Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Europese optie inkomenssteun werkt niet voor glastuinbouw volgens minister

Minister Staghouwer van LNV informeerde de Tweede Kamer vorige week over tijdelijke steun aan de agrarische sector vanwege de gevolgen de oorlog in Oekraïne. De Europese Commissie laat lidstaten toe om vanuit het Europees Landbouwfonds voor de Plattelandsontwikkeling de sector te steunen. Staghouwer ziet dit voor de glastuinbouw echter niet werken. 

Hij wijst op onderzoek waaruit de verwachting is dat gemiddeld genomen alleen in de glastuinbouw de stijgende prijzen onvoldoende zullen worden gecompenseerd tot het niveau van het inkomen van 2021. Nederland mag maximaal 14,5 miljoen euro inzetten voor steun. Het gaat om maximaal 5% van de beschikbare middelen
vanuit de tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor een eenmalige steunverlening. 

Gelet op het gesteld maximum van € 15.000 per bedrijf, kan aan ongeveer 970 glastuinbedrijven eenmalig aanvullende steun worden toegekend, rekent de minister voor. Dit betreft slechts een derde van het totaal aantal glastuinbouwbedrijven in Nederland. Daarmee zou slechts een relatief beperkt aantal bedrijven deze extra steun
ontvangen. Het verlagen van het steunbedrag om zo alle glastuinbouwbedrijven een steunbedrag toe te kennen, zou leiden tot een weinig effectief steunbedrag en niet in verhouding staan tot de kosten die voor de uitvoering gemaakt moeten worden. Daarom verwacht Staghouwer dat de geboden optie 'geen toegevoegde waarde zal hebben voor Nederland.' 

Bron: Ministerie van LNV