Tholen - De discussie over het schrappen van de btw op groenten en fruit houdt de Nederlandse politiek al enige tijd bezig. Staatssecretaris Van Rij heeft onlangs in antwoord op vragen van parlementsleden aangegeven dat het onderzoeken van de juridische definitie van "groenten en fruit" kosten met zich meebrengt, geschat tussen de 500 en 950 miljoen euro.
Op 22 juni van dit jaar voerden de AVN en winkeliers nog actie om de btw op groenten en fruit af te schaffen
De voorgestelde kosten voor het afschaffen van de btw op groenten en fruit variƫren aanzienlijk en komen ergens tussen 500 miljoen en 950 miljoen euro uit. Dit roept de vraag op of deze kosten kunnen worden gecompenseerd door te bezuinigen op andere overheidsuitgaven die niet direct bijdragen aan de gezondheid van de bevolking en sociale rechtvaardigheid. Dit zal echter worden overgelaten aan een toekomstig kabinet om te beslissen.
Definitie
Een punt van discussie is hoe groenten en fruit precies moeten worden gedefinieerd. De overheid moet een duidelijk onderscheid maken tussen groenten en fruit en andere voedingsmiddelen die momenteel onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen. Dat is belangrijk om te voorkomen dat ongezonde voedingsmiddelen per ongeluk onder het nultarief vallen.
De regering zegt dat het onderzoek niet draait om wat groenten en fruit zijn volgens verschillende interpretaties, maar eerder om het vaststellen van objectieve criteria voor een juridisch geldig onderscheid. Dit omvat onder andere het beoordelen van de impact van het verlagen van de btw op de consumptie van groenten en fruit, de praktische uitvoerbaarheid en de financiƫle gevolgen.
Gezondheidseffect en Sociale Gelijkheid
Een andere vraag is hoe het schrappen van de btw op groenten en fruit van invloed zou zijn op de gezondheid en sociale gelijkheid. Volgens de overheid zou een btw-nultarief naar schatting de consumptie van groenten en fruit met gemiddeld 4% verhogen, maar is het effect beperkt omdat "de vraag naar groenten en fruit relatief ongevoelig is voor prijsveranderingen en omdat doorvertaling naar lagere prijzen niet gegarandeerd is."
Daarnaast wijst de regering erop dat een btw-verlaging geen onderscheid maakt tussen inkomensgroepen, omdat zowel hogere als lagere inkomens hiervan zouden profiteren. Om lagere inkomensgroepen doeltreffend te ondersteunen, zou een meer gerichte maatregel nodig zijn.
Klik hier voor de volledige beantwoording van de kamervragen over het btw-nultarief