Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Ana Arévalo van Agrobío (Spanje)

Nieuwe strategie om Parvispinus in paprikateelt uit te schakelen

In 2005-2006 was er een groot probleem in de paprikakassen van de Zuid-Spaanse provincie Almería met de bestrijding van Frankinela. “Sommige telers waren wanhopig omdat ze geen manier vonden om het insect te bestrijden. Het had immers resistentie ontwikkeld tegen alle tot dan toe goedgekeurde actieve stoffen. Het gevolg was dat ze begonnen niet-goedgekeurde producten te gebruiken”, vertelt Ana Arévalo van de R&D-afdeling van Agrobío. “Europa sloeg alarm en het scheelde niet veel of de paprika-export uit Almería werd aan banden gelegd. Dat was een keerpunt in de biologische bestrijding. Binnen één jaar schakelde 90% van de telers over op het gebruik van hulpinsecten."

Als we echter teruggaan naar de jaren '90, dan zien we dat er eigenlijk al een eerste hulpinsect was, namelijk de hommel. Hij zou later de deur openzwaaien naar de praktijk van de geïntegreerde bestrijding in Almería. “Tot dat moment werden voor de bestuiving in de kassen fytohormonen en andere chemicaliën gebruikt, omdat bijen geen goed resultaat gaven bij bijvoorbeeld tomaat”, leggen Isabel en Pilar Santorromán uit, terwijl ze ons rondleiden in de hommelproductiefaciliteiten van Agrobío in El Ejido. “Daarom begonnen we te werken met Bombus terrestris, de gewone hommel”.

“In de natuur zouden we alleen in de lente hommelkasten kunnen hebben, maar in de kassen hebben we ze het hele jaar door nodig. In ons productiecentrum recreëren we dus de vier seizoenen tegelijkertijd in vier verschillende kamers om een continue productie van hommelkasten te hebben.”

In de kamer die de herfst nabootst, vindt de bevruchting van de koninginnen plaats, die de moeders zullen zijn van de nieuwe hommelkasten.

Elke bevruchte koningin wordt met de hand opgenomen en in een doos geplaatst. Na haar winterslaap te hebben gedaan in de kamer waarin de winterse omstandigheden worden gesimuleerd, ontwaakt ze en legt ze eieren om werkhommels voort te brengen. De werkhommels worden in de kassen ingezet om stuifmeel te verzamelen en de bloemen te bevruchten. Tegelijkertijd voeden ze de rest van de hommelkast. “Wij verkorten het hele proces tot ongeveer 6 maanden, maar in de natuur neemt het natuurlijk een jaar in beslag”, vertelt Isabel.


Bijen detecteren de golflengtes van het rode kleurenspectrum niet. Daarom werkt Agrobío onder rood licht, om de insecten te kunnen hanteren zonder dat ze wakker worden.

Orius blijft telers tot op de dag van vandaag fascineren”
In 2007 waren Orius en Swirskii de belangrijkste biologische bestrijders van de trips Frankinela en de wittevlieg, legt Ana uit, terwijl ze een voorbeeld toont van de hulpinsecten die Agrobío in verschillende formaten verkoopt.

Orius blijft telers tot op de dag van vandaag fascineren. Het is een vraatzuchtig roofdier dat zich voedt met zowel de larven als de volwassenen van trips, wittevlieg, spint... Orius Laevigatus is een lokale soort van Orius, die je ook in de bergen van Almería vindt. Wij hebben echter de genetica verbeterd en nieuwe rassen gezocht die beter aangepast zijn aan de omstandigheden van de kassen, vooral in de winter. Aangezien er geen verwarming is in de kassen, stopten de vrouwtjes met het leggen van eieren en dus kostte het de populaties moeite om zich te vestigen. Zo hebben we nu twee stammen van Orius die bestand zijn tegen de kou. De telers zijn er ontzettend blij mee.”

Orius Cold

“Een ander aspect waarin we veel vooruitgang hebben geboekt, is het voedsel voor de hulpinsecten, zowel in onze productiefaciliteiten als in de kassen. Zo hebben we populaties van roofmijten kunnen vestigen in gewassen zonder stuifmeel, zoals komkommer, chrysanten, of in de kwekerijen, door mijten uit te zetten waarmee we ze in de laboratoria voeden. Op die manier kunnen we een oplossing bieden voor gewassen waar de biologische bestrijding voorheen niet geïmplementeerd kon worden.”


Crisopa, Aphidoletes, E. eremicus, P. persimilis, T. montdorensis en Encarsia.


Cryptoloemus, A. swirskii, Orius, Nesidiocoris, Aphidius en Adalia.

Waarom begint Parvispinus zich in de lente en zomer uit te breiden, maar richt hij in de herfst de meeste schade aan?
Trips Frankinela bevorderde in de paprikateelt de snelle uitbreiding van de biologische bestrijding, en nu is er een andere trips in de paprikateelt opgedoken die weer voor een revolutie zou kunnen zorgen in de biologische bestrijdingsstrategieën in Almería.

"Trips Parvispinus is een tropisch insect en in theorie dus niet aangepast voor kassen zonder verwarming, maar aangezien klimaatverandering een realiteit is, heeft het insect zich vrij goed gevestigd. Parvispinus begint uit te breiden in de lente en zomer, maar het is in de herfst wanneer het de meeste schade aanricht. Dat is zo omdat het het moment is waarop de populaties van hulpinsecten afnemen door de kou, want dan zijn er geen bloemen of plagen meer, zoals de wittevlieg, waarmee ze zich kunnen voeden”, merkt Ana op.

“Daarom hebben we, in plaats van nieuwe kandidaten te zoeken, een strategie ontwikkeld die zeer goede resultaten oplevert. Want als we door de implementatie van diëten erin slagen de populaties van mijten te behouden, de populaties van Orius en Swirskii te verhogen met versterkingsdoses, of ze op dat moment te vervangen door Orius Cold of Montdorensis - die zich beter gedraagt bij lage temperaturen - kan worden voorkomen dat de populaties van Parvispinus exploderen. En dat is belangrijk, want het insect heeft al veel verliezen veroorzaakt in de voorbije seizoenen.”

Voor meer informatie:
Agrobío
Tel: +34 950 558 220 (Spanje)
[email protected]
www.agrobio.es