Na zes jaar vertrekt Algemeen directeur Michiel F. van Ginkel binnenkort bij ZON. Speciaal voor ZON magazine blikt hij in dit interview kort terug op de afgelopen jaren. Via Skype overigens, want thuiswerken is nog steeds de norm bij ZON.
Kun je je eerste week bij ZON nog herinneren?
‘Wat me van mijn start is bijgebleven, is dat in het begin iedereen me bleef vragen of ik het Limburgs dialect wel verstond. Ik heb heel vaak uitgelegd dat ik op veel plekken in binnen- en buitenland heb gewerkt en dat ik me overal verstaanbaar heb kunnen maken. Als ik bij ZON een vergadering met medewerkers of telers had, sprak bijna iedereen dialect tegen elkaar, maar tegen mij Nederlands. Ik geloof niet dat ik een keer een situatie heb meegemaakt waarin ik niet verstond wat er gezegd werd.’
Hoe kijk je terug op die zes jaar ZON?
‘Daar kan ik eigenlijk kort over zijn. ZON is een fantastisch mooi bedrijf waar ik altijd met geweldig veel plezier heb gewerkt. Het is heel bijzonder om directeur te hebben mogen zijn bij een bedrijf dat zo verankerd is in deze regio, dat heb ik als Amsterdammer echt kunnen merken. Telers, pers, overheden, iedereen heeft een mening over dit bedrijf. Ik was graag nog een paar jaar doorgegaan in deze functie, maar soms lopen zaken anders en dat heb je dan te accepteren.’
In je eerste interview met ZON magazine, in 2014, gaf je aan dat een van je belangrijkste opdrachten was om te zorgen dat er weer rust in het bedrijf en bij de medewerkers kwam. Is dat gelukt als je er nu op terugkijkt?
‘Eigenlijk zou je dat aan de medewerkers moeten vragen. Ik heb veel energie gestoken in het bouwen van de organisatie, professionaliseren van de processen en in het geven van meer vertrouwen en verantwoordelijkheid aan de medewerkers. We zijn de afgelopen jaren twee keer uitgeroepen tot Best Workplace, de medewerkerstevredenheid scoort een zeer royale voldoende en het ziekteverzuim is al jaren niet meer zo laag geweest. En medewerkers hebben me vaak aangegeven dat ze het goed naar hun zin hebben en blij zijn met het vertrouwen en de verantwoordelijkheid die zij nu ervaren om hun werk te doen. Daar ben ik eerlijk gezegd best een beetje trots op. We hebben goed gemotiveerde en kundige medewerkers die weten waar ze mee bezig zijn en voor wie ze het doen.’
Wat zijn voor jou hoogtepunten in de afgelopen jaren?
‘In z’n algemeenheid is dat voor mij met name dat ZON weer aansluiting heeft gevonden bij de kop van het peloton van tuinbouwcoöperaties, om het maar eens in wielertermen te zeggen. ZON werd jarenlang toch een beetje gezien als die eigenwijze club uit het zuiden, die zich feitelijk had teruggetrokken op Fresh Park Venlo. Ik heb er veel tijd in geïnvesteerd om figuurlijk gesproken de ramen open te zetten en te zorgen dat we landelijk weer meer in de picture kwamen. Telers zien daar niet altijd het belang van in, maar ik ben blij dat bestuur en RvC altijd achter dat beleid hebben gestaan. Het is mooi om van collega’s in den lande te horen dat we daarin zijn geslaagd. Een ander hoogtepunt is de manier waarop we onze marktplaats zo succesvol hebben ontwikkeld. Zo is het veilen van product van Spaanse coöperaties zeker een van de belangrijke stappen die ZON in de laatste jaren heeft gezet. En laten we ook zeker de verkoop van Fresh Park Venlo aan Hines niet vergeten. Het heeft wel enige overtuigingskracht gekost maar inmiddels is nagenoeg iedereen positief over deze unieke vastgoedtransactie.’
Zijn er ook zaken die niet zijn gelukt?
