Het geschatte gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de Vlaamse land- en tuinbouw bedraagt in 2020 3,4 miljoen kg actieve stof. Ten opzichte van het gemiddelde gebruik tussen 2012 en 2019 is dat een stijging met 0,3 miljoen kg actieve stof of 11%.
Deze stijging, te zien in cijfers die het Departement van Landbouw en Visserij deelt, is deels te verklaren door de areaalverschuiving naar sommige teelten met een hoge prijswaarde, zoals aardappelen, die aanzienlijk meer toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen kennen.
Een andere verklaring is de Europese beperking op bepaalde neonicotinoïden vanaf 1 december 2013. Hierdoor zijn vaak meerdere volleveldsbehandelingen nodig in plaats van een enkele zaaizaadbehandeling, met als gevolg een hoger gebruik van insecticiden op het gewas zelf.
Kropsla valt op
Kropsla onder glas kent met 102 kg actieve stof per ha het hoogste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op jaarbasis. Daarbij dient wel genuanceerd te worden, zo merken de statistici op, dat er tot 5 rondes sla per jaar op dezelfde oppervlakte kunnen geteeld worden.
Ook peren, aardbeien in openlucht, appelen en aardbeien onder glas kennen een hoog totaal gebruik en hetzelfde geldt voor azalea’s. Daarbij zijn het vooral fungiciden die het meest gebruikt worden. Enkel bij kropsla onder glas en aardbeien in openlucht is de toepassingscategorie andere het hoogste.
De akkerbouwgewassen kennen een veel lager totaalgebruik. Bewaaraardappelen en vroege aardappelen zijn hierop een uitzondering met respectievelijk gemiddeld 18 en 14 kg actieve stof per hectare. Ook hier gaat het voornamelijk om fungiciden. Weiden en grasklaver hebben met 0,22 kg actieve stof per hectare het laagste gebruik in de bovenstaande tabel.