De afgelopen jaren veranderde er nogal wat in het afgesproken aantal dagen seizoenarbeid per persoon in Vlaanderen, onder meer vanwege de coronasituatie. De Boerenbond geeft uitleg over de situatie voor 2023.
"Wij hebben in de loop van 2022 meerdere vergaderingen gehad met de kabinetten Sociale Zaken, Werk en Financiën. Op 22 december hebben we een voorakkoord bereikt in de paritaire comités Tuinbouw en Landbouw. In dit akkoord is voorzien dat het loon voor seizoenarbeid zou verhoogd worden tot het loon van de eerste categorie van vaste arbeid. Op die manier worden onze bedrijven ook terug aantrekkelijker voor seizoenpersoneel van binnen en buiten België.
De regering heeft zich vorig jaar akkoord verklaard om deze loonaanpassing te compenseren tot op het niveau van het gemiddeld minimumloon in ons land. Voor de groente- en fruitteelt, waar het grootste aantal seizoenwerknemers werken, is er een vrij belangrijke compensatie. Dit is minder voor de sierteelt, maar daar zou het Sociaal Fonds Tuinbouw tijdelijk tussenkomen.
Als derde onderdeel van het voorakkoord zouden de 100 dagen gelden voor onbepaalde duur in de tuinbouw. In de landbouw komt er 50 dagen seizoenarbeid en een bijzondere regeling van 100 halve dagen voor de melkveehouderij. Tenslotte is in het akkoord met de vakbonden ook een aanpassing voorzien van fiscale regels voor seizoenarbeid."
Op 19 januari 2023 vindt er weer overleg plaats. "Als de regering onze afspraken honoreert, hebben we voor de tuinbouw een historisch akkoord bereikt: de lonen stijgen maar dit wordt grotendeels gecompenseerd; we worden aantrekkelijker voor seizoenwerknemers; de 100 dagen worden verlengd en er komt mogelijk een andere fiscale regeling voor seizoenwerknemers."
Bron: Boerenbond