Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Ongezonde en laagproductieve bedrijven profiteerden het meest van coronasteun"

Hoewel niet-levensvatbare bedrijven minder vaak steun hebben aangevraagd dan levensvatbare bedrijven, hebben ongezonde en laagproductieve bedrijven in 2020 wel het meest geprofiteerd van de coronasteunmaatregelen. Dit wijst erop dat de coronasteun-maatregelen negatieve gevolgen hebben gehad voor de bedrijvendynamiek en productiviteitsgroei. Dat blijkt uit het CPB-onderzoek ‘Effecten van coronasteun op bedrijvendynamiek en productiviteitsgroei: een nieuwe analyse met machine learning’ dat op 1 maart is gepubliceerd.

In 2020 gaf Nederland 3,6 procent van het bbp (bijna 30 miljard euro) uit aan verschillende coronasteunpakketten. De grote omvang maakt het belangrijk om te weten in hoeverre structureel ongezonde bedrijven hiervan gebruik maakten.

Het CPB gebruikte machine learning-technieken en big data om na te gaan of ongezonde bedrijven disproportioneel veel gebruikgemaakt hebben van steun en in hoeverre de steunmaatregelen niet-levensvatbare bedrijven overeind hebben gehouden. Het onderzoek laat zien dat gezonde bedrijven vaker gebruik maakten van coronasteunmaatregelen dan ongezonde bedrijven. Van alle bedrijven die ook voor de coronacrisis al minder levensvatbaar waren, maakte 30% gebruik van minimaal één steunmaatregel in 2020. Bij de levensvatbare bedrijven was dit 40%.

Minder stoppers
Tegelijkertijd blijkt dat er relatief meer stopzettingen voorkomen zijn bij bedrijven die ook zonder coronacrisis een hoge kans hadden om de markt te verlaten dan bij bedrijven met een lage kans. Ongezonde bedrijven hebben dus meer geprofiteerd van coronasteun. Dit blijkt uit een berekening van het mogelijke aantal bedrijfsopheffingen dat met coronasteun voorkomen is. Dit aantal daalt van 25% naar 16% na correctie voor de levensvatbaarheid van bedrijven. Dit percentage daalt vervolgens verder naar 9% wanneer voorkomen stopzettingen worden gewogen naar productiviteit. Beide resultaten geven aan dat vooral ongezonde bedrijven (met een grote kans om de markt te verlaten) en laagproductieve bedrijven geprofiteerd hebben van de coronasteun.

De onderzoeksresultaten wijzen erop dat de coronasteunmaatregelen de reallocatie van arbeid en kapitaal tussen levensvatbare en niet-levensvatbare bedrijven verstoord hebben en daarmee negatieve gevolgen hebben gehad voor de productiviteitsgroei.

Bron: CPB

Publicatiedatum: