Partijen die grootschalig duurzame energie produceren konden van 28 juni tot 6 oktober SDE++-subsidie aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Om in aanmerking te komen voor subsidie hebben de producenten een transportindicatie van hun netbeheerder nodig. Het aantal aanvragen bij Liander liep bijna een kwart terug ten opzichte van 2021, mede doordat het elektriciteitsnet op veel plaatsen vol is.
Om toch ruim baan te maken voor meer zonnestroom op het net pleiten netbeheerders voor aangepaste regelgeving om het net efficiënter te gebruiken. Waaronder invoering van aantrekkelijke tijdgebonden contracten om het voor zonnestroomproducenten interessanter te maken om een deel van hun opgewekte stroom in de daluren aan het net terug te leveren.
Een transportindicatie geeft aan dat op het moment van aanvragen er transportcapaciteit op het elektriciteitsnet beschikbaar is of komt binnen de realisatietermijn die daarvoor in de SDE++-regeling staat. Het document biedt echter geen garantie dat het gevraagde transportvermogen in de toekomst daadwerkelijk beschikbaar is. Met deze controle wordt voorkomen dat projecten die niet realiseerbaar zijn vanwege schaarste op het elektriciteitsnet subsidie toegekend krijgen. Zo wordt zoveel mogelijk voorkomen dat subsidiegeld vast komt te zitten in projecten die uiteindelijk geen bijdrage kunnen leveren aan de klimaatdoelstellingen.
Minder aanvragen
Bij het online loket van Liander kwamen de afgelopen periode 1642 aanvragen voor een transportindicatie binnen. Dat is 22% minder dan bij de laatste subsidieronde. In totaal werd er voor 1778 megawatt aan vermogen aangevraagd, te vergelijken met bijna 500.000 woningen. Voor 83% van de aanvragen gaf Liander een transportindicatie af. Het gaat hier om een vermogen van 1247 megawatt. Het aantal afgegeven indicaties is ten opzichte van de vorige subsidieronde met 25% gedaald. Liander gaf het merendeel van de aangevraagde indicaties af aan ontwikkelaars van zonneweiden en zonnedaken. In 7 gevallen gaf Liander een indicatie voor een aanvraag voor windproductie, 16 aanvragen betroffen biomassa.
Elektriciteitsnet verder onder druk
Ook in deze subsidieronde blijft de windproductie ver achter bij zonnestroom. Hierdoor komt het realiseren van de klimaatdoelstellingen verder onder druk te staan. Liander blijft in de regionale energieregio’s aandacht vragen voor een goede mix van opwek van duurzame energie door wind- en zoninstallaties omdat hiermee veel voordeel is te behalen. Door het maken van systeemefficiënte keuzes kan tot wel 60% van de benodigde ruimte, tijd en geld voor infrastructuur worden bespaard. De maatschappelijke keuze voor alsmaar meer zonnestroom betekent dat er binnen de beschikbare tijd in totaal minder duurzame energie opgewekt kan worden. Ook lopen wacht- en realisatietijden op, gaan de maatschappelijke kosten omhoog en kunnen de netbeheerders het schaarse personeel niet inzetten voor essentiële werkzaamheden.
Opslag om capaciteit beter te benutten
De netbeheerders werken hard aan de grootschalige uitbreiding van het elektriciteitsnet. Daarnaast pleiten zij voor aanpassing van diverse wet- en regelgeving om het elektriciteitsnet efficiënter te kunnen gebruiken. Onder meer door zonneparken en grote zonnedaken alleen nog maar te realiseren samen met batterijen of direct gekoppeld aan verbruik van de opgewekte zonnestroom. Doordat producenten een deel van de zonnestroom tijdelijk opslaan in een batterij en buiten de piekdrukte om aan het net terugleveren, kunnen de netbeheerders meer producenten op het net toelaten en meer zonnestroom transporteren. Liander onderzoekt onder meer de mogelijkheden hiervoor in pilots die het samen met Giga Storage doet.
Meer congestiegebieden
Ruim 56% van de projecten die van Liander een transportindicatie ontvingen, bevindt zich in Flevoland, Gelderland of Friesland. In grote delen van deze provincies heeft het elektriciteitsnet van TenneT, beheerder van het hoogspanningsnet, zijn maximale capaciteit bereikt. Tennet onderzoekt momenteel of hier congestiemanagement mogelijk is. Is dat niet het geval, dan is er pas na verzwaring van het net door Tennet ruimte voor nieuwe initiatieven om grootschalig duurzame energie op te wekken. Dat zal naar verwachting meerdere jaren gaan duren. Hierdoor is de kans groot dat een verkregen SDE-beschikking niet gerealiseerd kan worden, omdat er niet tijdig transportcapaciteit beschikbaar is.
13 miljard euro subsidie
Sinds 2016 geeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) twee keer per jaar subsidie aan producenten die grootschalig duurzame energie willen opwekken. Vanaf 2021 heeft de RVO de subsidieronde teruggebracht tot een keer per jaar. Voor 2022 is er maximaal 13 miljard euro beschikbaar.
Bron: Liander