Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

“De balans is er helemaal uit”

De huidige economische situatie is uniek. De afgelopen veertig jaar maakten we niet zo’n opeenstapeling van crisissen mee. Eerst voelden de telers de effecten. Nu passen ook de bedrijven met uitgangsmateriaal zich noodgedwongen aan. Thijs Hermans (Plantenkwekerij P. van Geest), Frank Coenders (Frank Coenders Kwekerijen) en Leo Hoogendoorn (Florensis) laten in Buitenstebinnen, een halfjaarlijkse uitgave van Naktuinbouw, hun licht schijnen op de huidige situatie.

Eerst werden grondstoffen schaarser en duurder. Dat kwam bovenop de uitdaging om genoeg (tijdelijk) personeel te werven. Daarna stegen de energieprijzen. Die explodeerden vervolgens door de oorlog in Oekraïne. Daardoor vielen ook afzetmarkten weg. De torenhoge inflatie is de vijfde bouwsteen van de huidige moeilijke situatie.

Dit maakt dat alles aan het schuiven is. Het is heel lastig om in de toekomst te kijken. En toch moet elk bedrijf zien in te spelen op de veranderde omstandigheden.

Op het oog zijn de veranderingen in de glastuinbouwsector nu het grootst. Belichten van gewassen doen bedrijven nog nauwelijks. “In de groenten is de extreem hoge energieprijs de grootste reden”, vertelt Thijs Hermans, directeur van  plantenkwekerij P. van Geest en lid van de sectorraad Groentegewassen van Naktuinbouw. “De telers verschuiven hun teeltseizoen, omdat ze niet tegen deze energiekosten kunnen produceren. Ze planten bijna niet meer in de herfst voor de belichte teelt. En zelfs niet meer in december voor de traditionele teelt, maar in februari of maart. Sommige telersverenigingen leveren in kleine hoeveelheden nog jaarrond en dragen dan samen de winterkosten.”

Puzzelen met de planning
Dit heeft enorme gevolgen voor de plantenkwekers. In feite valt er dit jaar een gat in hun productie van een half jaar. Ook moeten ze de jonge planten nu allemaal opkweken in de periode die het meeste energie vraagt, terwijl de kasruimte daar niet op was berekend. Die verschuiving geeft al grote planningsproblemen. Daarnaast lieten de meeste groenteplantenkwekers hun kassen niet leeg staan als er geen groenteplanten zijn. Ze telen of vermeerderen dan siergewassen, vaak voor andere bedrijven. Dat moet vervallen want het kan niet allemaal samen en dat vraagt veel gepuzzel. Hermans: “Het is steeds rekenen en plannen. Het plan van gisteren kan vaak ’s ochtends alweer in de prullenbak. De kunst is om vroeg vooruit te denken.”

Begin oktober maakte Plantise, de grootste plantenkweker, bekend dat zij stopt met alle Nederlandse opkweek. Behalve de hoge energiekosten spelen de financieringslasten een rol.

Verschraling assortiment
De afzet van planten verschuift dus in de tijd, maar Hermans ziet nog geen teruggang in volumes. Dat betekent ook dat de zaadhuizen nog geen gevolgen merken. “Maar hoe gaat het verder? Er was altijd genoeg gas op het juiste moment voor een lage prijs. Goedkoop wordt het volgens hem niet meer. Er komt een ‘nieuw normaal’, denkt hij. Hij ziet nog geen beweging bij de prijzen die de retail aan de telers betaalt. “Maar ze gaan ook effect merken. We hebben twintig jaar gebouwd aan een ruim assortiment, bijvoorbeeld bij tomaten en paprika. Die balans raakt verstoord. Je kunt verschraling verwachten.”

Ondertussen staan tomatenbedrijven in Spanje, Marokko en Tunesië in de startblokken om de wintermarkt over te nemen. “2023 wordt een heel onrustig jaar. We balanceren op een dunne lijn: als je te koud gaat telen, krijg je kwaliteitsproblemen en komen Phytophthora en Fusarium terug.”

Een ander zorgpunt: “We vragen veel flexibiliteit van onze mensen. Maar we zijn natuurlijk geen machines. De ontwikkeling van crisis na crisis geeft veel druk.”

Goede coronajaren
De sierteelt heeft twee goede jaren achter de rug: een onverwacht gevolg van de coronapandemie. Mensen bleven meer thuis, gingen hun huis en tuin opvrolijken. En daar hoorden nieuwe planten bij.

“Na het eerste goede jaar zag je als reactie in de boomkwekerij een opschaling in het uitgangsmateriaal. De lijn bleef maar stijgen. De voorverkoop voor 2022 was nog super- goed. Maar toen de afzet naar Midden- en Oost-Europa instortte, zakten de prijzen in elkaar. Afnemers zoals bouwmarkten en supermarkten kwamen hun afspraken niet na. De nabestellingen droogden op”, schetst Frank Coenders de situatie. Hij is eigenaar van Frank Coenders Kwekerijen en lid van de sectorraad Boomkwekerijgewassen.

In de boomkwekerij is vooral de onzekerheid over de afzet in het komende afleverseizoen de grootste uitdaging. Vaak gaat het om koudere teelten. Daarnaast maken de hoge energieprijzen de zaken lastiger. Coenders ziet dat kwekers onderling zich nog wel aan de afspraken houden, maar met de retail zijn geen afspraken meer te maken. “Daar is complete paniek. Dat zegt iets over hoe die bedrijven werken. Helemaal datagestuurd en weinig voeling met de markt. Ze denken dat volgend jaar alles weer gewoon beschikbaar is. Maar de productie van uitgangsmateriaal loopt altijd achter. Dat gaat spanning geven. De volumes waarop de retail rekent, gaan tegenvallen. Ze kopen nu voorzichtig in, maar misschien zijn er op een gegeven moment wel te weinig planten. Dat kan ook gevolgen hebben voor de marktontwikkeling”, analyseert hij.

Arbeidsvoorziening
Het is zowel voor kwekers van uitgangsmateriaal als voor telers lastig om de gestegen kostprijs door te berekenen. “De balans is er helemaal uit. Goede glastuinbouwbedrijven liggen leeg door de energieprijzen. Dat heeft ook gevolgen voor de arbeidsvoorziening. Als er lang geen werk is, gaan medewerkers naar andere sectoren, zoals orderpicking. En de arbeidsmigranten keren mogelijk terug naar hun eigen land. Als het in het voorjaar weer aantrekt, is de vaste club mensen dan nog wel beschikbaar? Van de andere kant: als je veel winterwerk kunt aanbieden, zal de balans juist goed uitpakken.”

Warme bloemen en planten
Bij de potplanten en snijbloemen trekt het instorten van de productie van Phalaenopsis en Lisianthus de aandacht. Een paar bedrijven zijn zelfs failliet gegaan. Toch waarschuwt Leo Hoogendoorn, directeur van Florensis en lid van de sectorraad Bloemisterijgewassen, voor pessimisme.

“In de sectorraad Bloemisterijgewassen zijn we positief gestemd over de sector als er een nieuw evenwicht komt. De groenteteelt drijft sterk op goedkoop gas, de sierteelt kan iets meer hebben. Bij de teeltbedrijven hangt het sterk af van hun energiecontracten hoeveel tijd ze hebben om zich aan te passen. Dat wil zeggen: de producten telen bij een lager energieniveau. Van de heel warme teelten kun je je afvragen hoe duurzaam zo’n product is in de winter”, zegt hij.

Hoogendoorn verwacht daarom een verschuiving in het assortiment waarbij ook oude rassen terugkomen. Rassen die minder warmte en licht nodig hebben. Zulke verschuivingen vragen wel veel flexibiliteit van de plantenkwekers en zaadhuizen. “Je ziet dagelijks wijzigingen. Bestellingen die niet doorgaan, gevolgd door andere orders of aanpassing daarvan”, vertelt hij.

Zijn eigen bedrijf en de collega’s puzzelen vooral met creatief ruimtegebruik om energie te besparen. De kassen voller zetten, samenvoegen op één locatie en andere locaties tijdelijk sluiten, in Nederland, Europa of Afrika. Planten dichter op elkaar, gewassen met eenzelfde temperatuurvraag bij elkaar zetten in plaats van in aparte afdelingen. “En meer voorraden aanhouden, bijvoorbeeld bij de meststoffen. Dat is al langer nodig door verstoring van de aanvoer van grondstoffen”, zegt hij.

Hoogendoorn: “Ik denk dat uiteindelijk alles overwaait, ook de oorlog en internationale spanningen. Het is nu zaak de winter door te komen. En wat zeker moet gebeuren: de gevoeligheid moet eruit. Dat is soms lastig: onze eigen ervaringen met aanvoer van restwarmte laten zien dat het lang kan duren. Wij verwachten op termijn niet veel verschuiving van productie en vermeerdering ten opzichte van nu. De positie van Nederland in de sierteelt is uniek. Wel gaan we anders telen en is er voor zeer energie-intensieve producten minder plaats. Daar zijn genoeg andere keuzes voor.”

Consequenties voor Naktuinbouw
De drie sectorraadleden verwachten niet dat de hoeveelheid werk voor Naktuinbouw afneemt. Het rassenonderzoek gaat juist door. Het aantal keuringen en de laboratoriumtoetsen wordt ook niet minder. Wel kunnen de partijen planten kleiner worden. Er leven wel wat zorgen over de kwaliteit als iedereen tegen minimale kosten moet gaan produceren. Er is meer flexibiliteit nodig, maar de Brexit is daarvoor al een goede leerschool geweest.  

Bovenstaand artikel is overgenomen uit Buitenstebinnen, nummer 19, een productie van Naktuinbouw. Het gehele magazine is hier in te zien.

Publicatiedatum: