Een Noord-Brabantse aardbeienteler heeft afgelopen najaar met succes om meer tijd gevraagd om onder een last onder dwangsom uit de komen. De teler moest een van de gemeente gepacht perceel verlaten. Daarbij werden risico's genomen.
De teler besloot de teelt uit de vollegrond te verplaatsen naar teelt op stellingen op een ander perceel. Daarmee werd het verlies aan 20 hectare gepachte grond gecompenseerd met een andere teeltopzet. Ook zijn kassen aangekocht. Sinds april 2023 is op de stellingen geteeld.
De omgevingsvergunning was hiervoor echter nog niet aangepast. Twee milieuverenigingen vroegen de gemeente afgelopen voorjaar te handhaven. Een last onder dwangsom volgde niet lang daarna.
De teler uit Breda heeft met succes langer de tijd gevraagd, wijzend op zicht op legalisatie na aanpassing van een ontwerpplan. De termijn waarop de last onder dwangsom nu ingaat is verlengd tot 1 april 2024, zo blijkt uit een op 2 januari 2024 gepubliceerde uitspraak van 27 oktober 2023.
Zeer groot risico
De teler heeft bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant toegelicht dat het moeten afbreken van de stellingen buiten het bouwvlak, alsmede de watertanks en het pomphuis en de bijbehorende techniek, zeer aanzienlijke kosten met zich mee zal brengen en zelfs kunnen leiden tot een faillissement. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de door verzoekster ter zitting gegeven schatting van de kosten en ziet ook geen aanleiding eraan te twijfelen dat het verwijderen van de watertanks en het pomphuis ook schade kan opleveren aan de – op zichzelf – niet verboden teelt onder folietunnels.
De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat de kosten van het verwijderen van de watertanks en het pomphuis zodanig hoog zijn dat afgelopen jaar vasthouden aan de oorspronkelijke begunstigingstermijn onevenredig zware gevolgen zou hebben, zo lang op vrij korte termijn duidelijkheid kan komen over de vraag of de voorziene wijziging van het bouwvlak hetgeen nu is gebouwd vergunbaar maakt en dus ook duidelijkheid ontstaat of dat alsnog kan worden gelegaliseerd.
De rechter wijst er wel op dat de teler een 'zeer groot risico' heeft genomen 'door haar gewijzigde plannen uit te voeren voordat met B&W overeenstemming was bereikt over zodanige aanpassingen van het wijzigingsplan én zonder omgevingsvergunning.' Het is volgens de rechter echter niet zinvol om van de teler in het licht van de nog te nemen beslissing over het (ontwerp)wijzigingsplan te eisen nu zeer hoge kosten te laten maken (en schade aan de nog resterende bedrijfsvoering te veroorzaken) als op korte termijn duidelijk kan worden dat hetgeen verzoekster heeft gebouwd alsnog kan worden gelegaliseerd.