Tholen – Ontwikkelingen vanuit de politiek en de maatschappij hebben Klasmann Deilmann circa vijf jaar geleden doen besluiten nog intensiever in te zetten op veenalternatieven. Sindsdien passeerden al zo’n 100-150 veenalternatieven de revue. Sommige stoffen zijn inmiddels ook al in nieuwe substraatmengsels verwerkt, variërend van een paar procenten tot soms zelfs al de helft, zoals in aardbei- en perkgoedsubstraat. Het in 2015 opgerichte innovatieteam van de van oorsprong Duitse substraatproducent stimuleert en ondersteunt het transitieproces vanuit Schiedam.
Fons van Nierop en Co-Anne van Waaij
Innovatieteam
Dat het innovatieteam juist in Nederland is gevestigd, is best wel bijzonder, vertelt Fons van Nierop, hoofd verkoop bij Klasmann-Deilmann Benelux. “Ons bedrijf heeft Duitse wortels en verkoopt inmiddels in 92 landen substraten voor de professionele markt. Dat doen we met 27 dochtermaatschappijen voor in- en verkoop, productie en o.a. ook houthandel. Klasmann Deilmann Benelux is er daar een van. Sinds de oprichting van het innovatieteam hebben wij jonge talenten aan ons weten te binden. Met hen zijn we aan de slag gegaan met de gefaseerde en gecontroleerde overgang naar veenalternatieven.”
Grondstoffen in eigen beheer
Klasmann-Deilmann heeft als substraatproducent de grondstofstromen in eigen beheer. Dat was lange tijd dus voornamelijk veen. “Vanaf het moment dat we de switch hebben gemaakt en op zoek zijn gegaan naar alternatieven voor veen zijn daar o.a. houtvezel, compost en kokos bij gekomen. Ook deze gecertificeerde grondstoffen hebben we inmiddels in eigen beheer. Met houtvezel en compost waren we één van de eersten en dit jaar wisten we ook kokos in eigen beheer te krijgen, na de overname van Shakti Cocos BV door Bol Peat, een dochteronderneming van Klasmann-Deilmann.”
GreenFibre, houtvezel dat succesvol is in substraten voor aardbeienteelt
Veenalternatieven
Klasmann Deilmann stelt zichzelf als doel om in 2025 over de hele linie 30% minder veen te gebruiken, oftewel dus 30% hernieuwbare grondstoffen van (an)organische oorsprong in substraten te gebruiken. In Nederland liggen de doelstellingen zelfs nog wat hoger, weet Fons. “En het veen dat we gebruiken, is RPP gecertificeerd. Dit is een label voor verantwoord geproduceerd veen. Veen zal de komende tientallen jaren zeker nog een belangrijk onderdeel zijn van onze substraten, dit om op veilige en constante wijze aan de vraag te voldoen.”
Data verzamelen
In de perkgoed- en aardbeienteelt kweken telers inmiddels al op substraten met daarin voor de helft veenalternatieven verwerkt. Recente proeven, laten zien dat die substraten niet onderdoen voor traditionele substraten. Belangrijk, want hoewel er vanuit o.a. afnemers en overheden veel druk wordt uitgeoefend op het beperken van toepassing van veen, blijft het ten alle tijden belangrijk dat een substraat met hernieuwbare grondstoffen tot vergelijkbare of betere resultaten leidt. Het vinden van een ‘nieuwe gebruiksaanwijzing’ bij het nieuwe recept is vaak de uitdaging.
Om dat laatste te kunnen realiseren en ook met data te staven, is gestart met de ontwikkeling van Log & Solve. Dit is een digitaal teeltlogboek waarin telers alles over hun teelt vast kunnen leggen en altijd kunnen raadplegen.
In een volgend artikel vertelt Co-Anne van Waaij, nauw betrokken bij de ontwikkeling van Log & Solve, veel meer over de mogelijkheden en toekomstige ontwikkelingen van deze digitale tool.
Voor meer informatie: 
Klasmann-Deilmann
www.klasmann-deilmann.com