"We leren, wat volgens mij een belangrijk doel is dat alle partners delen", zegt De Ceuster Meststoffen, beter bekend als DCM, over hun deelname aan Cultivation for Compounds (CfC). Het CfC is een Nederlands vierjarig onderzoeksproject en programma dat zich toelegt op cannabisteelt.
"DCM is een familiebedrijf uit België, opgericht in 1966, dat (bio)meststoffen produceert, en wat wij biorationele producten noemen. Onder de laatste vallen biostimulanten, zoals Instant TD, een microkorrel gecoat met Trichoderma, en biocontroleproducten, zoals ons PMV-01 vaccin. Een vaccin tegen het Pepino Mosaic Virus in tomaten", zegt Bas Nieuwesteeg, accountmanager voor het biorationals team van DCM.
"DCM heeft een unieke MINIGRAN-technologie ontwikkeld", voegt Jornt Spit, research lead op het gebied van meststoffen en substraten in de R&D-divisie van DCM, toe. "Het produceert stof- en geurvrije ultrafijne organische korrels die meer dan veertig verschillende grondstoffen bevatten afkomstig van verschillende afvalstromen van de voedingsindustrie. Elk granulaat heeft een homogene samenstelling, waardoor een nauwkeurige en uniforme verspreiding in een substraat of bodem mogelijk is. Over het algemeen is onze filosofie dat we eerst de bodem voeden, zodat die op zijn beurt de plant voedt. De organische meststoffen worden door het bodemleven afgebroken tot voedingsstoffen die beschikbaar komen wanneer de plant ze nodig heeft."
Volgens Bas en Jornt is dit de eerste keer dat DCM betrokken is bij onderzoek naar cannabisteelt. Het CfC-project was een kans voor DCM om zijn producten in dit gewas te evalueren. "Anders dan bij andere gewassen heb je voor onderzoek naar medicinale cannabis een speciale vergunning nodig, waardoor we tot nu toe zelf geen tests hebben kunnen uitvoeren. Daarom hebben we ons aangesloten bij dit consortium om gecombineerd onderzoek te kunnen doen met alle andere partners", legt Jornt uit. "Het onderzoek naar de mogelijkheden om biologisch te telen op een niveau dat van de medicinale markt wordt verwacht, is voor ons de aanzet geweest. Naarmate het onderzoek vordert, kan de introductie van de voordelen van biologische praktijken en DCM-producten in de conventionele teelt echter ook een aandachtspunt worden."
Vooruitgang
Nu CfC zijn vierde teeltcyclus afsluit, bijna een jaar later, vroegen ze zich af hoeveel vooruitgang DCM in die tijd heeft geboekt. "In het eerste jaar van het CfC-project lag onze focus op biologische teelt", zegt Bas Nieuwesteeg. "Ons belangrijkste eerste doel als DCM hebben we al bereikt: het voltooien van een volledige cyclus met hoge biologische gewasopbrengsten, vergelijkbaar met conventionele teelt, zowel in kwantiteit als in kwaliteit."
"Tot nu toe hebben we ook snel en meer langzaam vrijkomende organische meststoffen vergeleken", voegt Jornt toe. "We hebben deze meststofpotmengsels geoptimaliseerd in functie van de behoeften van de gewassen, rekening houdend met de specifieke klimaatomstandigheden die momenteel in de CfC-kas heersen. De hoge temperaturen en lichtintensiteiten die worden gebruikt voor de teelt van medicinale cannabis zijn niet iets wat we veel meemaken bij andere tuinbouwgewassen. Daarom moeten we de organische meststoffen aanpassen om een evenwichtig patroon van nutriëntenafgifte te hebben, geschikt voor dit klimaat."
"Bovenop het vinden van het optimale organische bemestingsrecept, blijven we onderzoek doen naar de implementatie van verschillende nuttige toepassingen van onze biostimulerende producten en zo de groeikracht van het gewas verder verbeteren," aldus Bas.
Jornt besluit: "Bijvoorbeeld, en dat is misschien wel een van onze belangrijkste bevindingen tot nu toe binnen dit CfC-project; we hebben in twee opeenvolgende cycli gemerkt dat de planten die in een organisch substraat zijn geteeld meer veerkracht vertoonden. Als we deze resultaten kunnen bevestigen, is dat een belangrijk resultaat, dat past in DCM's filosofie van weerbaar telen met biologische inputs."
CfC heeft ook een steenwolsubstraat in zijn kweekopstelling. Daarom vroegen ze DCM of ze ook naar dit substraat wilden kijken om de impact van hun meststoffen in combinatie met een inert substraat te onderzoeken. "Allereerst geloven we dat biologisch telen een meerwaarde heeft, een gezond bodemleven komt een gezond gewas ten goede", zegt Jornt. Bas sluit zich daarbij aan en vult aan: "Maar zoals gezegd doen we dit pas het eerste jaar. Op dit moment ligt de nadruk op organische meststoffen in organische substraten. Toch hebben we producten die op steenwol kunnen worden toegepast (bijvoorbeeld microbiologische producten), en in de toekomst is het testen van deze producten voor cannabisteelt op steenwol zeker een mogelijkheid. Voorlopig zijn we er nog niet."
Marktpotentieel
Het CfC vroeg ook naar de marktpenetratie van DCM voor cannabis, welke regio ze willen bedienen, enz. "Bij DCM zijn we ervan overtuigd dat er een grote markt is voor de weerbare teelt van medicinale cannabis en dat we een essentiële rol kunnen spelen in de ontwikkeling van die groeistrategie. Natuurlijk is onze eerste focus om meer te leren over het gewas en de verschillende mogelijkheden." DCM hoopt dat tegen de tijd dat Cultivation for Compounds is afgerond, er schot zit in de wetgeving; "We willen klaar zijn voor het moment dat steeds meer landen instappen met medicinale cannabis."
"Over het algemeen is DCM erg blij met CfC; allereerst vanwege de hoeveelheid kennis en ervaring die we ermee opdoen. We leren veel. Natuurlijk is het soms een uitdaging. Het combineren en afstemmen van de verschillende meningen en wensen van alle partners kan moeilijk zijn. Bovendien zijn er, zoals te verwachten valt bij een onderzoeksproject van deze omvang, in het begin wat moeilijkheden en technische problemen geweest. Maar toch, met alles wat er gebeurt, slagen we erin samen te werken, overeenkomsten en compromissen te sluiten met het consortium, en het gaat steeds beter. We leren, wat volgens mij een belangrijk doel is dat alle partners delen."
Voor meer informatie:
Cultivators 
www.cultivators.nl
DCM 
www.dcm-info.nl
