Globalisering van handelsstromen is een feit. Nederland is daarbij een spil in het web, zeker als het over groenten en fruit en bloemen en planten gaat. Een zestal plantgezondheidsspecialisten reageert in het nieuwste nummer van Buitenstebinnen op zes (prikkelende) stellingen. De conclusie na stelling 3: "Fytosanitaire garanties vanuit het productiesysteem moeten kloppen."
De specialisten
Helma Verberkt vertegenwoordigt de Nederlandse telers in de voedingstuinbouw en sierteelt. Zij is beleidsspecialist en programmamanager Plantgezondheid bij Glastuinbouw Nederland.
Hendrik Jan Kloosterboer vertegenwoordigt de handelsbedrijven in bloembollen en boomkwekerijproducten als secretaris van Anthos.
Harrie Koenraadt is senior onderzoeker bij team Research & Development van Naktuinbouw.
Peter Bonants is onderzoeker bij Wageningen University & Research (WUR) en heeft een centrale rol in het programma Fytosanitair.
Maikel Aveskamp werkt als manager van het team plantenziekten bij het Nationaal Referentie Centrum (NRC) van de NVWA.
Peter Leendertse is adviseur bij CLM, een onafhankelijk kennis- en adviesbureau voor land-bouw, voedsel, natuur en milieu.
Stelling 3: Nieuwe ziekten en plagen horen erbij
We krijgen steeds vaker te maken met nieuwe ziekten en plagen. Dit is een gevolg van klimaatverandering en internationalisering, geven zowel Kloosterboer en Verberkt aan. “De internationale handel is bij uitstek de route om organismen over grote afstanden over de wereld te slepen”, legt Kloosterboer uit. “Als er geen vertrouwen is dat zendingen vrij zijn van ziekten en plagen gaat iedereen elkaar checken. Indien nodig gaat men elkaar de maat nemen, bijvoorbeeld door weer opnieuw te toetsen bij import. Daarom zijn garanties vanuit het productiesysteem zo belangrijk. Die moeten kloppen.”
“Internationale standaarden van de International Plant Protection Convention van de FAO (Food and Agriculture Organization, onderdeel van de Verenigde Naties) zijn belangrijk om te zorgen dat iedereen dezelfde criteria gebruikt. Individuele landen voeren vaak risicoanalyses uit om te bepalen of ze import gaan toestaan. Dat proces neemt veel tijd in beslag en duurt soms jaren. Dat belemmert handelsbedrijven om marktkansen te benutten.”
“Laten we vooral praktisch handelen, snelheid houden en systemen borgen. Hierbij is vertrouwen in elkaars controlesysteem een heel belangrijk element. Wij willen graag markttoegang voor onze producten. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat landen vertrouwen hebben in ons keuringssysteem. Ontvangende landen hebben soms onvoldoende in beeld hoe we dat hier doen. Daarom nodigen we internationale delegaties uit om mee te kijken.”
Verberkt: “Het is een feit dat ziekten en plagen op veel plaatsen aanwezig zijn. Verbeterde detectietechnieken kunnen dat duidelijk maken. Met een alertlijst kun je daar goed op reageren. Verder moeten we ook leren relativeren. Wij werken met de natuur. Daar horen ziekten en plagen ook bij. In een aantal gevallen moeten we ermee om kunnen gaan. In andere gevallen moeten we ze duidelijk uitbannen of elimineren.”