Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jantine Heemskerk en Peter van Duijvenbode (Heemskerk):

“We komen dit jaar uiteindelijk uit op het niveau dat we voor corona begroot hadden”

Tholen - In 1960 legde Wim Heemskerk als zoon van een échte groentefamilie de basis voor Heemskerk met de productie en verkoop van zakjes gesneden soepgroenten op de Groothandelsmarkt in Amsterdam. In 60 jaar tijd is het uitgegroeid tot een modern bedrijf waar wekelijks zo’n 3,5 tot 4 miljoen verpakkingen de deur uit gaan naar grote retail- en fastfoodketens.

Wim overleed in 2018, zoon en algemeen directeur Cor Heemskerk staat al sinds 1989 aan het roer van de snijderij.  Commercieel Directeur Jantine Heemskerk en Operationeel Directeur Peter van Duijvenbode vertellen in dit interview over de marktontwikkelingen in het coronajaar en de nieuwbouwplannen.


De directie van Heemskerk bestaand uit Peter van Duijvenbode, Cor en Jantine Heemskerk

Hoe hebben jullie dit coronajaar beleefd?
Peter: “De impact op de organisatie was en is heel groot. We hebben hier, inclusief uitzendkrachten, 1.100 mensen aan het werk. Je wilt daarmee geen risico nemen. We hebben gelijk maatregelen genomen met afscheidingen tussen werkplekken, gesplitste pauzes enzovoorts. Ook zijn we meteen heel streng geweest om mensen met klachten naar huis te sturen. Gelukkig hebben we relatief weinig besmettingen gehad. Tot eind september bleef het beperkt bij één positief getest persoon.

Inmiddels hebben we meer besmettingen gehad, maar dankzij een strak intern opgezet proces met triage en bron- en contactonderzoek hebben we de schade kunnen beperken. Wel kosten al die inspanningen veel tijd en ook veel geld, maar we kregen zo wel snel grip op de situatie. Bijvangst is dat je nog beter inzicht krijgt op de verbeteringen die je in je processen kunt doorvoeren.”

Jantine: “We kunnen ook wel stellen dat het energie heeft gegeven om het werk geregeld te krijgen. Zeker gedurende de hamsterweken kreeg de omzet een gigantische ‘uplift’. Roerbakgroenten en soepgroenten waren tijdens de eerste golf niet aan te slepen. Dat heeft een aantal weken geduurd. Je kunt onze gesneden groenten tenslotte ook niet al te lang bewaren.

Op een gegeven moment kwam de rust terug in de supermarkten. Wel zien we een gewijzigd consumentengedrag. Zeker de afzet van maaltijdsalades heeft gevolgen van corona, meer dan we vooraf gedacht hadden. Die misten toch de out-of-home-consumptie. Dat geldt ook voor de fruitsalades, die daarbij ook nog eens gevoeliger zijn voor acties en weersomstandigheden. Hoewel we best mooi weer hadden, lag de zomerpiek hiervan toch lager dan andere jaren. Een categorie als verspakketten deed het daarentegen wel weer heel erg goed. Al met al verwachten we dit jaar op het niveau uit te komen dat we vooraf begroot hadden. Wel verwacht ik dat deze coronacrisis ook structurele verschuivingen zullen teweegbrengen. Zo begint  het belang van gezonde voeding bij de consument duidelijker te worden en heeft ook het online bestelgedrag een vlucht genomen.”

Hoe belangrijk is de Nederlandse markt voor jullie en waar liggen de exportkansen?
Jantine: “Nu is Nederland nog steeds goed voor 85 tot 90% van onze omzet, maar we willen wel dat ons omzetaandeel in Nederland kleiner wordt. Met Picnic zijn we nu ook in Duitsland van start gegaan en we hopen dat daar de langverwachte doorbraak van gesneden groenten eindelijk gaat doorzetten. De Duitse retailmarkt is behoorlijk conservatief ingericht met vaak dezelfde producten tegen lage prijzen. Waar in Nederland het aandeel bewerkte groenten op 30-35% ligt, is Duitsland van 3 naar 5% gegaan. Er zit dus beweging in, maar het gaat heel langzaam.

