Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Hightech tuinbouw vraagt niet meer om tomatenplukkers"

De ontwikkelingen, ook op de arbeidsmarkt en specifiek in de tuinbouwsector, gaan ontzettend hard. Dat komt door de snelle technologische innovaties die effect hebben op de manier van werken. Daaraan vast hangt dat de beroepen in die sector een andere inhoud en naam krijgen. Hoe krijg en houd je dan de juiste mensen op de juiste plaats? 


Gerard van Oosten

Aan de hand van de ervaring van Gerard van Oosten, programmamanager Human Capital bij Greenport West-Holland én oud-directeur Agri, Food & Life Sciences, passeren de belangrijkste conclusies uit de module de revue. Deze resultaten staat in onderzoeksmodule 2: Omgevingskrachten en verandering van werk: Over beroepsbeelden die veranderen, geschreven door Piet Verstegen en Petra Biemans.

“Ik heb ook nog tomaten geplukt, Gerard.” Dat krijgt Gerard van Oosten regelmatig te horen als hij vertelt over zijn werk bij Greenport. “Het is het klassieke beeld”, lacht hij, terwijl de huidige tuinbouwsector nu hoogtechnisch opereert met artificial intelligence, robotica en de ontwikkeling van autonoom telen (zonder mensen in de kas). Kortom, hightech is de standaard in de tuinbouwsector en dat beeld is nog lang niet bij iedereen doorgesijpeld.

Hightech in glastuinbouw is onbekend
Volgens Gerard is de grote onbekendheid van hightech in de glastuinbouw een handicap bij het werven van personeel in de sector, terwijl nieuwe mensen hard nodig zijn. Dat geldt voor zowel hoger opgeleide mensen, als voor ongeschoolde arbeid. De onderzoekers onderschrijven dit in hun rapport: “Met name technologische ontwikkelingen hebben veel invloed op het werk en alle banen worden hierdoor in meer of mindere mate geraakt. Onderdelen van werk worden bijvoorbeeld overgenomen door (gedeeltelijke) automatisering en robotisering en door slimme applicaties vervallen taken binnen een beroep voorgoed.”

Ook globalisering, demografische en ecologische ontwikkelingen (de toenemende aandacht voor milieu, water, energie, klimaat e.d.) hebben hun invloed op organisaties en hun businessmodel. Als gevolg hiervan komen bepaalde banen en beroepen onder druk te staan en worden nieuwe banen gecreëerd.

Van zaaizaden tot afzetten van producten in de markt
De werving en instroom van allerhande personeel in de tuinbouwsector is daarom een van de sporen van het Human Capital Programma. Gerard kijkt vanuit de sector naar de veranderende arbeidsmarktvraag om daar op een goede manier op in te spelen met aanbod. Dat geldt voor het totale tuinbouwcluster: de toelevering van zaaizaden en planten voor de tuinbouwbedrijven, de technische toelevering op en rond een kas, de tuinbouwproductie zelf en tot slot het vermarkten van de producten en het afzetten ervan.

Zachte kant van werk wordt belangrijker
Het onderzoek zoomt in op welke manier beroepen veranderen. In veel beroepen wordt de menselijke factor een belangrijker onderdeel. Dat betekent dat elementen zoals samenwerken met, afstemmen met, communiceren met betrokkenen steeds belangrijker worden naast het ‘klassieke’ inhoudelijke vakmanschap. Daarnaast wordt binnen veel beroepen de invulling van taken minder solistisch en autonoom. Je bent bij veel taken een schakel in een keten dus de taak is meer gericht op de impact op anderen. 

‘Arbeid wordt nog te vaak gezien als kostenplaats’
Deze ontwikkeling herkent Gerard zeker ook in de tuinbouwsector. Hoewel er zeker goede voorbeelden zijn, geldt voor veel bedrijven dat het bewustzijn flink omhoog mag voor het belang van de ontwikkeling van medewerkers. Volgens Gerard moet die slag echt vanuit de ondernemers komen. “Bedrijven moeten zich verantwoordelijk voelen voor Leven Lang Ontwikkelen (LLO), medewerkers stimuleren en ondersteunen om zich te blijven ontwikkelen en mobiel te blijven en HR-professionals ruimte geven zich in te zetten dit proces te organiseren. Een verandering van mindset om arbeid in plaats van kostenpost als menselijk kapitaal te zien.”

De juiste leeromgeving
Aansluitend op de aandacht van de bedrijven voor LLO, is het noodzakelijk dat de opleiders, publiek en privaat, zorgen voor aanbod en leeromgeving die aansluiten op de vraag. Daarvoor is het belangrijk met ondernemers, medewerkers en HR-professionals het verdiepende gesprek te voeren om, op basis van de strategische keuzes van het bedrijf, de ontwikkelbehoeften voor de medewerkers in beeld te brengen. Naast co-creatie met de bedrijven is samenwerking tussen de opleiders om tot een passend aanbod te komen cruciaal.

De Horti Academy
In de drie jaar dat het programma Human Capital nu draait, is de Horti Academy gevormd als samenwerking tussen Inholland, Lentiz, Hortiheroes en Kasgroeit. In samenwerking met bedrijven  is bijvoorbeeld een traineeshipprogramma en een leerlijn Leidinggeven en Communicatie ontwikkeld waar werknemers van verschillende bedrijven in de tuinbouwsector aan meedoen. Gerard noemt dat laagdrempelig maatwerk, waarmee mensen uit verschillende organisaties met elkaar leren, werken en innoveren.

‘Mismatch verkleinen is mijn doel’
De potentie van samenwerken motiveert Gerard om binnen de tuinbouwsector alle medewerkers mobiel te houden en genoeg nieuw personeel aan te trekken. Voor beide doelen geldt dat bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten pakken door onder andere het aanbieden van opleidingen. “De mismatch verkleinen tussen wat bedrijven vragen en wat opleiders aanbieden, is mijn doel.”

Bron: Inholland

Publicatiedatum: