Netbeheerder Liander heeft een groothandel met koelcellen, die meer transportvermogen gebruikte dan contractueel overeengekomen, terecht transportcapaciteit geweigerd. Dat heeft de rechtbank Amsterdam eind oktober geoordeeld, zo werd onlangs bekend. Volgens de rechtbank heeft Liander voldoende aannemelijk gemaakt dat door de overschrijding door het bedrijf levering aan alle andere partijen op het elektriciteitsnet onder druk komt te staan. In het gebied is sprake van een capaciteitsprobleem voor transport van elektriciteit.
Het is voor het eerst dat Liander bij een klant binnen een congestiegebied het nakomen van het gecontracteerd transportvermogen heeft afgedwongen via een rechter. Reden hiervoor was dat een ondernemer in Noord-Holland zijn gecontracteerd transportvermogen herhaaldelijk overschreed.
Het is níet voor het eerst dat er een geschil tussen een netbeheerder en bedrijven ontstaat. Zo werd een tomatenteler, die vroeg om extra capaciteit maar het eerst niet kreeg, al eens in het gelijk gesteld. Ook andere (glastuinbouw)bedrijven lopen tegen groeibeperkingen aan nu het Nederlandse elektriciteitsnet steeds vaker vol zit.
Wachtlijsten voor grootverbruikers
Het gecontracteerd transportvermogen is een afgesproken piekbelasting die een ondernemer maximaal mag afnemen om zo overbelasting op het net te voorkomen. De betreffende ondernemer wil meer elektriciteit verbruiken en staat hiervoor op een wachtlijst. Liander kan in dit gebied namelijk geen klanten meer toelaten, omdat het elektriciteitsnet zijn maximale capaciteit heeft bereikt. Om deze en andere ondernemers meer elektriciteit te kunnen geven, moet Liander het elektriciteitsnet eerst uitbreiden.
Door de historisch grote vraag naar aansluitingen op het elektriciteitsnet en de vraag naar extra elektriciteit lopen de wachttijden op. Daardoor ontstaan er plaatselijk wachtlijsten voor grootverbruikers van elektriciteit. Liander laat naar aanleiding van de uitspraak in een bericht op haar website weten begrip te hebben voor klanten die in staat willen zijn hun bedrijfsvoering te continueren, maar dat dat niet ten koste mag gaan van andere klanten en de veiligheid van het elektriciteitsnet.