Er zijn wereldwijd 1750 genenbanken met grote collecties en veel gegevens over de eigenschappen van de monsters. In mei 2020 is het EU project AGENT gestart met als doel een digitale infrastructuur te ontwikkelen om deze gegevens te integreren. Hiermee kan het potentieel van de genenbank collecties beter benut worden door veredelaars.
Er wordt geschat dat er 7,4 miljoen monsters bewaard worden in genenbanken wereldwijd. Elke genenbank heeft echter zijn eigen werkwijze om het materiaal te beheren en gegevens over dit materiaal te verkrijgen en op te slaan. Hierdoor is het niet goed bekend wat de mogelijkheden zijn van de bewaarde genetische diversiteit. Daarnaast bestaat er veel overlap tussen de collecties.
Verbeterde toegang tot genetische diversiteit
In het EU project AGENT (‘Activated Genebank NeTwork’) zullen tarwe- en gerstcollecties van Europese genenbanken gebruikt worden om standaarden te ontwikkelen voor het bewaren, beschikbaar stellen en het systematisch genotyperen van collecties. Voor het laatste zal een biotechnologische infrastructuur ontwikkeld worden, waardoor de kennis van de genetische diversiteit van de collecties beter geanalyseerd kan worden en beschikbaar kan worden gemaakt. Daarnaast zullen Europese genenbanken in het verleden verkregen fenotypische gegevens zodanig standaardiseren dat ze in een systeem geïntegreerd kunnen worden.
19 Instituten uit 16 landen zijn partners in AGENT dat gecoördineerd wordt door de Duitse genenbank IPK in Gatersleben. Het project krijgt in de komende vijf jaar in totaal 7 miljoen euro uit het EU Horizon 2020 programma.
Rol van Wageningen Research
Wageningen Research zal bij verschillende activiteiten betrokken zijn. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) zal, samen met het Laboratorium voor Plantenveredeling, bijdragen aan het ontwikkelen van een biotechnologische infrastructuur. Deze infrastructuur zal ook gebruikt kunnen worden voor andere gewassen. Daarnaast zal CGN zaad van 500 monsters tarwe en 500 monsters gerst beschikbaar stellen voor genotypering. Ook zullen historische fenotypische gegevens in het project geanalyseerd worden. Daarnaast speelt CGN een leidende rol in trainingen en de implementatie van een controlesysteem om de kwaliteit van genenbanken te bepalen en te verbeteren.
bron: Wageningen UR