Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Luc Vanoirbeek over het belang van Vlaamse coöperaties

"Oog houden voor individuele uitdagingen, zodat telers geen nummer worden"

Tholen - Traditiegetrouw is België een land van coöperaties. Namen als BelOrta, Coöperatie Hoogstraten, LTV, REO Veiling en BFV zorgen dat het aanbod in recente jaren steeds meer geconcentreerd is en met de aankomende integratie van BelOrta en BFV wordt dit vanaf juli alleen maar meer. Alleen wat is nu de kracht van de coöperatie en waarom is België hierin uniek in zijn soort?

"De meeste coöperaties in ons land zijn al ruim 80 jaar oud, dus ik denk dat wij vanuit historisch oogpunt al zeer lange tijd een land van coöperaties zijn, wat ook voor vertrouwen zorgt bij telers. Echter blijft het voor coöperaties ook een dagdagelijkse taak om zich te blijven ontwikkelen", vertelt Luc Vanoirbeek van het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT).

"Toen ik in 2007 startte als waarnemer in de Raad van bestuur van VBT waren er zo'n 8 coöperaties in Vlaanderen. Tegenwoordig zijn dit er nog maar 4", vervolgt Luc. "Het laat zien dat de instelling van een coöperatie in ons land nog altijd zeer gewaardeerd wordt. De organisaties worden alsmaar groter en wij kregen recent de vraag om te kijken naar wat de kern van onze coöperaties groenten en fruit is. Wat is ons DNA? Zo zijn we uit gekomen bij 5 woorden om groenten- en fruit coöperaties in Vlaanderen te duiden en deze elementen zullen we altijd moeten waarborgen om het vertrouwen te behouden."

Vijf kernwaarden
Ten eerste is dit, zo stelt Luc, borg staan. "Dit gaat over verschillende vlakken heen. Zo moet je als coöperatie borg staan voor een constante, hoge kwaliteit. Alleen ook borg staan voor beschikbaarheid van product, voedselveiligheid en logistieke performantie. Borg staan voor een eerlijk verkoopsysteem en verdere verduurzaming in de sector. Ik denk dat je als georganiseerde instelling hier sterker in staat dan als je als enkele teler de markt op moet gaan of als je veranderingen wil bewerkstelligen in een sector. Samen kun je op grote schaal borg staan voor betrouwbaar en continu leveren van de diverse voordelen waar de markt naar op zoek is."

"Ten tweede kijken we dan naar samenwerking", gaat hij verder. "Een coöperatie is een groep van telers die uit vrije wil gaan samenwerken. Dit levert een bepaalde vorm van solidariteit op, waardoor men elkaar kan helpen in bijvoorbeeld kennis delen, verduurzaming of dat er gezamenlijk stappen gezet kunnen worden op het gebied van innovatie. Hierbij moeten overigens niet de eigen individuele accenten worden vergeten. Ik ben er echter van overtuigd dat deze door middel van een organisatie alleen maar versterkt kunnen worden."

"Bovendien geloven wij dat je als coöperatie sterk staat in de markt en impact hebt op veranderingen in de sector. Je kunt een bepaalde betrouwbaarheid creëren bij handelaren en telers, omdat je een groot en divers aanbod hebt wat de gehele voedselketen kan bevoorraden en kan inspelen op de trends in de markt. Het geeft een extra slagkracht om telers te verzekeren van goede verdiensten. Deze slagkracht heb je overigens ook op het gebied van verandering. Het aansturen van onderzoek naar innovatie en automatisering in de sector. Telers lopen vaak tegen vergelijkbare problemen op en als coöperatie heb je dit snel in kaart gebracht en kun je hierop inspelen."

Ten slotte wil Luc het laatste kernwoord 'zorg' belichten. "Bovenstaande elementen kijken voornamelijk naar de handel en teelt. Puur praktische elementen die uiteraard zeer belangrijk zijn, maar minstens net zo belangrijk is het menselijk vlak. Het sociaal welzijn en ik denk dat men als coöperatie hier minstens zo verantwoordelijk voor is als voor het handelssegment. Dan bedoel ik net per se het in de watten leggen van de teler, maar wel het stukje ontzorging. Een deel van de zorgen uit handen nemen en betrokken zijn bij het wel en wee op een bedrijf. Tuin- en landbouw blijft wel een economische activiteit; je moet dus als individuele teler ook oplossingen hebben en je zaken op orde hebben. Maar we kunnen als coöperatie wel het collectief ondersteunen. De coöperatie is meer dan product verzamelen en verkopen", legt hij uit.

Geen nummer worden
In deze laatste kernwaarde ligt ook gelijk een van de grootste uitdagingen voor de coöperaties. Er zijn, zoals Luc aan geeft, veel voordelen aan een coöperatie, maar nu de groten steeds groter worden, ligt het gevaar op de loer dat telers zich een nummer gaan voelen. Het was ook een groot aandachtspunt onder de telers bij de onderhandelingen voor de integratie van BelOrta en BFV. "Dat is inderdaad een groot aandachtspunt voor de coöperaties. Als de telers een nummer worden, zijn we verkeerd bezig. Het zorgt er dan ook voor dat we altijd aandacht moeten blijven houden voor de uitdagingen van de verschillende individuele telers."

"Dat is uiteraard een pittige opdracht, want de verschillen tussen bedrijven worden enorm. Als je een paar generaties terug gaat, waren het allemaal soortgelijke bedrijven qua omvang en product. Tegenwoordig dien je rekening te houden met zeer specifieke teeltbedrijven; groot- en kleinschalig, conventioneel of biologisch etc. De variëteit is heel groot geworden. Ik denk dat het een dagdagelijkse taak is om het vertrouwen van de telers te behouden door middel van transparante bedrijfsvoering en zorgen dat iedereen weet waar hij aan toe is. Het is een uitdaging om daar goed mee om te gaan, maar ik denk dat dit de Vlaamse coöperaties goed af gaat."

Het is ook de reden dat deze coöperatieve organisaties, zo stelt Luc, nog steeds hoogtij vieren in Vlaanderen. Nergens in Europa lijkt het zo geconcentreerd als in België. "Ik denk dat dit ook vanuit historisch oogpunt komt. We hebben onze geschiedenis mee, waardoor telers een coöperatie vertrouwen. Door de omvang en de sterkte kunnen we een aantrekkelijk aanbod doen aan de telers. Het is een kwestie van geloven dat een coöperatie voordelig voor je is.

"In België hebben telers dat vertrouwen, waar het in menig ander land een stuk minder is. Dat is niet per se negatief, maar ze opteren dan voor andere keuzes. Dan is men meer handelsgedreven en stappen ze direct naar de markt. Dat is bij ons anders. Wij zetten in op het totaalaanbod en dat lijkt gewaardeerd te worden door onze telers. Ik voorzie daarom wel degelijk een toekomst in de coöperaties, maar het is taak om altijd te blijven werken aan het vertrouwen en het nooit als vanzelfsprekend te zien", besluit Luc.

Voor meer informatie:
Luc Vanoirbeek
VBT
info@vbt.eu  
www.vbt.eu