Serie: Deel 2 van 3

Wat zijn de gevolgen van klimaatextremen voor telers wereldwijd?

Tholen- De uitdaging om de klimaatverandering een halt toe te roepen én om ons aan te passen aan de wijzigende weerspatronen is immens en daar kunnen boeken vol over worden geschreven. In de rest van dit artikel besteden we nu aandacht aan de gevolgen ervan voor telers van groenten en fruit wereldwijd en kijken we in welke richting de AGF-sector antwoorden zoekt om de impact van klimaatextremen te verzachten. Het eerste deel van dit artikel is eerder gepubliceerd. Ondanks enkele problemen zoals een steeds globalere markt met kilometersvretende import, de consumptie van plantaardig voedsel in het algemeen en van groenten en fruit in het bijzonder is een deel van de oplossing om de globale opwarming terug te dringen.

Want terwijl de productie van 1 kilo hamburgers ongeveer 30 kilo CO2-uitstoot en 250 liter water vereist, is dat bij tomaat bij benadering respectievelijk 2 kilo en 100 liter, zo leren ons gegevens gepubliceerd op de website van Foodfootprint. Door minder vlees en meer plantaardig voedsel tot ons te nemen, bewijzen we het klimaat dus een dienst. En de broodnodige eiwitten die zuivel en vlees ons leveren, kunnen we overigens (deels) vervangen met de consumptie van peulvruchten, maar ook van onder meer granen, koolsoorten, kiemen, zaden, pitten, noten, paddenstoelen en algen.

De opwarming van de aarde uit zich enerzijds in een geleidelijk opschuiven van klimaatzones, maar ook in een wijdverspreid en veelvuldig optreden van klimaatextremen zoals hitte en droogte enerzijds en regen, hagel, storm en overstromingen anderzijds. Dat heeft zowel directe als indirecte gevolgen voor de teelt van groenten en fruit.

Van teeltverschuiving tot oogstverliezen
Een eerste rechtstreeks effect is het verschuiven van de teeltopties onder invloed van het verschuiven van de klimaatzones. Gewassen die in een bepaald gebied vroeger goed gedijden, doen dat nu niet meer of zullen het in de (nabije) toekomst moeilijk krijgen, of positief gesteld, wat in een bepaalde streek eertijds niet groeide, doet dat daar nu wel of zal dat in de toekomst doen. Terwijl peren het in Polen traditioneel moeilijk hadden door het te koude weer, lijkt de teelt er nu steeds beter voet aan grond te krijgen. Zoete aardappel is altijd een zuiders product geweest, maar telers in Midden- en Noord-Europa schrikken er niet meer voor terug een veld aan te planten.

“Warmeseizoengewassen maken een opmars naar noordelijker gelegen gebieden die voorheen niet geschikt waren voor die teelt,” schrijft de Europese Commissie op haar website. “Noordelijke delen van Europa zouden een aantal positieve effecten op de tuinbouw kunnen verwachten door de introductie van nieuwe gewasvariëteiten en de uitbreiding van geschikte arealen voor de teelt van gewassen.” Hogere opbrengsten zullen er het gevolg zijn van langere teeltseizoenen vanwege meer vorstvrije perioden en minder koudegolven. Voor de zuidelijke regio’s zijn er over het algemeen negatieve gevolgen. “Hoge temperaturen, waterschaarste en extreme weersomstandigheden kunnen er leiden tot lagere opbrengsten, een grotere variabiliteit van de opbrengst en, op lange termijn, tot een vermindering van het aantal geschikte teeltgebieden.”

Spanje ziet af
Op korte termijn zijn oogstverliezen het meest in het oog springende gevolg van veranderende weerpatronen en klimaatextremen, met financiële katers tot gevolg voor de telers en vaak ook stijgende prijzen in het schap vanwege aanbodschaarste. Om dit te illustreren blijven we nog even in het zuiden van Europa, met name in Spanje, het belangrijkste tuinbouwgebied voor de Europese markt. De voorbije herfst was het er lang te warm, waardoor zo’n 30% van de aardbeienplanten in de provincie Huelva was afgestorven en opnieuw moest worden aangeplant. De blauwe bessenstruiken overleven die temperaturen natuurlijk wel, maar door te weinig koude-uren was de opbrengst uiteindelijk met 10% teruggevallen.


30% van de aardbeienplanten in de provincie Huelva afgestorven dit voorjaar.

Ook het steenfruit in Andalusië heeft last ondervonden van het gebrek aan koude-uren in de herfst en vroege winter dit jaar. De maten zijn daardoor klein uitgevallen. Ook elders in Spanje klaagden telers over kleine maten, “vooral bij perziken en nectarines, als gevolg van de droogte en hoge temperaturen in het voorjaar.” Een ander vaker voorkomend fenomeen dat steen- en hardfruit kan treffen, niet alleen in Spanje maar ook in noordelijker gebieden van Europa, is late voorjaarsvorst, net wanneer de bomen in bloei staan. Dat was bijvoorbeeld vorig jaar het geval in Lleida en Aragón, toen 70% van de steenfruitopbrengst er verloren ging door late vorst in april en een vroege hittegolf in mei.

