Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Veenconvenant getekend, reductie gebruik centraal

Vanochtend is bij Kekkila-BvB in De Lier door een groep producenten, kennisorganisaties, NGO's, de Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN) en LNV het zogenaamde veenconvenant getiteld “Milieu-impact potgrond en substraten” getekend.

Het veenconvenant komt voort uit een Kamermotie van vorig jaar en vond toen veel weerklank. De CO2 die vrijkomt bij de winning van veen, het opraken ervan, bodem- en waterproblematiek in gebieden waar veel veen is afgegraven, vergelijkbare discussies in andere landen en tot slot de roep om veenvrije alternatieven zijn de voornaamste argumenten de problematiek formeel aan te kaarten.

Het convenant is opgesteld door VPN en LNV en behelst een aantal reductiedoelen. Daarnaast wil men naar een (semi-) verplichte certificering toe voor de professionele markt en naar meer en grootschaligere inzet van veenvervangers op de consumentenmarkt.

Doelstelling
Voor 2025 is de doelstelling te komen tot een groter gebruik van hernieuwbare grondstoffen (gemiddeld 35% voor professioneel gebruik, 60% voor consumentenmarkt) en het gebruik van compost te verdubbelen tot 600.000 m3. Ook is afgesproken voor veengrondstoffen alleen nog gebruik te maken voor 100% verantwoord gewonnen veen (RPP-label of gelijkwaardig).

Voor 2030 is de doelstelling het percentage hernieuwbare grondstoffen verder te verhogen. Voor de consumentenmarkt is het doel om minimaal 85% hernieuwbare grondstoffen te gebruiken. Voor de professionele markt zal in 2023 een onafhankelijk onderzoek naar de beschikbaarheid en milieu-impact van grondstoffen inzicht en onderbouwing moeten geven voor een nieuwe doelstelling voor 2030.

Voor 2050 is de doelstelling alleen gebruik te maken van substraten die geen negatieve milieu-impact geven in de keten en CO2-neutraal zijn. Het percentage hernieuwbare grondstoffen moet dan minimaal 90% van het totale ketenvolume bedragen.

8 miljoen kuub
De Nederlandse substraatsector bestaat uit ca. 20 bedrijven die tezamen ongeveer 8 miljoen kuub potgrond en substraat per jaar produceren. De belangrijkste grondstof voor deze producten is momenteel veen. Deze producten worden voor 80% gebruikt in de professionele markt (voedselproductie, sierteelt) en voor 20% in de consumentenmarkt (zak potgrond in de winkel)

De ondertekenaars van het convenant zijn: de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister voor Klimaat en Energie, De Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland, Vakgroep Paddenstoelenteelt van LTO-Nederland, Vakgroep Bomen, vaste Planten en Zomerbloemen van LTO-Nederland, Glastuinbouw Nederland, Plantum, Tuinbranche Nederland, Branchevereniging voor Organische Reststoffen, De Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten, Vereniging van Bloemenveilingen, Nederlandse Fruittelers Organisatie, Stichting RHP, Stichting RPP en de Stichting Turfvrij.