Het realiseren van huisvesting bij tuinbouwbedrijven blijft ingewikkeld. Omwonenden zijn er doorgaans niet blij mee. Wat in ieder geval kan helpen is het uit het zicht houden van de huisvesting met beplanting.
Juist daarover ontstonden echter klachten in een zaak die doet denken aan tv-programma's met boze buren waarin de tv-rechter uitspraak doet.
In dit geval is het de Rechtbank Gelderland die op 10 juli uitspraak deed. De rechter besloot na klachten van omwonenden en nalatigheden in de vergunningseisen voor landschappelijke inpassing door de gemeente dan maar zelf de eisen te stellen.
Om de huisvestingslocatie uit het zicht te houden van mensen in de woonkern dichtbij moet een wintergroene ligusterhaag ten minste 2,40 meter hoog zijn. Die haag is er ook al, maar de vergunning laat nu nog 1,80 meter hoogte toe. Te laag, vindt ook de rechter. Ook bij snoeien van de haag moet de hoogte gewaarborgd blijven.
Ook moet een elzenhaag gerealiseerd worden die binnen drie jaar 3 meter hoog moet worden. Vallen er gaten door dode of zieke bomen, dan moet daarvoor een plant van dezelfde hoogte ingepast worden.
Over de huisvestingslocatie is al gesteggel vanaf de eerste vergunningsverlening in 2017. Na een gerechtelijke uitspraak werd de vergunning in 2021 alsnog door de gemeente Zaltbommel geweigerd. Voor een nieuwe aanvraag werd weer een omgevingsvergunning verleend. Aanleiding voor bovenstaande rechtszaak over onder meer de beplanting.