Meer dan de helft van de kersen in Extremadura konden enkele maanden geleden dan weer niet geplukt worden door overvloedige regenval en stormweer net vóór en tijdens de oogst, enerzijds doordat het fruit op de grond viel en anderzijds door cracking. In mei en juni heeft het hard en aanhoudend geregend in meerdere Spaanse regio’s na een maandenlange droogte. In de Valenciaanse gemeenschap, een belangrijk groente- en fruitteeltgebied, werden er in die maanden 5 hagelbuien opgetekend, met schade aan meerdere gewassen.

En waar de Midden-Europese markt door koud lenteweer eerst geen trek had in de vroege watermeloenen uit Spanje, was het aanbod er schaars toen het toch mooi weer werd in de bestemmingsmarkten in de tweede helft van de lente. Dat had alles te maken met het stormweer en de hagelbuien in mei in de teeltgebieden.

Ook het aanbod van Spaanse kas- en vollegrondsgroenten is de voorbije winter grillig geweest door het ongewone en onvoorspelbare karakter van de weersomstandigheden. De warmere dan normale herfsttemperaturen zorgden eerst voor een concentratie van het aanbod, de plotse daling van het kwik leidde in de vroege winter dan weer tot tekorten en hoge prijzen, al had het beperkte kasareaal door de hoge gasprijzen in Nederland daar natuurlijk ook iets mee te maken. Iedereen herinnert zich nog wel de beelden van de lege schappen in de Britse supermarkten, waar de ketens niet bereid waren om, in tegenstelling tot hun collega’s op het Europese vasteland, de hoge, maar marktconforme, prijzen te betalen.

Steeds fellere en op ongebruikelijke momenten voorkomende regen, hagel en storm worden een groot probleem voor de Spaanse groente- en fruitteelt, maar de droogte lijkt op middellange termijn een nog grotere bedreiging te vormen. Als niet gauw een oplossing wordt gevonden voor de huidige waterschaarste, lopen verschillende teelten het risico op misoogsten en misschien zelfs verdwijning. Nu al wordt voor de komende mango-oogst in Zuid-Spanje 70% minder opbrengst verwacht door het droogteprobleem, dat ondertussen al aansleept sinds de zomer van 2019.

Rampen in Italië
Waar we vorig jaar alarmerend lage waterniveaus zagen in de Po-vlakte, werd Emilia-Romagna eind mei getroffen door verwoestende regens, met een beperkte aanvoer van steenfruit en een naar beneden bijgestelde oogstraming voor hardfruit tot gevolg. Het klimaat lijkt ook op hol geslagen. Ook Sicilië, een belangrijke citrus- en kasgroentenleverancier, en de rest van Zuid-Italië tuimelen van droogteperiodes in episodes van wateroverlast. Begin juli werden er temperaturen tot 48 graden opgetekend.


Emilia-Romagna werd eind mei getroffen door verwoestende regens

Bovenstaande allesbehalve exhaustieve beschrijving van de klimaatgevolgen voor de teelt in Zuid-Europa onderschrijft de stelling dat die regio harder te lijden heeft en zal hebben dan de meer noordelijk gelegen gebieden van het Europese vasteland. Toch hebben ook Nederlandse en Belgische telers van meerdere groente- en fruitsoorten op verschillende manieren – veelal afhankelijk van de beschikbaarheid van water per regio – het niet altijd gemakkelijk gehad met de periodes van droogte sinds een vijftal jaar geleden. “Maar ook de kans op hagel neemt toe en stelt ons voor uitdagingen,” was onlangs nog te horen op een bezoek van Nederlandse appeltelers aan hun Belgische collega’s.

Een cycloon in Nieuw-Zeeland en El Niño in Peru
Andere delen van de wereld worden evenmin gespaard. Het voorbije jaar zijn er wijdverspreid oogstverliezen opgetekend door klimaatgerelateerde issues. Terwijl de Nieuw-Zeelandse appelsector eind januari nog een ruime oogst van goede kwaliteit en maten verwachtte, sloeg in februari cycloon Gabrielle toe op het Noordereiland en werden veel boomgaarden door onder meer overstromingen en aardverschuivingen weggevaagd. De sector leed schade voor miljoenen euro’s. Premier Chris Hipkins noemde Gabrielle de grootste natuurramp van de afgelopen eeuw op Nieuw-Zeeland.

Vorst, gebrek aan zonlichturen, zware stortbuien, overstromingen en nog een hagelbui in Te Puke in april hebben ook de kiwiteelt gedreven tot een van de laagste oogsten in jaren, met 15 miljoen trays minder dan gebruikelijk voor Zespri. “Wortels van kiwiplanten die gedurende langere tijd onder water staan door overstromingen lijden aan zuurstofgebrek, waardoor de planten uiteindelijk kunnen sterven,” zei de CEO van NZKGI, Colin Bond, in februari. Andere door Gabrielle getroffen gewassen waren onder meer avocado en ui.

