Tholen - De tuinbouw maakt werk van groene gewasbescherming. Dat is de conclusie na een digitaal rondje gewasbeschermingsproeven gistermiddag. De resultaten van proeven met middelen die al op de markt zijn én van middelen die in de pijplijn zitten zijn veelbelovend.
Wel blijft het te allen tijde belangrijk middelen goed in te zetten, zeker op het moment dat een middel een andere werking heeft dan tot dan toe gebruikelijk. De negen producenten die op uitnodiging van Royal Brinkman over hun proeven in samenwerking met Vertify mochten vertellen wezen veelvuldig op de manier waarop hun middel het beste ingezet kan worden.
Vroeg inzetten
Als de teler een middel goed weet te gebruiken, dan is er veel mogelijk. Zo kan het gebruik van een nieuw schimmelbestrijdingsmiddel een komkommerteler een goede extra auto opleveren bij gebruik op 10 hectare. Wel is het dan belangrijk om het middel Prestop van producent ECOstyle in het beginstadium van de teelt tegen Mycosphaerella in komkommer goed op het blad aan te brengen, zo gaf Aukje Veldstra namens de producent aan de telers mee.
Beeld uit de proef met Prestop in komkommer. Hier het onbehandelde deel, zoals telers het in hun kas dus niet willen zien.
Hulpstoffen
Om gewasbeschermingsmiddelen optimaal in te zetten, worden in toenemende mate hulpstoffen gebruikt. Dorus Rijkers van Nufarm greep daarom de kans om eens goed op deze hulpstoffen in te zoomen.
Er zijn namelijk grofweg twee soorten: stoffen met een hechtende werking die maken dat een spuitvloeistof goed op het blad hecht én uitvloeiers, waarbij er soorten op oliebasis zijn en soorten op siliconenbasis. Door de bank genomen is de opname van producten op oliebasis beter, terwijl producten op siliconenbasis nog betere verspreidende eigenschappen hebben.
Belangrijk om te weten, want als een gewasbeschermingsmiddel zelf al sterk tot het blad weet door te dringen, dan kan gebruik van een hulpstof op oliebasis er teveel aan zijn. Conclusie: gebruik luistert 'toch wel nauw', maar als de instructies goed gevolgd worden dat wordt een 'goed' middel wel een 'supergoed' middel. En daarmee is dan een kostenbesparing te realiseren.
Onderkant raken
De nodige middelen die werden gepresenteerd hebben een contactwerking. Zeker dan is spuittechniek van groot belang. Spint bijvoorbeeld, zo is bekend, zit vaak aan de onderkant van het blad. Dan moet je dat blad ook goed dáár raken. Een andere randvoorwaarde kan temperatuur zijn in de teelt. Sommige 'goede' schimmels die bijvoorbeeld luis moeten bestrijden kiemen pas op een insect vanaf 20 graden Celsius. Ook een belangrijk detail.
Middelen versterken elkaar
Producenten ontwikkelen ondertussen vaak meerdere middelen tegelijk. Die middelen kunnen elkaar regelmatig ook versterken. Zo vertelde Jan Hulst van Bayer over een proef met Batavia tegen katoenluis in komkommer. Het middel kreeg vorig jaar een toelating in die teelt en werkt tweezijdig systemisch. Dat wil zeggen dat het product mee met de sapstroom omhoog gaat in de plant, maar ook weer naar beneden. Dat is volgens Jan uniek en maakt dat er een 'mooie herverdeling' van het middel in de plant is.
Toch kan het altijd nog beter. Bijvoorbeeld door Batavia, dat geen contactwerking heeft, te combineren met het gebruik van Requim of Flipper. Door die middelen te spuiten is er contactwerking en wordt de actieve stof nog sterker opgenomen door de plant, terwijl bijvoorbeeld de soms lastige onderkant van het blad via de systemische werking van Batavia ook meegenomen wordt in de bestrijding van luis.
Denk aan de biologische bestrijders
Telers gebruiken tegenwoordig ook veelvuldig biologische bestrijders. Daarom is het altijd ook van belang om bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te kijken naar de werking op dit natuurlijke leger. Zo maken producenten gebruik van bijvoorbeeld de 'goede' schimmels als werkzame stof tegen Botrytis.
Jos Tielen van Belchim stipte daarom bij zijn proef in tomaat met de biorational Vintec op basis deze goede schimmel aan dat er tussen toepassing van Vintect en bijvoorbeeld een schimmelbestrijdingsmiddel het beste wat tijd kan zitten. Als telers onder meer daar rekening mee houden, dan werkt de biorational optimaal en zien de snijwondjes er uit zoals rechts op de foto (en niet links).
Een beeld uit de webinarregistratie met hier de proef met Vintec in tomaat
MRL's
En dan zijn er nog de maximale residulimieten (MRL's). Ook hier letten producten scherp op. Een nieuw middel tegen wittevlieg in tomaat dat bij BASF in de pijplijn zit heeft daarom volgens Mark Selman 'een hele zachte formulering'. Daarmee kunnen telers het middel straks, naar verwachting, 73 keer per jaar toepassen. Er is geen sprake van MRL's en ook niet van een veiligheidstermijn. Daarmee belooft het het een makkelijk inzetbaar product te worden voor telers.
Dat laatste, makkelijk inzetbaar, moet telers als muziek in de oren klinken. Er verdwijnen immers steeds meer middelen uit de beroemde 'medicijnkast', terwijl het aantal bacteriën, schimmels, virussen en plagen niet óók afneemt.
Spuitlicentie verlengen
Tot slot dan nog één belangrijk detail: om de middelen te mogen gebruiken heeft de teler een geldige spuitlicentie nodig. Daarvoor moet hij of zij punten halen (het webinar gisteren telde vanwege de regels hiervoor niet mee)
De spuitlicentie moeten telers verlengen. Vanwege corona gold een coulanceregeling, maar per 30 april is die regeling voorbij. Telers zullen dus voor verlenging moeten zorgen. Meer informatie hierover bij het Bureau Erkenningen. En voor wie meer over het webinar wil weten en alle deelnemende producenten: terugkijken kan hier.
Voor meer informatie:
Royal Brinkman
www.brinkman.nl
gbm@royalbrinkman.nl