De belangrijkste grondstof voor organische teeltsubstraten is nog altijd hoogveen. Door het politieke en maatschappelijke debat over de impact van afgegraven veen op het klimaat staat het gebruik ervan steeds meer onder druk. Groene reststromen als compost, houtvezel en schors komen meer en meer in beeld als bruikbare hernieuwbare grondstof in teeltsubstraten.
De BVOR en de VPN – de Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten – onderkennen dit potentieel en hebben gezamenlijke ambities geformuleerd, om het aandeel van deze hernieuwbare grondstoffen in teeltsubstraten de komende jaren significant toe te laten nemen.
De inzet van meer compost en andere materialen in teeltsubstraten gaat echter niet vanzelf. Er moet een groter aanbod van groene reststromen beschikbaar komen en de kwaliteit van deze grondstoffen moet gegarandeerd zijn. Hier ligt een mooie uitdaging voor de keten: voor overheden om groene reststromen te sturen naar een hoogwaardige toepassingen in teeltsubstraten, voor BVOR-bedrijven om kwaliteitsproducten te leveren en voor substraatfabrikanten om open te staan voor innovatie met deze hernieuwbare grondstoffen.
Bron: BVOR