‘Zeker wel, alleen maar successen zou natuurlijk té mooi zijn. Hoewel we naar mijn overtuiging als ZON de goede dingen doen, zijn we er helaas onvoldoende in geslaagd nieuwe leden aan ons te binden. Het krimpende ledenbestand is voor de toekomst van ZON zeker een zorgpunt, niet alleen vanwege het aantal telers, maar nadrukkelijk ook omdat het direct gevolgen heeft voor de breedte van het assortiment en de beschikbaarheid van producten uit dat assortiment. Ik constateer in dat verband overigens een spagaat bij veel bestaande leden, die enerzijds aangeven dat ZON meer energie moet steken in acquisitie van nieuwe leden maar anderzijds afhoudend zijn als het om uitbreiding binnen hun eigen productgroep gaat. Terwijl het product van zo’n potentieel lid natuurlijk toch wel op de markt komt, ook als die teler zich niet bij ZON aansluit.’
‘Ik vind het ook jammer dat we niet meer tijd hebben gekregen om onze duale verkoopstrategie, met aan de ene kant de versterking en uitbouw van de klok en aan de andere kant het accountmanagement, verder door te ontwikkelen. Naar mijn mening kan zowel de kleinere teler als de grote teler binnen die strategie een goede route naar de markt vinden. Binnen een afzetorganisatie met zo’n gemêleerd ledenbestand als bij ZON is het niet eenvoudig iedere teler en elke productgroep mee te krijgen en snelheid in het proces te behouden.’
In het vorige nummer van ZON magazine noemde extern commissaris Frans Fredrix Bol.com een mooi voorbeeld voor ZON als het gaat om het openstellen van de klok voor derden.
‘Ja, daar ben ik het van harte mee eens. Hoe breder het productassortiment aan de klok wordt, hoe aantrekkelijker deze is voor de kopers. En dan maakt het niet uit of het gaat om paprika van een ZON-teler of om mandarijnen van bijvoorbeeld een Marokkaanse coöperatie. Bij Bol.com kun je bijna elk denkbaar product bestellen, maar in heel veel gevallen zijn dat producten die door hun concurrenten worden aangeboden. Wat Bol.com goed begrijpt, is dat de breedte en diepte van het assortiment kopers bindt.’
Ben je tevreden over de wijze waarop we bij ZON met corona omgaan?
‘Corona was een onbekende uitdaging voor iedereen en dus ook voor ZON. Maar ik durf hier zeker te stellen dat alle medewerkers van ZON zich maximaal hebben ingezet waardoor het Nederlandse teeltseizoen nagenoeg vlekkeloos is verlopen. We hebben dan ook meteen toen corona uitbrak intern een Corona Preventie Team samengesteld, waarmee we in de eerste weken tweemaal per week via Microsoft Teams vergaderden. Ik geloof oprecht dat we door de snelle en effectieve maatregelen die we als team hebben genomen, en waarvan thuiswerken een belangrijke basis vormt, corona tot dusverre letterlijk en figuurlijk buiten de deur hebben kunnen houden. En het belangrijkste: ik heb van veel klanten grote waardering mogen ontvangen over de wijze waarop wij hen zijn blijven bedienen in deze voor iedereen zo lastige periode.’
De provincie Limburg gaat stakeholders uit de tuinbouw interviewen om te achterhalen hoe wordt gedacht over opschaling van de regionale afzetstructuur. Hoe kijk je daar tegenaan?
‘Samenwerking heeft alleen zin als alle betrokken partijen overtuigd zijn van de meerwaarde die deze samenwerking voor hen oplevert. Ik ben er wel van overtuigd dat ZON een bijzondere rol en verantwoordelijkheid heeft als afzetorganisatie in deze regio. Zonder een sterk ZON vrees ik dat deze regio moeite zal houden haar positie als mooiste tuinbouwgebied van Nederland te handhaven.’
Wat gaat je volgende stap worden?
‘Dat zal de tijd leren. Gedurende de zes jaar bij ZON heb ik veel geleerd en ik hoop dat in een volgende rol te kunnen toepassen’.
Bron: ZON Magazine