk dat het virus vroeg of laat overal aanwezig zal zijn – zelfs op een eiland als Australië, dat bovendien bekend staat om zijn strenge fytosanitaire maatregelen en de grote afstanden tussen bedrijven. "De wereld is klein als het om virussen gaat", bevestigt Martijn van Stee, Crop Breeding Manager Tomaat bij het veredelingsbedrijf. Enza Zaden deed de afgelopen jaren veel onderzoek naar het virus, en investeerde flink in de ontwikkeling van resistente rassen. Martijn vertelt de afgelopen jaren eigenlijk alle hightech tuinbouwregio's te maken hebben zien krijgen met rugose. "We zeggen altijd: het is niet de vraag of het komt, maar wanneer het komt. Australië was een van de laatste landen met hightech teelt waar het nog niet huisde, of in ieder geval nog niet gerapporteerd was."
Hoe het daar dan toch terecht is gekomen? Waarschijnlijk de mens, ziet Martijn. "Geïmporteerd product kan het virus meedragen, maar Australië importeert niet veel en heeft ook voor consumenten strenge invoerregels. Dat geldt ook voor de invoer van zaad, waarvoor Australie nog strengere regels kent dan veel andere landen. Dan is de mens de grootste en meest waarschijnlijke vector. We weten waar het allemaal op kan zitten, en hoe persistent het is: Het breekt niet snel af." Net als Jasper is hij er dan ook van overtuigd dat het virus Australië niet meer uit te krijgen is.
Wapenen tegen uitbraak
Maar wat dan? Hoe wapent een land zich tegen een uitbraak? Alle kassen waar virus in gevonden wordt leeghalen? Bij Katunga Fresh gaat het specifiek om een besmetting in de jonge planten in een afgezonderd compartiment, niet in de gehele kwekerij. Maar zelfs als er midden in een kas een geïnfecteerde plant gevonden wordt, adviseren ze bij Enza Zaden niet om de boel leeg te trekken. "Ten eerste omdat dat niet aan ons is, dat is een bedrijfsbeslissing", reageert Martijn gedecideerd. "We adviseren wel om te zorgen dat andere compartimenten niet geïnfecteerd raken door ze af te zonderen en mens, product en materiaal niet van compartiment naar compartiment te laten verplaatsen. En om enorm streng te zijn op de hygiëne."
In het geval van een rugosebesmetting is de kans groot dat de teelt (deels) eerder beëindigd wordt. "We adviseren dan tijdens de teeltwissel enorm goed schoon te maken. En, als zaadbedrijf lijkt dit een logisch advies, maar ook vanuit internationaal onderzoek adviseren we te kiezen voor resistente rassen. Gecombineerd met goede hygiëne, is dat de manier om de virusdruk naar beneden te krijgen." En dat is waar het om gaat. "Het virus is er, maar hoe hoger de virusdruk, hoe groter de kans op besmetting, op mutaties, en op vervolgellende."
Martijn liet vorig jaar zien dat het HREZ-gen van Enza Zaden en het Tm-22-gen sterk op elkaar lijken.
Bij Enza Zaden ligt de focus daarom exclusief op hoogresistente rassen. "Alleen met hoogresistente rassen wordt het virus niet vermeerderd. Met andere type resistenties zie je geen symptomen, maar kan het virus wel in hoge mate aanwezig zijn." Hij maakt de vergelijking met TYLCV (Tomato yellow leaf curl virus), waarbij de resistente rassen geen symptomen vertonen, maar de ziektedruk vaak wel hoog blijkt. "Ik snap dat het ontbreken van symptomen voor een teler genoeg kan zijn als het om rugose gaat, maar het virus zelf kan er ook welig bij tieren. Dat maakt het extra complex. Daarom zijn wij ervan overtuigd dat alleen hoogresistente rassen de oplossing vormen, gecombineerd met strikte hygiene. Dan zal de virusdruk uiteindelijk minimaliseren tot een niveau dat het geen besmetting van de plant meer veroorzaakt."
Schaden industrie
Jasper benadrukt de onrust in Australië zeker te begrijpen: in Australische media wordt nadrukkelijk melding gemaakt van verliezen van 70% tot 100% van de oogst, en het ernstig schaden van de totale miljoenenindustrie. En hij erkent dat dit ook zeker een mogelijk scenario is – als er niet wordt ingegrepen. "Maar veel andere plantenziekten hebben eenzelfde effect, en daarvoor neem je ook niet zulke maatregelen. Een virus betekent geen dode kas. Hoe heftiger de besmetting, hoe groter de gevolgen, maar we zien ook dat het gewas er doorheen kan groeien." Daarin is het vergelijkbaar met bijvoorbeeld komkommerbontvirus. "Eigenlijk met heel veel virussen – ook die mensen treffen. Met een hoge weerstand, ben je er minder gevoelig voor. Maar ontkomen doe je er niet aan, want het rugose virus is er al. Niet alleen op de plekken waar de besmetting is gevonden, maar op nog veel meer andere plekken. Waar je wel grip op hebt, is hoe makkelijk je infectie binnen kan: de deur kan wagenwijd open staan, op een kier, of op een ventilatiekiertje."
De afgelopen maanden zag hij al dat de interesse vanuit de Australische sector voor virus-werende producten en maatregelen groeide, of het nu gaat om protocollen, hygieneproducten of andere oplossingen. Ook bij Enza Zaden hebben ze interesse gezien voor resistente rassen, en zijn er veel proeven uitgezet. "Ongetwijfeld ook van andere zaadbedrijven. Telers hebben zich al voorbereid en hebben al kennis opgedaan."
Verzekering
"Scouten, en maatregelen nemen", vervolgt Jasper op de vraag wat te doen in geval van besmetting. "Het personeel goed instrueren. Hoe meer je kunt schoonmaken, hoe groter de kans is dat je het virus letterlijk wegspoelt, of in ieder geval verdunt. Ook het verwijderen van de bron zorgt voor het verminderen van de virusdeeltjes. En door te kiezen voor plantversterkende maatregelen kun je het gewas minder gevoelig maken voor besmetting." Het zijn voorbeelden van maatregelen die Royal Brinkman ook opneemt in het concept Horti Hygienz, waarmee ze telers helpen de juiste protocollen ter voorkoming van besmetting op te zetten. "Je zoekt de balans tussen de maatregelen en effecten: welke barrières werp je op om je te wapenen tegen de virusdruk, en hoe verlaag je de virusdruk zelf. Welke investeringen zet je daarvoor in? Het is een soort verzekering die je afsluit."
HortiHygienz concept van Royal Brinkman
Dat is dus een totaal andere insteek dan het ruimen van complete bedrijven, waarvan Martijn zegt er ook vanuit tuindersoogpunt moeite mee te hebben. "Ik begrijp dat er uit angst gehandeld wordt. Ruimen lijkt dan een logische oplossing om van het virus af te komen, maar daar help je niemand mee, en krijg je de virusdruk ook niet per se mee omlaag. De vraag blijft namelijk hoe goed je de kas schoonmaakt, en wat je met het afval doet. Alleen met ruimen ben je er niet. Je moet zorgen dat het virus niet naar buiten gaat, dat je geen bron vormt voor de buurman. Zorgen dat er geen verspreiding is, dat is het allerbelangrijkste." Een lastig onderwerp voor een overheid, maar tegelijkertijd ziet hij ook dat er de afgelopen jaren veel kennis is opgedaan.
Zo stelt het Nederlandse Naktuinbouw afgelopen najaar dat het virus nagenoeg overal in de Europese Unie voorkomt, en dat het onmogelijk is gebleken om dit virus uit te roeien. Mede daarom is op Europees niveau besloten de Noodmaatregelen voor ToBRFV te beëindigen en het virus per 1 januari 2025 te classificeren als een RNQP (Regulated Non-Quarantaine Pest). Daarmee is bijvoorbeeld de meldplicht komen te vervallen. Dat gaf opluchting bij de telers, bevestigt Jasper. "Zo'n meldplicht geeft kramp en paniek voor de teler, met tot mogelijk gevolg dat een besmetting juist onder de pet gehouden wordt. Zeker als je ziet wat voor maatregelen er getroffen worden, gaat een bedrijf er niet mee rondlopen, en juist niet testen bij verdachte situaties." Zo werd er de afgelopen jaren ondanks de Q-status in Zuid-Europese landen nauwelijks melding gedaan van rugosebesmetting. "Ik snap het beleid en de wens om strikt te zijn. Maar dat kan juist ook verspreiding in de hand werken, en meer problemen veroorzaken dan een beleid waarbij een bedrijf on hold gezet wordt, waarna extra onderzoek, metingen en een open gesprek toewerkt naar de juiste oplossing. Luister naar meerdere partijen, naar de experts. En ik hoop dat ze een open manier van communiceren en een doordachte structuur kunnen aanbieden om de telers te begeleiden."
Voor Katunga Fresh gaat dit het verschil niet meer maken. Wat de gevolgen zijn voor het voortbestaan van de kwekerij, daarover is nog geen duidelijkheid. De Australische overheid heeft een noodfonds geopend, maar Katunga zal niet de enige kwekerij zijn die te maken krijgt met de besmetting en de economische gevolgen daarvan. Toch is de kwekerij, samen met andere binnen de Australische sector, en branchevereniging PCA, intensief aan het lobbyen om ToBRFV van de Australische quarantainelijst af te krijgen en het virus te classificeren als 'manageable'. De vraag die de telers zich stellen, is hoeveel pijn de sector moet lijden voordat ze daar zijn.
Voor meer informatie:
Royal Brinkman
[email protected]
www.royalbrinkman.com
www.royalbrinkman.com/hortihygienz
Enza Zaden
+31 (0)228 350100
[email protected]
www.enzazaden.com