Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nieuwe galmug met potentie voor de bestrijding van weekhuid- en galmijten

Kleine mijten van de familie weekhuidmijten (Tarsonemidae) of galmijten (Eriophyidae) geven grote problemen in diverse teelten. De tomatenroestmijt of tomatengalmijt, Aculops lycospersici, kan veel schade geven in tomaat. Andere schadelijke mijten van deze familie zijn de tulpengalmijt, Aceria tulipae die problemen geeft bij de opslag van tulp en de bramengalmijt Acalitus essigi, die schade geeft aan de vruchten in braam Weekhuidmijten geven in de glastuinbouw veel bloemschade in de teelt van amaryllis, bromelia en gerbera.

In amaryllis gaat het om de narcismijt, Steneotarsonemus laticeps, in bromelia om de ananasmijt, Stenotarsonemus ananas en in gerbera is het vaak een mix van Tarsonemus violae en de begoniamijt Polyphagotarsonemus latus. Hoewel de teelten waar deze mijten problemen geven onderling totaal verschillen, hebben ze allemaal gemeen dat de mijten door hun extreem kleine afmetingen zeer lastig te bestrijden zijn. Roofmijten zijn in principe effectieve bestrijders, maar kunnen niet goed op de plekken te komen waar deze kleine mijten zich schuilhouden.

Inzet teeltafhankelijk
Entomologen van WUR Glastuinbouw hebben in een topsectorproject nieuwe natuurlijke vijanden voor de bestrijding van kleine mijten onderzocht. Gedurende dit onderzoek is de minuscuul kleine galmug Trisopsis tyroglyphi ontdekt, waarvan de larven goede predatoren bleken van zowel gal- als weekhuidmijten. De soort is voor het eerst gevonden in Nederland. De larven kunnen zich uitstekend ontwikkelen op de voorraadmijt Tyrophagous putrescentiae. Het was opvallend dat de juveniele ontwikkeling bij 15 graden bijzonder traag was (> 80 dagen). Bij 25 graden is de levenscyclus relatief kort, gemiddeld 23 dagen. De mugjes zijn zeer fragiel en leven slechts 4 dagen.

De toepassing van deze galmuggen als biologische bestrijder is erg teeltafhankelijk. In amaryllis werden ze diep in de bol gevonden waar ze predeerden op narcismijt, maar in de praktijk lukte het niet om deze galmug te laten vestigen. In Bromelia, onder meer vochtige en warme condities, bleek de galmug zich verrassend goed te vestigen in bloemen. De bijdrage aan de bestrijding van de ananasmijt of andere weekhuidmijten is echter nog niet aangetoond. Een proef met gerbera toonde aan dat de galmuggen wel kunnen bijdragen aan de bestrijding van de begoniamijt, maar een volledige bestrijding werd niet behaald.

Knoflook
Op knoflook is het beste resultaat behaald. Daar werd de tulpengalmijt voor meer dan 80% gereduceerd in behandelingen met de galmug, maar dit werd alleen gehaald wanneer werd bijgevoerd met de voermijt T. putrescentiae. We denken dat de galmug een interessante nieuwe bestrijder kan zijn voor bestrijding van weekhuid- en galmijten in tulp, begonia en mogelijk gerbera. De galmuggen zijn makkelijk en relatief goedkoop op voermijten te kweken en er is een ontheffing voor gebruik in de praktijk toegekend.

Bron: Wageningen University & Research 

Publicatiedatum: