Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Aukje Veldstra en Frederike Menage, ECOstyle Professional

"Omarm biologische middelen"

Tholen - Gewasbescherming werd traditioneel met chemische middelen gedaan, maar men ziet steeds meer de verschuiving naar biologische middelen. Ook de regelgeving gaat die kant op, dus telers moeten een keer de switch maken. Maar hoe krijg men de telers zover dat ze biologische middelen echt omarmen? We spreken met Aukje Veldstra en haar collega Frederike Menage, gewasbeschermingsspecialisten bij ECOstyle Professional. Allebei houden ze zich bezig met proeven en contact met de markt.

In die markt zien ze twee groepen telers, vertelt Aukje. “De ene groep bestaat uit telers die geen middelen meer beschikbaar hebben en ons met de rug tegen de muur vragen om een oplossing. Maar er zijn ook telers die vooruit kijken en zeggen: ‘Wij willen over vijf jaar ook nog kunnen telen hier in Nederland, dus zoeken we nu alvast een alternatief.’” Die laatste groep, de ‘early adopters’ – een voorbeeld is BioVerbeek – is het leukst om mee te werken, want die hebben ook echt een intrinsieke motivatie om met biologie aan de slag te gaan.” 

Kennisoverdracht
Maar hoe is die andere groep, die met de rug tegen de muur staat, mee te krijgen? “Ik denk dat daar vaak een stukje kennis over microbiologie ontbreekt,” meent Frederike. “Er is een generatie die hun hele leven op een bepaalde manier geteeld heeft, dus ik begrijp heel goed dat je dan niet zomaar overstapt. Kennisoverdracht is dus heel belangrijk voor acceptatie in de markt. Nuttige insecten zijn nu niet meer weg te denken in de tuinbouw, en voor middelen op basis van microbiologie willen we ook naar die acceptatie toe.”

Een manier om de nuttige bacteriën en schimmels meer voor het voetlicht te brengen, is door zichtbaar te maken wat ze precies doen. “Daarom werkte de petrischalentest ook zo goed.”

Naast die bewustwording is ook het vergaren van ervaring erg belangrijk, vult Aukje aan. “Het is een andere manier van werken met biologische middelen. In elke kas is de situatie net wat anders – wat de buurman doet, hoeft niet per se bij jou van toepassing te zijn.”

Lalstop K61
Eén van die biologische middelen is Lalstop K61, een middel tegen Pythium en Fusarium. Vanuit de markt krijgen Aukje en Frederike meermaals de vraag of dat middel kan worden gecombineerd met fungiciden of bacteriepreparaten. “Telers willen het graag integreren in hun vertrouwde gewasbeschermingsschema,” licht Aukje toe. “Helemaal overstappen is vaak nog een brug te ver, vooral voor reguliere telers; ze geven het liever mee bij de middelen die ze al gebruiken.”

Het korte antwoord is: “Alles kan, het zal niet ontploffen,” zegt Aukje lachend. “Lalstop K61 is een streptomyces bacterie, geen schimmel. Een chemische fungicide doodt schimmels, niet bacteriën. Lalstop K61 kan dus eventueel met chemie ook gecombineerd worden.”

Bosgeur
Deze streptomyces bacterie is één van de weinige middelen tegen Fusarium met een toelating, in bijna alle teelten. “Onderzoek door Glastuinbouw Nederland en Groen Agro Control heeft uitgewezen dat dit het meest effectieve micro-organisme tegen Fusarium is.”

Grappig was dat bij de petrischalentest met Lalstop K61 tegen Fusarium & Pythium een typische bosgeur te ruiken was. Dit komt omdat de steptomyces bacterie een bodembacterie is die ook in groten getale in het bos voorkomt, en daar zorgt het voor de typische geur van het bos.

Nieuw is Lalstop K61 niet, het heeft al een registratie sinds 1996, toen nog onder de naam Mycostop. “Maar toen waren er zo veel chemische middelen beschikbaar tegen Pythium en Fusarium, dat dit middel niet aan de orde kwam, behalve dan bij biologische telers.”

De markt is er nu klaar voor, ziet ook Frederike. “Toen het net op de markt kwam, was er nog veel meer chemie dan nu. Het middel had toen geen toegevoegde waarde, nu wel.”

Brede werking
Lalstop K61 gedijt het beste bij een temperatuur tussen de 15 en 28 graden, bij een neutrale pH in het wortelmilieu. “Het mooiste is om het middel preventief toe te passen, bijvoorbeeld tijdens de opkweek van de planten, of door te dompelen voordat de komkommerplant de steenwolmat in gaat,” legt Frederike uit. Op die manier kan de bacterie zich goed ontwikkelen en de Fusarium en Pythium uit de weg ruimen.

Naast die bestrijdende functie maakt de bacterie, die een planthormoon uitscheidt, de plant ook weerbaarder. “De wortels ontwikkelen zich beter met Lalstop K61, en door die sterkere wortelontwikkeling worden planten ook minder gevoelig voor zwakteparasieten, en verbetert de opname van sporenelementen. Dat is het mooie aan levende beestjes als gewasbescherming, daar is het werkingsmechanisme breder dan bij een molecuul.”

Voor meer informatie:
ECOstyle
Ecomunitypark 1 
8431 SM Oosterwolde 
Tel: +31 (0)516 4321 22 
www.ecostyle.nl