"We willen graag een bijdrage leveren aan het trainen van personeelsleden, zodat ze aan de slag kunnen gaan binnen de Controlled Environment Agriculture (CEA)-sector. Dat is nu heel belangrijk, gezien de enorme vraag naar geschoold personeel," zegt Murat Kacira, directeur van het Controlled Environment Agriculture Center en professor aan het Biosystems Engineering Department van de University of Arizona.
"Er zal vanaf nu een grotere instroom van studenten zijn, nu er internationaal veel aandacht is voor de voedselproductie in CEA. Dat bevestigt het belang van deze programma's: we moeten deze behouden en verder ontwikkelen, zodat we meer studenten kunnen verwelkomen en hen meer lessen kunnen aanbieden. Op die manier kunnen ze de kennis vergaren die nodig is binnen de tuinbouwsector."
Oefening baart kunst
De universiteit biedt verschillende vakken met betrekking tot engineering en de agronomische aspecten van CEA. Dat is op zich al uniek, meer er is ook geen enkele andere universiteit in Noord-Amerika die deze combinatie aanbiedt in één programma en op dat niveau.
Murat vertelt: "Dit is wat onze studenten nodig hebben en wat de CEA-sector eist van studenten die binnen de sector aan de slag willen gaan. Daar zijn afgestudeerden nodig die de biologie, engineering en technologie begrijpen, zodat de juiste omgeving kan worden gecreëerd voor de planten. De meeste van onze studenten vinden de CEA-sector interessant; we hebben studenten die werken in kassen of vertical farms, waar ze teler worden of gaan werken op een R&D-afdeling. Anderen promoveren en worden daarna onderwijzer en wetenschapper. Ze hebben uitstekende carrièremogelijkheden om uit te kiezen en ze worden vaak gevraagd door bedrijven in de CEA-sector. Zij zijn heel tevreden over de vaardigheden van de studenten en het onderwijs dat ze hebben gehad. We zijn echt trots op onze studenten."
De studenten halen hun kennis niet alleen uit boeken. Telen kun je namelijk alleen leren door het in de praktijk te oefenen. Om hun studenten die kans te geven, heeft de universiteit in totaal 29.000 m2 kassen beschikbaar, met 3 grote faciliteiten en 16 kleinere onderzoekskassen. Murat vertelt dat elke student een eigen sectie krijgt in de onderwijskas om eigen planten te telen. Ze zijn verantwoordelijk voor de plantzorg, gewasregistraties en het verzamelen van andere gegevens, het uitvoeren van analyses en het ontdekken van de optimale teeltomstandigheden voor het gewas. "Op die manier kunnen ze echt ervaren wat ze leren in de klas. Ze leren hoe ze de verschillende hulpbronnen met elkaar in balans moeten brengen voor de verschillende plantdelen, ze leren oogsten en snoeien en ze leren over andere plantgerelateerde onderwerpen. We bieden ook intensieve workshops aan, waarbij de volledige inhoud van een semester in misschien twee of drie dagen wordt aangeboden aan diegenen die meer willen weten over de gewasteelt in substraat."
Onderzoek maakt nog kunstiger
Naast deze belangrijke onderwijstaak voor het personeel van de toekomst speelt de universiteit nog een andere belangrijke rol in de sector: onderzoek. Momenteel werken ze aan verschillende projecten, zoals gespecialiseerde afdekmaterialen voor kassen.
"We hebben er belang bij om op dezelfde voetafdruk zowel voedsel als energie te produceren, zodat er een kassysteem ontstaat dat zelfvoorzienend is als het op energievereisten aankomt. Een ander onderzoek betreft quantum dots, een golflengte-selectief materiaal waarbij golflengtes naar andere golflengtes worden verplaatst. UV wordt bijvoorbeeld oranje-rood om de fotosynthese te verbeteren en de kwaliteit en de opbrengst van het gewas te vergroten."
Murat vertelt dat de universiteit, in samenwerking met andere universiteiten, ook de optimalisatie van omgevingsvariabelen onderzoeken in vertical farming-systemen. "Een van de grootste uitdagingen in vertical farming is de energie die nodig is voor de verlichting, koeling en ontvochtiging. We hebben projecten lopen voor het ontwikkelen van geavanceerde monitoring en toepassingen voor omgevingsbeheer. Daarmee kunnen we recepten en grenzen bepalen, zodat er aanzienlijke besparingen bereikt kunnen worden op het gebied van energie en hulpbronnen en het gebruik ervan efficiënter wordt."
Als laatste benadrukt Murat dat engineering wel veel voor elkaar kan krijgen, maar niet alles. Daarom wordt er in de onderzoeken ook gekeken naar nieuwe gewasvariëteiten die geschikter zijn voor de CEA-productie en hun biologische eigenschappen. "Op dit moment is er veel interesse in het microbioom en hoe we goede bacteriën kunnen gebruiken in substraatteeltsystemen om de opname van voedingsstoffen en meststoffen te optimaliseren, zodat er minder hulpbronnen nodig zijn en de productie wordt verbeterd. Ook de weerstand tegen ongedierte en ziektes van planten in CEA is een onderwerp waar veel interesse in is."
Voor meer informatie:
University of Arizona
arizona.ceac@gmail.com
www.ceac.arizona.edu