De genetische diversiteit van veel van de gewassen die men als voedsel verbouwt is laag. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar voor klimaatverandering en ziekten. Wilde verwanten van deze gewassen kunnen helpen bij het inkruisen van nieuwe resistente eigenschappen. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) zet zich in voor het behoud van de wilde verwanten door in heel Nederland zaden te verzamelen en op te slaan in de genenbank.
Het voortbestaan van wilde soorten van voedselgewassen in hun natuurlijke leefomgeving is helaas onzeker. In Nederland komen 200 wilde verwanten voor, waarvan er 50 op de Rode Lijst staan. Met het Levend Archief, natuurorganisaties en vrijwilligers verzamelen experts van het CGN zaden van deze planten, zodat ze voor de toekomst behouden blijven.
Herstel van populaties
Door de inheemse zaden niet alleen op te nemen in de CGN-genenbank, maar ze ook op te kweken en te herintroduceren waar dat mogelijk is, hoopt CGN de populaties weer te herstellen. Daarnaast worden de genetische eigenschappen van de wilde soorten in kaart gebracht. Met die kennis kan CGN voedselgewassen veredelen en ze beter beschermen tegen ziekten, plagen en extreem weer.
Nieuwe flyer
Voor ieder die interesse heeft in de wilde soorten heeft het CGN nu een flyer samengesteld. Curator Rob van Treuren: “De flyer licht de achtergrond en het belang toe van CGN’s verzamelprogramma voor in Nederland voorkomende wilde verwanten van cultuurgewassen. De flyer is bedoeld voor voorlichting aan betrokkenen bij het project, waaronder natuurbeherende organisaties, terreinbeheerders en vrijwilligers die helpen bij het verzamelen van zaden.”
De flyer is hier te downloaden.
Bron: CGN