Ik geloof dat de Nederlandse cijfers in Duitsland ook mogelijk zijn, maar de laatste tien jaar is er relatief weinig veranderd en de focus op vernieuwing is door de coronacrisis ook even minder geworden. Daarom is onze samenwerking met Picnic ook zo interessant, want dat zijn de consumenten die open staan voor vernieuwing. Alleen de data die we daarmee opbouwen, is al heel waardevol. We zijn blij dat we op deze manier de volgende stap kunnen zetten. Daarnaast zijn voor ons de Belgische en Scandinavische markt interessant en ontwikkelen we een concept voor een Poolse afnemer.”

Jullie concullega Hessing koos met een vestiging in Venlo om zich dichtbij de Duitse markt te vestigen. Is dat voor jullie geen overweging geweest?
Jantine: “Nee, wij willen zoveel mogelijk vanuit één locatie werken en willen dat doen vanuit Rijnsburg, waar onze roots liggen. We streven een leveringsbetrouwbaarheid van 100% na en komen daar met 99,8% heel dichtbij in de buurt. Naarmate je meer locaties krijgt, wordt dat veel  ingewikkelder. Cors’ opa zei altijd: Waar je niet bent, wordt je haar niet gewassen. Wij hebben gekozen voor een nieuwbouw aan de overkant van ons huidige pand en dat is al ingewikkeld genoeg.”

Wat is de planning van de nieuwbouw en hoe gaat het eruit zien?
Peter: “Volgend jaar zomer moet de nieuwbouw gereed zijn. Hiermee vergroten we onze bedrijfsoppervlakte in twee fases van 27.500 naar 43.500 m2, dus dat is een behoorlijke uitbreiding. We gaan de nieuwe productielijnen gefaseerd opschalen en beschikken dan over voldoende capaciteit om toekomstige groei snel op te kunnen vangen. Een key-woord in de nieuwbouw wordt robotisering. Daar zijn we al vijf jaar volop mee bezig en dat gaan we in de nieuwbouw verder uitrollen. Zo hebben we nu al robots voor verdelen van filiaalorders van onze klanten, het ontkernen van ijsbergsla en het opleggen van bijvoorbeeld zakjes dressing, waardoor er al veel minder mensen aan de lijn staan.

We hebben nog heel veel wensen waar we nu volop aan werken, maar dit zijn wel trajecten van een lange adem. We zijn dan ook blij dat we dit proces vijf jaar geleden ingezet zijn. Je hebt niet ineens op een regenachtige namiddag een robot aan het werk, dat vergt veel tijd, geduld en investering. Uiteindelijk lukt het altijd wel, maar het duurt altijd langer dan je vooraf hebt ingeschat. Je hebt nou eenmaal met een levend product te maken, dat niet altijd vormvast is. Andijvie is zo’n voorbeeld van een product dat lastig automatisch te verwerken is, al zijn we nu dicht in de buurt om dit voor elkaar te krijgen.

Daarnaast blijven we natuurlijk ook volop in de weer met de meer traditionele technieken. Pompoenen waren een aantal jaar geleden nog een klein product. Nu verwerken we dagelijks een serieus volume. Ook daar hebben we een speciale lijn voor ontwikkeld. Het aantal mensen op die lijn is daardoor gereduceerd van tien naar drie. Dit artikel heeft ons flink geld gekost maar op deze manier krijg je de kosten meer onder controle. Uiteindelijk zullen we in de toekomst met minder mensen het werk moeten doen. Zeker vóór corona was dit een must, want de loonkosten schoten exponentieel omhoog en geschikte mensen zijn schaars geworden, die trend gaat zich in de toekomst wel verder doorzetten.

Het mooie is dat je in zo’n moderne verwerkingsfabriek met robots ook aantrekkelijker wordt voor nieuwe medewerkers. Daarnaast zien onze huidige mensen het ook niet als een bedreiging voor hun baan, maar eerder is het tegenovergestelde het geval. Maar we trekken de automatisering breder. Zo zijn we met onze leverancier Sormac ook druk bezig met het wasproces, waarbij ook duurzaamheid een belangrijk thema is. We willen geen onnodig water verspillen en zijn ook op dat front bezig met zuiveringstechnieken.

Ook ontwikkelen we door met de interne logistiek. Op de huidige locatie werken we op de orderpicklocaties voor onze bulkklanten al met AGV’s (Automatisch Geleide Voertuigen) en die willen we in de nieuwbouw volledig inzetten. Hoewel volume en het inrichten van onze fabriek hierop cruciaal is, willen we juist ook een goede invulling hebben voor de producten met een kleiner volume.

