Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Opschalen aeroponics voor aardappelteelt in Rwanda

Rwandezen eten meer dan 100 kg aardappelen per hoofd van de bevolking per jaar en het heuvelachtige land biedt goede omstandigheden voor de teelt van dit gewas. Toch is de gemiddelde opbrengst minder dan de helft van wat deze onder optimale omstandigheden zou kunnen zijn, grotendeels omdat de meeste telers pootaardappelen van lage kwaliteit planten.

De aeroponics-technologie voor de teelt van miniknollen, een snelle vermeerderingsmethode waarbij de wortelsystemen van de aardappelplanten hangend groeien in ruimtes gevuld met een voedingsstofrijke nevel, werd daarom 13 jaar geleden in Rwanda geïntroduceerd als oplossing voor het nationale tekort aan pootaardappelen van een goede kwaliteit.

Op de traditionele manier wordt aardappelzaad van goede kwaliteit geproduceerd door ziektevrije in-vitro plantjes in potten te telen in een kas. Voor deze techniek is echter een substraat nodig dat met chemicaliën of stoom wordt gesteriliseerd, wat financiële en milieukosten met zich meebrengt. Daarnaast levert deze methode slechts 5 tot 10 miniknollen per plant op, terwijl planten in een aeroponics-systeem meer dan 100 miniknollen kunnen produceren. De aeroponics-technologie bood een kans om de productie te verhogen, de tijd die nodig is om miniknollen te kweken te verkorten en de teeltkosten te verlagen. Bovendien beperkt de technologie de verspreiding van ziekten.

De invoering van aeroponics in Rwanda was het resultaat van project Three-Generation (3G) van het International Potato Center (CIP), dat van 2009 tot 2011 door USAID East Africa werd gesteund. Het allereerste proefmodel werd in 2009 opgezet in de Musanze-faciliteit van de Rwanda Agriculture and Animal Resources Development Board (RAB).

Tijdens de uitvoering van het project leidde het CIP personeel en stagiairs van het RAB op in het bouwen en beheren van een aeroponics-kas en ontwikkelden ze een handleiding voor de productie van kwaliteitsaardappelen met behulp van aeroponics. Deze werd gedeeld met het RAB en andere partners.

Evariste Nsabimana, een van de toen opgeleide stagiairs, is momenteel productiemanager bij het door telers geleide Seed Potato Fund (SPF) Ikigega en een expert in de teelt van miniknollen via aeroponics.


Wetenschappers van CIP en RAB bezoeken de mega aeroponics-kas van SPF-Ikigega

"Toen de aeroponics-technologie werd geïntroduceerd in de RAB Musanze-faciliteit werden vijf andere stagiaires en ik opgeleid om een aeroponics-kas te bouwen en de teelt van miniknollen te beheren. Later nam het RAB contact met mij op en kreeg ik een baan aangeboden om de aeroponics- en traditionele kassen in de faciliteit te beheren. In de aeroponics-kas oogstten we 150.000 miniknollen uit 3.000 plantjes, terwijl we in de traditionele kassen slechts 72.000 miniknollen teelden uit 12.000 planten," legt Nsabimana uit.

Het vermenigvuldigingspercentage van de aeroponics-installatie van RAB was tien keer hoger dan de traditionele methode, wat aangeeft dat het inderdaad een goede oplossing is voor Rwanda's schaarste aan pootgoed van goed kwaliteit, iets wat de interesse van de regering in de technologie heeft verhoogd.

Goedkeuring door de overheid
Nadat het 3G-project in 2011 was afgelopen, bleef RAB de technologie onderhouden en promoten in het land. Tijdens een bezoek aan de RAB-faciliteit in Musanze bezocht dr. Agnes Kalibata, de toenmalige minister van Landbouw, het aeroponics-proefmodel en hoorde ze over de mogelijkheden van de technologie voor de teelt van pootaardappelen. Ze was zo onder de indruk dat ze opdracht gaf tot de bouw van twee aeroponics-kassen, elk met driemaal de capaciteit van het proefmodel, in de faciliteit van Musanze, met financiering van de Belgische Technische Coöperatie (nu ENABEL). Hierdoor werd de massaproductie van hoogwaardige aardappelknollen in het land gelanceerd, aangezien de twee kassen de capaciteit hebben om 900.000 miniknollen te produceren uit 18.000 plantjes.


Interieur van de mega aeroponics-kas van SPF-Ikigega

Particuliere sector
De aeroponics-faciliteiten bij RAB Musanze trokken de aandacht van veel telers, vooral zaadvermeerderaars. RAB heeft technische bijstand geleverd aan degenen die de technologie wilden leren en toepassen.

