Een Noord-Brabantse teler heeft, zonder toestemming van de gemeente, woonunits geplaats voor huisvesting van medewerkers. De teler vroeg ook een omgevingsvergunning aan, maar de gemeente weigerde daarmee in te stemmen. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant deed daarom, nadat de teler een last onder dwangsom kreeg opgelegd deze zomer, uitspraak in een zaak waarin de teler vraagt om een voorlopige voorziening.
De rechter heeft in een uitspraak op 22 december de tomatenteler uit Wouwse Plantage gelijk gegeven. Het gemeentelijk college van Roosendaal moet van de rechter haar besluit eind juli 2022 tot weigering van de aangevraagde omgevingsvergunning herroepen en een nieuw besluit nemen. Daarbij is er zicht op een positief besluit van de gemeente.
Nieuw besluit, last onder dwangsom vervalt
De teler wil graag een vergunning voor tien jaar. Tijdens behandeling van de zaak bleek dat de gemeente vooral problemen heeft met die tijdsduur. De gemeente vreest een precedentwerking als men instemt met de komst van woonunits buiten het bouwvlak. De teler huisvest de medewerkers op eigen terrein en voldoet verder aan voorwaarden voor goede huisvesting.
De teler vroeg ook een tijdelijke vergunning voor drie jaar aan. Daarmee lijkt de gemeente wel in te willen stemmen, zo bleek tijdens de behandeling van de zaak. Hierdoor oordeelt de rechter dat de last onder dwangsom opgeheven mag worden. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan dat. In dit geval wijst de rechter erop dat er concreet zicht is op realisatie, waardoor de belangen van de teler in deze de overhand krijgen ten opzichte van de belangen van de gemeente.
Het gemeentelijk college moet een nieuw besluit nemen op de aanvraag voor verlening van een omgevingsvergunning. Het beroep van de teler tegen het afwijzen van de aanvraag is gegrond verklaard. Een voorlopige voorziening wordt niet getroffen, omdat de last onder dwangsom moet worden opgeheven.