Sinds september van dit jaar hebben we een ‘kleine-serie-fabriek’ binnen onze fabriek. Een soort mini-fabriek waar we hele kleine productruns maken. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat we sneller kunnen innoveren. Onze ijsslalijnen verwerken bijvoorbeeld 2.000 kilo per uur, dat wil je liever niet afbreken voor een batch van 60 kilo van een nieuw mengsel. Daar hebben we nu dus een oplossing voor. “

In 60 jaar is er heel wat gebeurd. Hoe gaan jullie het vieren?
Jantine: “Op 1 januari begon onze grondlegger met de productie en verkoop van zakjes soepgroenten. Zo’n 100 zakjes per dag, met de hand in de schuur achter het woonhuis. Dat is uitgegroeid tot dagen waarin waarin Heemskerk 800.000 verpakkingen maakt. Dit alles was niet mogelijk geweest zonder de inzet van alle medewerkers en leveranciers en het vertrouwen van onze klanten.

We vieren het 60-jarig jubileum in bescheiden vorm, zoals het bij ons past. We hebben getrakteerd, er rijdt een speciale jubileumtruck rond en we hebben zelf een Heemskerk-glossy gemaakt. Een groot feest zit er voorlopig vanwege Corona niet in. We vinden het eigenlijk ook veel leuker om vooruit dan terug te kijken, al kan ik ook wel genieten van de foto’s uit het verleden.”

Hoe belangrijk is het om een familiebedrijf te zijn?
Jantine: “Wij weten niet beter. Het grappige is wel dat veel mensen denken dat ik een dochter van Cor ben, maar we zijn generatiegenoten. Onze opa's waren broers en Cor is dus mijn achterneef. Ik vind dat ideaal. We zijn dichtbij genoeg familie om elkaars nukken te kennen, maar tegelijkertijd ver weg genoeg dat je niet continu bij elkaar bent. Het is dan ook niet zo dat we met allemaal broers en zussen in het bedrijf zitten, maar tegelijkertijd heeft Heemskerk wel alle kenmerken van een familiebedrijf. Hoewel we onze investeringen weloverwogen doen, gaan we niet alle cijfers achter de komma uitrekenen en wachten we niet op dikke rapporten van onderzoeksbureaus. Pragmatisme voert de boventoon.

Uitdaging is om die cultuur ook vast te houden. Naarmate je groter wordt, heb je meer specialisten van buitenaf nodig, maar we proberen de organisatie plat te houden. Iedereen moet benaderbaar zijn en op de hoogte zijn wat er zich in de dagelijkse operatie afspeelt. We nemen snel besluiten en houden ervan om onze mouwen op te stropen. Dat past ook bij onze branche, waarin je snel moet schakelen. Als een nieuwe klant zich meldt, dan zeggen we geen nee. In alle dynamiek en hectiek moet je dan wel de rust bewaken en het overzicht houden. Daar moet je tegenkunnen en als het je past, heb je de mooiste baan van de wereld. We zien dan ook dat mensen hier er of snel achter komen dat het niet werkt of ze blijven hier heel lang werken. Het is voor ons dan ook geen vraag of we wel zelfstandig willen blijven. Zowel Peter als ik zouden niet goed passen binnen een formelere corporate organisatie.”

Van waar betrekken jullie de grondstoffen en is dat met de weersextremen van de laatste jaren houdbaar?
Peter: “In de zomer komt een groot deel van onze producten uit Nederland, waarbij we het motto aanhouden ‘hoe dichterbij, hoe beter’, ook om onnodige transportkilometers te vermijden. Daarnaast werken we in de wintermaanden met leveranciers uit Spanje, Frankrijk en Italië, vaak zijn dit contacten waar we al jaren lang mee werken.

We hebben de wens om zoveel mogelijk bij de bron te sourcen. Schakels er tussen moeten toegevoegde waarde hebben, anders heeft het geen zin. De meeste grondstoffen betrekken we dan ook rechtstreeks. Maar voor producten als overzees fruit werken we veelal samen met Hollandse importeurs. Helemaal inspelen op weersextremen kun je natuurlijk niet. Wel hebben we goed gekeken om onze grondstoffen in te delen in risicoprofielen. Op basis daarvan kijken we naar het minimale en maximale volume wat we nodig hebben en zorgen we voor een goede geografische spreiding. Als de nood aan de man is, kan het wel eens nodig zijn om bijvoorbeeld in de Verenigde Staten groenten in te kopen, maar dit zijn uitzonderingen en we kunnen eventuele weersextremen door de geografische spreiding doorgaans goed opvangen.”

Is Planet Proof een belangrijk item bij jullie?
Jantine: “Vrijwel al onze grondstoffen zijn On the way to PlanetProof-gecertificeerd of hebben een vergelijkbaar certificaat. Wij hebben gemerkt dat er veel koudwatervrees in onze sector bestond voor deze certificering, maar het is ons erg meegevallen hoe we deze exercitie konden maken en het overgrote deel van ons assortiment paste zonder al te veel moeite in dit schema. Voor een aantal grondstoffen geldt dit niet jaarrond, maar daarover hebben we goede afspraken kunnen maken met onze retailklanten. Tegelijkertijd zien wij PlanetProof niet als doel op zich. Uiteindelijk willen wij al onze grondstoffen duurzaam inkopen, ongeacht het keurmerk.

Hoe groot is jullie biologische assortiment?
Jantine: “Ons bio-assortiment is heel beperkt. We hebben het in ons assortiment, omdat bepaalde afnemers er naar vragen, maar in totaliteit zijn de volumes erg laag. Als single item verkopen we producten als rucola of spinazie nog in redelijke volumes biologisch, maar voor een volledige biologische roerbakgroentemix is de vraag beperkt. Wij geloven ook niet zozeer in biologische producten, maar vooral in duurzame producten. Het werken met dierlijke mest, zoals in de biologische teelt veel gebeurt, is een bron voor ziekteverwekkers en dat is met onze strikte voedselveiligheidsnormen lastig te combineren. Ook kwalitatief en qua presentatie passen de bioproducten lang niet altijd binnen onze normen. Wij geloven ook dat de consument een duurzaam product wenst en dat is niet per definitie een biologisch product.”

Voeren jullie veel gesprekken met veredelaars om specifieke verwerkingsgroenten te introduceren?
Jantine: “We voeren veel gesprekken met veredelaars en onze telers. Meeldauwresistente rassen zijn bijvoorbeeld een belangrijk aandachtspunt, maar ook specificaties op vorm en grootte kunnen van belang zijn. Wij hebben daarin soms andere wensen dan supermarkten. Maar dit zijn wel lange trajecten, niet iets wat je zomaar geregeld hebt. We geloven wel erg in ketensamenwerking. Er zit ook veel kennis bij de telers, die weten precies wanneer welke rassen het beste kunnen worden ingezet. Die ervaringen gebruiken we graag, omdat je hierdoor steeds beter zicht krijgt op je grondstoffenefficiency. Als je ziet hoeveel er soms in de keten verspild wordt, dan ben je soms beter uit als je een ander ras duurder inkoopt. Daar kunnen en willen we nog de volgende stap in maken.”

Komt er meer concurrentie op de markt?
Jantine: “Iedereen gelooft in convenience en met name binnen de retail zijn de ontwikkelingen de laatste jaren hard gegaan. Tegelijkertijd is de markt voor bewerkte groenten wel meer volwassen geworden en is de explosieve groei eruit. We zien steeds meer buitenlandse partijen hun intrede doen op de markt. Binnen Nederland is de koek aardig verdeeld tussen de gevestigde partijen. Zo wordt altijd gesteld door buitenstaanders, maar niets is voor eeuwig. Daarom moeten we ons blijven focussen op innovatie van producten, processen, concepten en kostenefficiëntie.”

Tot slot, wat zijn de trends voor Kerst?
Jantine: “We verwachten dat de verspakketten met Kerst veelgevraagd zullen zijn. We hebben hier een aantal mooie varianten in, die zowel voor het voor-, hoofd- als nagerecht zijn te gebruiken. Zo maken we het de consument gemakkelijk, hoewel die zelf de emotie houdt om de producten te snijden en te bereiden met behulp van een bereidingsfilmpje via een QR-code. En verder horen onze rucola, spruiten en pompoenen standaard tot de toppers met Kerst!” 

Dit artikel verscheen eerder in editie 12, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
www.heemskerkfresh.com