De Spaanse export van groenten en fruit is in 2023 met 5% in waarde toegenomen. Volgens de eerste ramingen van brancheorganisatie Fepex zal worden afgeklokt op € 16,6 à € 16,8 mld, ondanks een jaar geplaagd door ongunstige weersomstandigheden en droogte, opkomende concurrentie van derde landen en aanpassingen aan toenemende regulering in de teelt en de handel, zowel op Spaans als Europees niveau.
De 12 mln ton van 2022 zal evenwel niet worden gehaald, zo wordt verwacht op basis van gegevens van de Spaanse douane tot en met de maand oktober. In de eerste 10 maanden van 2023 werd 9 mln ton ter waarde van € 13,47 mld geëxporteerd. In volume was dat 6% minder, maar in waarde 6% meer dan in dezelfde periode van 2022.
De import zal de opwaartse trend van de afgelopen jaren blijven aanhouden. Tot en met de maand oktober is de import met 8% gestegen in volume en met 19% in waarde, tot 3,3 mln ton en € 3,64 mld. Niet alleen op de Spaanse markt groeit de import van groenten en fruit voortdurend, ook op de EU-markt. In de EU is de import uit derde landen in de eerste negen maanden van vorig jaar met 12% gestegen ten opzichte van dezelfde periode van 2022, tot een totaal van € 13,91 mld. De import wordt gestimuleerd door de verschillen in wetgeving op het gebied van onder meer arbeid en gewasbescherming tussen EU-landen en derde landen, waarbij de Europese telers aan concurrentievermogen inboeten.
2023 werd in Spanje gekenmerkt door ongunstige weersomstandig-heden en in het bijzonder door droogte. Er was een gebrek aan waterbronnen in de belangrijkste groente- en fruitteeltgebieden. Daarom beschouwen zowel Fepex als Proexport, een exportvereniging uit de regio Murcia, voldoende beschikbaarheid van water tegen een aanvaardbare prijs als de bepalende factor voor de toekomst van de teelt en de export.
In dit verband gaf Mariano Zapata, voorzitter van Proexport, vorige week evenwel aan dat Murcia en het zuidoosten van Spanje heel weinig water nodig hebben om groenten en fruit te telen in verhouding tot het totaal beschikbare water in Spanje. Hij deed een oproep aan de regering om een akkoord te sluiten over de overheveling van water van de rivier de Taag naar de rivier de Segura en om in te zetten op grondwater, ontzilt water en het hergebruik van geregenereerd water.
Eveneens wordt een herziening van het huidige regelgevingskader als bepalend voor de toekomst beschouwd, zowel op Spaans als Europees niveau. Nu wordt volgens de voorzitter te veel geluisterd naar de eisen van milieubewegingen zonder rekening te houden met de specifieke kenmerken van de AGF-sector en het vermogen ervan om waarde toe te voegen aan de economie en de samenleving. De voorzitter voegt eraan toe dat de huidige wet aangaande de lagune Mar Menor dringend aan herziening toe is, met name de artikelen die wetenschappelijk gezien op los zand zijn gebouwd en ook de duurzame teelt in het gebied onmogelijk maken, zonder daarmee de lagune te beschermen.
Telers zijn ook bijzonder bezorgd over de nieuwe verhoging van het minimumloon. Arbeid vertegenwoordigt immers tot 45% van de teeltkosten voor sommige gewassen. Er is ook bezorgdheid over het verbod op steeds meer gewasbeschermingsmiddelen. Dat heeft volgens de voorzitter een directe impact op de opbrengsten, de kwaliteit en de voedselveiligheid. En wat betreft de afzet waarschuwt Fepex dat de verplichting om groenten en fruit los te verkopen in formaten kleiner dan 1,5 kilo op tegenstand stuit van telers en retail, omdat dit de strategie van differentiatie naar herkomst en kwaliteit praktisch onhaalbaar maakt en het verspilling in de verkooppunten in de hand werkt.