Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"Kunnen door nieuwe inzichten weer ploegloze mengteelt toepassen"

Zit er toekomst in polycultuur voor Nederlandse landbouw?

Tholen - 'The Future of Polyculture for Dutch Farming Systems' – een zevental studenten en alumni van Wageningen Universiteit ACT heeft hier onlangs onderzoek naar uitgevoerd, in opdracht van Bbrood. Op dinsdag 29 juni hebben ze online hun eindpresentatie gegeven. Uit de reacties van de toehoorders bleek met name dat mechanisatie een uitdaging blijft in de mengteelt. Veel boeren willen met polycultuur aan de slag gaan, maar het moet in de praktijk uiteraard wel uitvoerbaar zijn.

Reactie opdrachtgever
Opdrachtgever Martin Kullik (Bbrood) kijkt met een goed gevoel terug op de presentatie en het gehouden onderzoek: "Het rapport geeft interessante inzichten over wat polycultuur voor de Nederlandse akkerbouw zou kunnen betekenen in de toekomst. Het voorbeeld strokenteelt laat zien hoe polycultuur makkelijk en toegankelijk omgezet kan worden. Waar wij echt enthousiast van worden is dat we door nieuwe inzichten juist weer een soort ploegloze mengteelt kunnen toepassen waarin bewustzijn en ruimte ontstaat voor biodiversiteit. Biodiversiteit betekent dan ook dat we bedreigde inheemse akkerflora, dieren en insecten centraal stellen en niet uitsluitend de mens en onze eigen behoeftes. Antropocentrisme hebben we de afgelopen eeuwen al toegepast en nu zien we juist het resultaat daarvan: cash crops en climate change. Tijd om dit te veranderen."

Welk type interessant?
Uit het onderzoek kwam onder meer naar voren dat polycultuur een mooie stap zou kunnen zijn voor Bbrood. De onderzoeksvraag luidde: Hoe kunnen boeren die met Bbrood samenwerken omschakelen naar polycultuur? Belangrijk is in ieder geval om te bekijken welk type polycultuur (strokenteelt, rijenteelt of mengteelt) interessant is voor welke boerderij. De laatstgenoemde werkt het beste wanneer een oogstbaar en niet-oogstbaar gewas wordt gecombineerd.

Jan-Pieter Willemsen vertelde wat meer over de voordelen. Zo is er minder slijtage van machines wanneer je meerdere gewassen hebt staan. En er vindt een soort samenwerking plaats tussen planten. "De plaag- en ziektebeheersing is beter op orde dan in monocultuur. Verder ligt het Land Equivalent Ratio in polycultuur hoger. Dan haal je meer van je land af, kun je meer verdienen."

Uitdagingen en voorbeelden
De studenten erkennen dat er de nodige uitdagingen aangepakt moeten worden om polycultuur te laten werken in de praktijk. Zo ontbreekt het bijvoorbeeld vaak aan kennis over welke planten naast elkaar werken. Boeren hebben niet heel veel tijd om uitgebreid in de literatuur te duiken. Essentieel is wel dat ze er zeker van moeten zijn dat het iets op gaat leveren.

Lara Welling noemde vervolgens ook wat succesvolle voorbeelden uit de praktijk. Krautfürnix in Duitsland heeft zelf een machine gebouwd met een zeef die de gewassen scheidt bij het oogsten, wanneer er meerdere oogstbare gewassen door elkaar worden geteeld.



Advies voor Bbrood
Voorop staat dat per landbouwsysteem en specifieke boerderij het heel erg kan verschillen wat werkt. Mengteelt lijkt een goede optie voor polycultuur. Mengteelt met 1 oogstbaar gewas is volgens de onderzoekers voor alle boerderijen geschikt. Strokenteelt is geschikter voor het telen van meerdere gewassen, voornamelijk op biodynamische en natuur-inclusieve boerderijen (polycultuur heeft volgens de studenten een heel sterk positief effect op de onkruidbeheersing). De meest veelbelovende vlinderbloemige voor polycultuur lijkt de Aardaker te zijn, aangezien de knollen hiervan ook geconsumeerd kunnen worden. Diverse soorten op de rode lijst zijn ook interessant.

De studenten adviseren Bbrood en soortgelijke bedrijven die geïnteresseerd zijn in omschakeling om boeren te helpen en te stimuleren om te experimenteren met polycultuur. Belangrijk is ook om mensen te overtuigen dat het haalbaar en voordelig is. En de verschillende voordelen benadrukken: minder bodemerosie en verbeterde biodiversiteit bijvoorbeeld.



Verder is het zaak om een brug te bouwen tussen theorie en praktijk. Veel boeren gaven aan geëxperimenteerd te hebben, maar liepen tegen praktische problemen aan. Door juist uit te proberen kunnen praktische problemen opgelost worden. Bbrood kan daarvoor ook boeren koppelen aan kennisorganisaties.

Financiële ondersteuning kwam ook aan bod: een verzekerd vast inkomen voor boeren die polycultuur uitoefenen. Het kan voor hogere opbrengsten zorgen, wanneer het goed gebeurt. Boeren moeten zekerheid hebben en omschakeling brengt onzekerheid met zich mee. Moeten weten dat ze tegenvaller op kunnen vangen.

De studenten adviseren Bbrood om met name in te zetten op mengteelt. Op grote schaal is het namelijk wel mogelijk om een oogstbaar gewas met een niet oogstbaar gewas te integreren. De laatstgenoemde kan na de oogst achtergelaten worden op het vel. Hiermee kan je de schaal op peil houden en toch met polycultuur werken.

Reacties
Michiel Korthals adviseerde de studenten om nog eens te kijken bij Arjen van Buuren op Landgoed Velhorst in Lochem, omdat ze daar ook aan mozaïekcultuur doen. Hij had verder vooral praktische bezwaren, bijvoorbeeld over de oogstmachines en zeven die nodig zijn.

Ook Peter Keijzer van Louis Bolk Instituut luisterde naar de eindpresentatie. Hij gaf tijdens het vragenrondje aan dat ze tijdens onderzoeken onder meer tegen praktische zaken aanlopen en uitdagingen omtrent mechanisatie. "Wanneer je peulvruchten mengt met granen en deze in een keten met glutenvrije producten wilt afzetten, gaat dat niet werken. Vooraf moet je je goed realiseren wat je nu eigenlijk wilt."

Kwantitatief vervolgonderzoek?
De studenten gaven tot slot aan dat er zeker nog kwantitatief onderzoek nodig is. Deze eindpresentatie werd gehouden na slechts 8 weken onderzoek. Ze hopen vooral dat er een gemeenschappelijke kennisbank kan ontstaan. Hierin kan men kennis en ervaringen omtrent polycultuur gaan delen.

Extra diepgang
In het onlangs verschenen 'Het Akkerboek' (KNNV Uitgeverij) omschrijven Peter Verbeek, Udo Prins, Robert Ketelaar, Karl Eichhorn en Emiel Brouwer de ontwikkeling en beheer van kruidenrijke akkers, een aanrader voor wie extra diepgang zoekt.

Voor meer informatie:
Martin Kullik
Bbrood
mkillik@bbrood.nl 
www.bbrood.nl