Een derde Agro-Nutri Monitor van de Autoriteit Consument en Markt beschrijft de prijsvorming in de keten, van boer tot de Nederlandse supermarkt. De monitor heeft de prijsvorming van zeven producten gevolgd: consumptieaardappelen, uien, peren, tomaten, champignons, dagverse melk en varkensvlees. Met de monitor wil de ACM inzichtelijk maken welke problemen bij de prijsvorming de verduurzaming van de ketens belemmeren.
Drie vragen stonden centraal:
- Hoe verhouden de vergoedingen die boeren en tuinders (extra) ontvangen voor het gangbare product en het biologische product zich tot de (extra) kosten en investeringen die boeren en tuinders moeten maken voor de productie?
- Hoe zijn de bruto- en nettomarges per eenheid product verdeeld over de schakels in de waardeketen, voor het gangbare en het biologische product?
- Wat zijn belangrijke verklaringen waarom verschillende consumentensegmenten – in Nederland en in belangrijke afzetlanden – niet bereid zijn om extra te betalen voor duurzamere producten?
De ACM trekt de volgende conclusies:
- In 2018-2020 geldt dat de marktprijzen de meerkosten van biologische productie voor de meeste onderzochte producten vergoedden, maar niet voor melk.
- De omschakelkosten voor producenten van gangbaar naar biologisch zijn substantieel, maar niet onoverkomelijk. De meeste producenten geven aan over te stappen vanwege het milieu of omdat de productiewijze beter past bij het bedrijf, en niet zozeer vanwege financiële redenen.
- De vergoeding voor gangbare duurzaamheidskeurmerken verschilt per product.
- Er zijn beperkte afzetmogelijkheden van producten met een niet-biologisch Nederlands keurmerk in het buitenland. Wel vindt er steeds vaker over en weer erkenning plaats van gelijkwaardige Nederlandse- en buitenlandse keurmerken (benchmarking).
- De brutomarge-verdeling in de ketens is in de periode 2017-2020 ongeveer gelijk gebleven.
- Voor de meeste producten is het aandeel van boeren en tuinders in de consumentenprijs voor de biologische producten hoger dan voor de gangbare producten.
- Verdeling van productierisico’s van landbouwproducten wordt door boeren en tuinders als oneerlijk ervaren. Ze vinden dat zij onevenredig veel risico lopen, o.a. door veranderende wetgeving en het weer.
- De betalingsbereidheid van de consument voor duurzamere producten is laag. In de supermarkt of winkel, maken de consumenten een afweging tussen de waarde die het voedselproduct voor henzelf heeft, de bijdrage die het product aan de verduurzaming levert, en de prijs die voor het product betaald moet worden.
- Consumenten die voor gangbaar kiezen, verwachten een hogere kwaliteit (betere smaak, gezonder en een grotere bijdrage aan het milieu en dierenwelzijn) bij een hogere prijs voor biologisch.
Bron: ACM