Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Geen kans voor spint in aubergineteelt

In de aubergineteelt kan spint in het voorjaar de kop opsteken. Een combinatie van de roofmijt Phytoseiulus-System en de galmug Feltiella-System is effectief tegen deze lastige plaag. “De galmug zoekt zelf de haarden op en legt er eitjes in. De larven zijn bijzonder vraatzuchtig”, vertelt Biobest-adviseur Stefan Bohte.

De meeste auberginetelers hebben inmiddels roofmijten geïntroduceerd in het gewas tegen trips, bijvoorbeeld Montdorensis-System of Swirskii-System. Zodra telers spint constateren in het gewas, kunnen zij Phytoseiulus-System en Feltiella-System gaan inzetten.

“De roofmijt Phytoseiulus persimilis is effectief en werkt direct tegen spint. Hou er wel rekening mee dat een sterke swirskii-populatie de ontwikkeling van Phytoseiulus in de weg kan zitten. Die lust namelijk wel een eitje van Phytoseiulus. Met Transeius montdorensis heb je daar minder last van.”

Galmug zoekt zelf haarden op
Wie Phytoseiulus-System combineert met Feltiella-System kan spint nog beter te baas. Stefan: “Deze galmug vliegt namelijk rond en zoekt zelf spint op in een kas. Feltiella acarisuga kan haarden vinden die honderden meters uit elkaar liggen. De galmug legt eitjes in een spinthaard. Zodra die uitkomen, kan elke larve wel 30 spintmijten in diverse stadia opeten.”

Overleg over inzet middelen
Wie spint toch niet onder controle krijgt, kan eventueel pleksgewijs een chemisch of biologisch middel inzetten. “Zo lang de kop van de plant nog groen is, is dat niet nodig. Wij adviseren telers altijd eerst te overleggen met hun adviseur. Hij weet of het middel goed te integreren is met de biologie in de kas. Op onze website kunnen telers per middel eenvoudig opzoeken of dit is toegestaan en hoe zij dit moeten toepassen. Telers kunnen er ook de neveneffectenlijst checken.”

Voor meer informatie:
Biobest Group
www.biobestgroup.com
info@biobestgroup.com

 

 

Publicatiedatum: