Cultivation for Compounds (CfC) is een consortium dat zich verbindt tot een vierjarig onderzoeks- en vertegenwoordigingsprogramma voor de cannabisteelt. Een van de vijftien betrokken bedrijven is Biobest Group. Biobest is expert in bestuiving en biologische gewasbescherming en richt zich daarom voor het CfC in de cannabisteelt op dat laatste.
Voor dit artikel heeft het CfC Juliette Pijnakker, de senior R&D van Biobest Group, geïnterviewd. Zij geeft antwoord op vragen als: waarom besloot Biobest zich aan te sluiten bij het CfC, hoe verloopt het project tot nu toe en welke moeilijkheden hebben zij tot nu toe ondervonden? Juliette geeft ook antwoord op de vragen: wat onderzoekt Biobest en wat is het einddoel van hun deelname? 
Juliette begint het gesprek met een toelichting op de betrokkenheid van Biobest bij het CfC: "Grootschalige cannabisteelt is nieuw voor Nederland, maar het is voor ons de laatste jaren een booming business in het buitenland. De meeste van onze biologische gewasbeschermingsstrategieën zijn ontwikkeld voor groentegewassen en later op maat gemaakt voor siergewassen. Nu moeten we ze opnieuw uitvinden voor hightech cannabisgewassen."
Biologische gewasbeschermingsstrategieën voor cannabis verschillen per land, afhankelijk van de plaagdruk, de lokale regelgeving en de registratie van biologische middelen. "In Nederland verwacht ik in de toekomst een hoge plaagdruk in cannabis door de hoge concentratie kassen en de nabijheid daarvan."
Juliette vroeg aandacht voor het belang van het laten uitvoeren van onderzoek in onderzoeksstations. "Als we proeven uitvoeren bij telers, zijn we duidelijk beperkt. We kunnen geen risico nemen met het introduceren van plagen of ziekten en onbehandelde percelen aanhouden."
Meeldauw bestrijden zonder zwavel
Over het onderzoek dat Biobest Group nu binnen het CfC doet, deelt Juliette dat ze IPM-strategieën testen en dat ze de biologische bestrijding van echte meeldauw nader bestuderen. "Meeldauw kan een enorm probleem zijn voor de cannabisteelt, dus dit is ons eerste doel. De meeldauw die op onze planten is aangetroffen, is door Wageningen UR geïdentificeerd als Golovinomyces cichoracearum."
Tegen het einde van het project streeft Biobest dan ook naar een oplossing voor de telers waarmee ze het gebruik van zwavel kunnen vermijden: "Zwavel heeft een negatief effect op de meeste nuttige organismen en kan ook problematisch zijn voor de werknemers en de kasstructuren."
Biobest heeft geen kant-en-klare planning voor alle 16 cycli. Volgens Juliette is de reden daarvoor dat "we na analyse van de resultaten van de vorige proeven stapsgewijs beslissen over de volgende proeven en proberen het concept verder te verbeteren." Nu begint de 4e teeltcyclus en momenteel ligt de nadruk daarin nog steeds op echte meeldauw en de algemene IPM-teeltstrategie.
Met CfC heeft Biobest de kans om hun producten te testen en met duidelijke gegevens over cannabis te komen en niet alleen met betrekking tot echte meeldauw. Zo kan het bedrijf de volledige biologische bestrijdingsstrategie voor dit gewas te verfijnen. "We hebben een duidelijk idee van hoe we plagen en ziekten in cannabis in Nederland willen bestrijden, dankzij de expertise van onze buitenlandse collega's, maar soms kunnen onverwachte resultaten verrassende nieuwe ontdekkingen opleveren. Ik heb er alle vertrouwen in dat we aan het eind van het project met een sterke strategie zullen komen."
Voor meer informatie:
Cultivators 
www.cultivators.nl
Biobest Group NV
www.biobestgroup.com
