Kortere transportlijnen voor sneller vervoer

Tholen - “Transport blijft altijd, maar het gaat veranderen,” zegt John Opstal, één van de drie broers die in 2016 Gebr. Opstal Transporten oprichtte. “Je moet continu blijven peilen, ook als kleine onderneming - wat kunnen we doen?”

De jonge ondernemers houden daarbij de blik gericht op de toekomst en stellen vast dat als alles steeds wordt gedaan op de manier zoals het was, er niets gaat veranderen. “En er moet toch echt wel wat gebeuren,” ziet John.

Duurzaamheid staat daarbij voorop. “Duurzaam is voor ons een heel breed begrip en omvat naast het milieu ook hoe we omgaan met personeel. Wij zijn een familiebedrijf en zien ons personeel als familie.”

Dat komt onder andere tot uiting in hoe de transportonderneming aankijkt tegen het tekort aan internationale chauffeurs, dat de transportbranche al enige jaren parten speelt. Voor Gebr. Opstal Transporten leidt dat er nu toe dat de groei belemmerd wordt en het zorgt ervoor dat aan het einde van de dag soms ‘nee’ verkocht moet worden op een transportaanvraag. “Je kunt groeien, maar daarvoor moet je wel chauffeurs hebben.”

De werktijden, en dan vooral die in de weekenden, en lange ritten blijken de grootste struikelblokken bij de zoektocht naar nieuwe chauffeurs, geeft John aan. “Zeven dagen in de week werken werd altijd voor lief genomen, maar zo standaard is dat niet meer. Als bedrijf moet je je aanpassen, anders wordt het lastig om chauffeurs te vinden.”

John, Barry en Stef Opstal richtten in 2016 Gebr. Opstal Transporten op

Werken met plezier
“Het gesprek aangaan met de opdrachtgever kan een oplossing bieden,” aldus John. “Als de opdrachtgevers begrijpen waarom zoveel chauffeurs afhaken, zijn er mogelijkheden. Vaak vergt het maar een kleine aanpassing bij ons en bij de opdrachtgever. Dat is te doen.”

Eén van de obstakels voor de chauffeurs zijn de weekendritten met vertrek op vrijdag voor levering op zaterdag en terugkomst op de standplaats op zondag. “Laten we eens naar die leveringen op zaterdag kijken. Soms is het, afhankelijk van de verkopen op zaterdag, mogelijk om op donderdag te vertrekken voor levering vrijdag of op zondag vertrekken voor levering vroeg op maandagmorgen, waardoor weekendritten vermeden kunnen worden. Dit soort oplossingen kun je alleen bereiken door in gesprek te gaan met elkaar.”

John stelt vast dat midden in een regio vol met exportgoederen – van Schiphol, de Rotterdamse haven, de Westlandse kassen en de bloemenveilingen – het vinden van internationale chauffeurs een breed probleem is. “We ervaren het allemaal en de vraag is: hoe lang blijf je volhouden dat werk werk is, zonder naar een oplossing te zoeken? Wij vinden het belangrijk dat onze werknemers met plezier werken.”

Fijnmaziger netwerk
John verwacht dat een andere ontwikkeling in de transportwereld ook kan bijdragen aan het aanpassen van de werktijden van de chauffeurs. Hoewel de groothandelsmarkt belangrijk zal blijven, voorziet hij een gedeeltelijke verschuiving naar een fijnmaziger distributienetwerk. “We focussen ons nog steeds op de groothandelsmarkt en die zal ook altijd blijven, maar tegelijkertijd geloven we ook steeds meer in leveringen dichterbij. Als de groenteboer in Parijs-centrum per telefoon zijn waren kan bestellen, wil hij ze ook voor de deur afgeleverd hebben. We zullen steeds meer direct de binnensteden van Parijs en Brussel ingaan richting de bedrijven, waardoor de lijnen korter worden en we ons materiaal breder inzetbaar maken. We gaan het sneller maken.”

Door met partners samen te werken voor vervoer naar de binnenstad, ontstaan kortere transportlijnen met werktijden die ervoor zorgen dat de chauffeurs minder lang van huis zijn. “Wij willen het werk zo begeleiden dat het aansluit op de wens van de chauffeurs.”

Gebr. Opstal Transporten verwacht dat de helft van haar exportlijnen op deze snellere en directere manier gaat werken. Tegelijkertijd wordt overigens ook gewerkt aan minder CO2-uitstoot. John geeft aan dat door de afstanden die gereden worden en de noodzaak om drie-assige vrachtwagens te gebruiken, het werken met alternatieve brandstoffen als waterstof, LPG of elektriciteit, afvalt. Voor de koeling zijn er wel mogelijkheden om CO2-reducerend te werken. “Eerdaags wordt voor de koeling gedeeltelijk HVO (hernieuwbare diesel) gebruikt waardoor er 80 tot 90 procent uitstootreductie gerealiseerd kan worden,” besluit John.

Dit artikel verscheen eerder in editie 6, 35e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.