Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
voors en tegens Glastuinbouw NL en BE tegen elkaar afgewogen

Ik heb getwijfeld over België

Tholen - In vergelijking met de Nederlandse tuinbouw is België vaak een wat ondergeschoven kindje. Maar laten we onze Hollandse roeptoeter thuis en kijken we gewoon eens, dan kunnen we allicht van elkaar leren. Zo is er, weet Ruud Matthijssen van de Rabobank, in de Belgische tuinbouw dikwijls meer oog voor kwaliteit, en houdt bijvoorbeeld het meer pragmatische energiebeleid ons fanatieke ‘van het gas af’ mantra een spiegel voor.

Ruud is accountmanager België bij Rabobank en spreekt met Lambert van Horen, research specialist bij dezelfde bank, in een podcast over de Belgische glastuinbouw. Wat maakt de bedrijven daar succesvol en hoe kijken ze naar de ontwikkelingen in Nederland? Welke dingen doen ze ‘zoals wij’, wat doen ze anders, hoe ontwikkelt de sector zich?

Wat allereerst opvalt is de beperkte schaalgrootte ten opzichte van Nederland. De glastuinbouw in België bevindt zich hoofdzakelijk in de Noorderkempen, provincie Antwerpen, en in de regio’s Mechelen en Hoogstraten, waar naast een aantal specialistische, meer onafhankelijk opererende partijen twee toonaangevende afzetorganisaties de dienst uitmaken. Dat zijn uiteraard Coöperatie Hoogstraten, welke zich overwegend richt op de afzet van meer specialistische producten, zich meer ontwikkelt in de richting van categorie-specialist/kennisorganisatie en dat bovendien een sterkt aardbeienmerk heeft. En in de tweede plaats BelOrta in Mechelen, een afzetorganisatie met een meer traditioneel veilingkarakter, een ‘one stop solution’ voor de retail.

86 verschillende regeringen
Is het makkelijk om in België een glastuinbouwbedrijf vestigen? Dat valt, zo vertelt Ruud, nog best wel tegen. Er is niet echt een tuinbouwgebied, kavels van 10 ha of meer zijn praktisch niet te vinden. Dat geldt voor heel België en heeft primair van doen met het politieke landschap. Op mogelijk de Belgen zelf na weet niemand in de wereld hoeveel parallelle regeringen er zijn, een gegeven dat maakt dat zaken minder integraal en op landelijk niveau (kunnen) worden bekeken.

Arbeid
Waar de overheid weer wel een sterke positie in neemt is op het gebied van arbeid. Op nationaal niveau is bepaald dat tijdelijke werkkrachten voor bepaalde tijd geen sociale lasten hoeven te dragen. Men hoopt op die manier mensen meer mogelijkheden te bieden zich in een bepaalde richting te kunnen ontwikkelen en ervaring op te doen. Daarom zijn arbeidskosten per m2 in België lager dan in Nederland. De ‘normale’ arbeidskosten liggen echter iets hoger.

Subsidie op gas
Een ander punt van verschil is zichtbaar op het thema energie. Hoewel initiatieven worden ontplooid vindt aardwarmte vooralsnog geen doorgang. Dat heeft, weet Ruud, twee redenen. Ten eerste is de versnippering van bedrijven te groot: voldoende aaneengesloten glastuinbouw om dergelijke projecten rendabel te maken zijn er nauwelijks. Ten tweede is de energiestructuur in België anders. In het verleden heeft men meer ingezet op kernenergie, nu wordt meer geanticipeerd op wind en zon. Waait het niet, dan kan een tuinder zijn WKK aanzetten, een oplossing die vanuit overheidswege wordt omarmd en waarvoor flinke subsidies worden vergeven.

Kwaliteit
Een laatste punt waarin de tuinbouw in België verschilt van die in Nederland zit hem in een andere strategie. In België kent men het merk ‘Flandria’, wat al zo’n 25 jaar bestaat en wat, in een woord, staat voor ‘kwaliteit’. Weliswaar boet dit vooral in het binnenland wat in aan belang, iets dat volgens Ruud mogelijk is te wijten aan de opkomst van steeds meer private labels, maar in het buitenland is het merk nog altijd sterk gewaardeerd en onderscheidend. En dat heeft van doen met die vermeende strategie. Waar of niet, dat moet u zelf maar uitmaken, de stelling is de volgende: waar de Nederlander de focus legt op schaal en efficiëntie, is de Belg meer gericht op smaak en kwaliteit.

Twijfel
Al weer een aardig tijdje geleden, besluiten de heren hun conversatie, zong Het Goede Doel ‘Ik heb getwijfeld over België’. Voor wat betreft de tuinbouw in België, waarin zet hem de twijfel? Recapitulerend is dat eenvoudig te zeggen. Een florerende tuinbouw in België is gebaat bij een betere politieke organisatie, daadkrachtig bestuur en een visie op ruimtelijke ordening. Wat de sector echter voor heeft op de Nederlands kasteelt is een sterker ontwikkeld gevoel voor branding en kwaliteit, en een – noem het realistischer, noem het onafhankelijker, noem het domweg verstandiger – energiebeleid. In Nederland bezigen we graag de frase ‘van het gas af’, maar besluit Ruud voorzichtig, misschien leiden er meer wegen naar Rome.

Klik hier om de podcast terug te luisteren.