In de Zuid-Afrikaanse West-Kaap zorgden wekenlange stortregens in de maand juni, met overstromingen tot gevolg, voor twee weken vertraging van de oogst in Citrusdal, één week door de regen en één week door de overstromingen. Veel mensen zijn ontheemd geraakt, infrastructuur is beschadigd en toegangswegen afgesloten. “Tussen de 10 en 15 procent van de oogst is verloren gegaan. Vooral vroege Navels en clementines zijn getroffen,” zei Justin Chadwick, CEO van de Citrus Growers Association.


In de Zuid-Afrikaanse West-Kaap zorgden wekenlange stortregens voor twee weken vertraging van de oogst in Citrusdal.

Chili was in er in dezelfde maand niet veel beter aan toe. “Veel rivieren hebben velden en huizen onder water gezet. Ik kan me geen winter met dit soort regen in zo'n korte tijd herinneren,” zei een druiventeler. “We hebben enkele druivengaarden die onder water zijn komen te staan, maar gelukkig is het winter en zijn de druivenranken in rust. Voor telers van bijvoorbeeld aardappelen of sla is de overstroming daarentegen een ramp.” Ook citrus, avocado’s, blauwe bessen en meerdere soorten groenten waren toen in seizoen. Jorge Valenzuela Trebilcock, voorzitter van Fedefruta, de federatie van fruittelers van Chili, vertelde dat sommige telers alles verloren hebben en dat er veel schade is aan de infrastructuur, onder meer aan kritieke irrigatiesystemen en pompen die zijn weggespoeld of zwaar beschadigd.

In Peru houden telers dan weer hun hart vast voor de hoge temperaturen en overvloedige neerslag als gevolg van het weerfenomeen El Niño, die, zoals eerder uitgelegd, dit keer nog versterkt kunnen worden door de klimaatverandering. “Aan de noordkust, waar ook zware regenval wordt verwacht, zou de hoge luchttemperatuur de rijpingsfase van avocado’s kunnen verstoren. Maar ook de centrale en zuidelijke hooglanden blijven mogelijk niet gespaard van gevolgen, want El Niño zou de omstandigheden kunnen creëren voor het uitbreken van plagen die de rijping van de avocado’s kunnen beïnvloeden,” geeft Juan Carlos Paredes, voorzitter van Prohass, aan.

Als laatste voorbeeld van landen waar de huidige klimaatextremen het leven van groente- en fruittelers op de proef stellen, halen we Argentinië aan. “Het land heeft de ergste droogte en hittegolf in 94 jaar gekend. We zijn getuige van de op een na laagste citrusexport in tien jaar,” zei begin juli een Argentijnse citrusexporteur.

Van plaagdruk tot duurdere landbouwverzekeringen
Teelten duiken op of verdwijnen net naargelang klimaatzones geleidelijk opschuiven, opbrengsten nemen toe met gunstigere weersomstandigheden of – en dit komt vaker voor of krijgt alleszins meer aandacht in het nieuws – oogsten worden gehalveerd door droogte, hitte, vorst of hagel, maar er zijn ook enkele indirecte gevolgen van veranderende klimaatpatronen. Zo hebben we net al gezien dat avocadotelers in Peru vrezen dat El Niño de uitbraak van plagen kan bevorderen.

“Temperatuurstijgingen kunnen leiden tot een toename van het aantal plagen en ziekten,” zo schrijft ook de Europese Commissie op haar website. In Frankrijk weten de kersentelers er over mee te praten. “Drosophila suzukii is een grote uitdaging voor de middellate en late kersenrassen, want de klimatologische omstandigheden zijn gunstig voor de voortplanting van het insect. En gezien het geleidelijk verdwijnen van werkzame stoffen, bevinden telers zich in een moeilijke situatie,” liet de Franse overkoepelende land- en tuinbouworganisatie FDSEA onlangs weten.

Waterschaarste leidt dan weer tot een reductie van het areaal in een aantal teeltgebieden. In grote delen van Spanje worden er alarmerend lage waterstanden opgemeten, ligt het niveau van de waterbekkens op een historisch laag niveau en neemt de verzilting van het grondwater steeds verder toe. Begin juli vorig jaar bedroeg de totale capaciteit van de waterbekkens in Spanje 44% en dit jaar 46%, tegenover een tienjarig gemiddelde van 63%, zo blijkt uit gegevens van het Spaanse ministerie van Ecologische Transitie en van het klimatologisch instituut Aemet.


Begin juli bedroeg de totale capaciteit van de waterbekkens in Spanje 46%.

Dit artikel is het tweede onderdeel van een serie die bestaat uit drie artikelen. Het derde deel verschijnt op een later tijdstip.

Dit artikel verscheen eerder in editie 7/8 (zomer), 24e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.


Publicatiedatum:
© /



Ook onze nieuwsbrief ontvangen? | Klik hier


Ander nieuws uit deze sector:


Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.