Urugaga Imbaraga, een tuinbouworganisatie die actief is in het district Musanze, bezocht de RAB-faciliteit om kennis te maken met de nieuwe technologie. De voormalige voorzitter van de organisatie, de heer Apollinaire Karegeya, was de eerste particuliere zaad-vermeerderaar in Rwanda die aeroponics ging toepassen. Hij opende in 2015 een faciliteit met ongeveer 2.500 plantjes en kon na 2,5 maand miniknollen oogsten. Het werd een modelbedrijf in de regio en veel telers en ontwikkelingsorganisaties bezochten hem om meer te leren over aeroponics.

Sindsdien hebben particuliere zaadvermeerderaars in het hele land de technologie overgenomen. Een van hen, de heer Bayingana Innocent in het district Rubavu, kreeg steun van USAID in het kader van het PSDAG-project (Private Sector Driven Agricultural Growth) om in 2017 een aeroponics-kas te bouwen. Andere faciliteiten werden vervolgens gebouwd door de telersgroep Abatubura Mbuto in het district Nyamagabe en Agri-Seed Africa in Musanze.

Dit zijn echter allemaal kleine bedrijven die te kampen hebben met uitdagingen zoals hoge elektriciteitsrekeningen en een gebrek aan kwalitatieve, betaalbare materialen voor de bouw, wat betekent dat er nog steeds onderzoek nodig is om de technologie te optimaliseren en dergelijke problemen op te lossen. Niettemin heeft, 13 jaar na de introductie van aeroponics in Rwanda, wat begon als een klein initiatief nu geleid tot de oprichting van een mega aeroponics-kas van het Seed Potato Fund (SPF) Ikigega.

De kas van SPF-Ikigega heeft de capaciteit om 540.000 miniknollen per seizoen te produceren, oftewel meer dan 1 miljoen miniknollen per jaar. De kas wordt ook volledig aangedreven door zonne-energie, wat de operationele kosten aanzienlijk vermindert en de winstgevendheid verhoogt.

"Toen we te maken kregen met een aantal uitdagingen, zoals hoge elektriciteitsrekeningen, besloten we innovaties door te voeren in de nieuwe mega aeroponics-kas, zoals zonne-energie en duurzame bouwmaterialen," legt Nsabimana uit.

Volgens Ian Baker, directeur van CIP's Global Potato Agrifood Systems Program, is deze kas van SPF-Ikigega de grootste aeroponics-faciliteit in Afrika ten zuiden van de Sahara.

"Het is hartverwarmend om te zien hoe het kleine zaadje dat in Rwanda werd gezaaid nu uitgroeit tot een grootschalige beweging. Ik ben RAB dankbaar dat ze ervoor hebben gezorgd dat de technologie van de publieke naar de private sector kon worden opgeschaald en ik dank USAID East Africa voor hun financiering omdat daarmee een waardevol zaadje werd gezaaid."

De weg vooruit
Volgens Jean Claude Nshimiyimana, een senior agronoom en projectmedewerker tijdens het 3G-project, zijn er nog steeds uitdagingen om het volledige potentieel van de aeroponics-technologie in Rwanda te bereiken. Zo zijn optimale constructiematerialen ter plaatse nog steeds niet beschikbaar, zodat zaadvermeerderaars die de technologie toepassen, gedwongen zijn lokale materialen te gebruiken die niet getest zijn op doeltreffendheid en een kosten-batenanalyse.

Er is ook behoefte aan onderzoeken naar de reactie van verschillende aardappelvariëteiten op aeroponics, om te zien hoe processen kunnen worden aangepast aan hun behoeften om de teelt te optimaliseren en of de standaard voedingsoplossing die beschikbaar is voor aeroponics moet worden aangepast aan de verschillende variëteiten. Daarnaast is er behoefte aan trainingen om de plaatselijke capaciteit voor het gebruik van aeroponics-systemen te vergroten, naarmate de technologie in het hele land steeds vaker wordt ingezet en om de bouw en het onderhoud te ondersteunen.

Terwijl dergelijke uitdagingen worden aangepakt, zorgt de uitgebreide aeroponics-capaciteit van Rwanda er nu al voor dat het aanbod van ziektevrije miniknollen groter is. Deze worden geteeld door speciaal opgeleide vermeerderaars van pootaardappelen, zodat telers een optimale opbrengst kunnen behalen. Op de lange termijn zal dit het inkomen van de telers verhogen en de voedselzekerheid van een groeiend aantal Rwandese inwoners verbeteren.

Blog van Donata Kizza, Jean Claude Nshimiyimana, Elke Vandamme en David Dudenhoefer 

Voor meer informatie:
CIP (International Potato Centre)
Avenida La Molina 1895,
La Molina Apartado 1558, Lima 12, Peru
Tel: +51 511 3496017
www.cipotato.org

Publicatiedatum: