Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Leren van de reis van de bij

Bijen en andere insecten laten bij elk bezoek minuscule 'voetafdrukken' van omgevings-DNA op planten achter, waardoor onderzoekers kunnen nagaan waar de insecten zijn geweest en zo aanwijzingen kunnen krijgen over wat ze nodig hebben om te gedijen.

Een team van onderzoekers, waaronder van het Wellcome Sanger Institute en geleid door de Universiteit van Kopenhagen, heeft deze DNA-voetafdrukken gebruikt als een niet-invasieve manier om informatie te verzamelen over de biodiversiteit van insecten, waardoor er nieuwe inzichten kunnen worden verkregen in hoe de bestuiving kan worden bevorderd en hoe de biodiversiteit van insecten en gewassen kan worden beschermd tegen bedreigingen zoals de klimaatverandering.

Het is de eerste keer dat er in een onderzoek, dat op 6 december 2022 is gepubliceerd in Environmental DNA, DNA-voetafdrukken zijn gebruikt naast visuele waarnemingen om de insecten te volgen die door de gewassen worden aangetrokken, om te zien of er plagen zijn en om nieuwe manieren te vinden om nuttige insecten aan te trekken.

Het team ontdekte bijvoorbeeld het belang van wilde bestuivers zonder bijen, waarvan de impact eerder werd onderschat, en identificeerde meerdere plaagsoorten. Deze bevindingen kunnen leiden tot nieuwe strategieën, op basis van de specifieke insecten die een boomgaard of gewas bezoeken.

Dit onderzoek maakt deel uit van het project BEESPOKE, een samenwerking tussen verschillende partners, waaronder de Universiteit van Kopenhagen, beleidsmakers en onderzoeksinstellingen uit zes landen in het Noordzeegebied. Het doel van het project is om nieuwe producten en benaderingen te ontwikkelen om de diversiteit van insectenbestuivers en gewasopbrengsten te vergroten.

Gewassen hebben bijen en andere bestuivers nodig om stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen, zodat de plant zaden en vruchten kan produceren. Bedreigingen, zoals de achteruitgang van het aantal bestuivers als gevolg van gewasbeschermingsmiddelen en klimaatverandering, kunnen de opbrengst en kwaliteit van gewassen beïnvloeden, wat directe gevolgen heeft voor het levensonderhoud van veel mensen en de beschikbaarheid van voedsel in het algemeen.

Een omgeving die rijk is aan biodiversiteit, met een verscheidenheid aan nuttige bestuivers, kan gewassen helpen beschermen tegen deze bedreigingen. Daarom is het belangrijk om te weten welke insecten de gewassen bezoeken, hoe ze als groep samenwerken en welke soorten plaaginsecten er zijn, zodat er strategieën gevormd kunnen worden.

Momenteel wordt de insectengemeenschap in een gebied gevolgd door visuele waarneming. De aanwezigheid van waarnemers kan echter het gedrag van insecten veranderen. Visuele observatie is ook zeer tijdrovend en er kunnen bepaalde insectenpopulaties gemist worden, vooral die 's nachts voorkomen, aangezien de meeste observaties overdag worden uitgevoerd wanneer er voldoende licht is.

Lees het volledige onderzoek op www.eurekalert.org.

Following insect footprints to improve crop resilience and monitor pollinator biodiversity, WELLCOME TRUST SANGER INSTITUT, in Environmental DNA, DOI 10.1002/edn3.362

Publicatiedatum: