Tholen - De buitenlandse vraag naar kennis en kunde over tuinbouw is enorm. Steeds vaker blijkt die kennis en kunde een sleutelfactor om een project goed te laten draaien. En terecht, want wie goed rondkijkt, ziet kassen leegstaan omdat de teelt of organisatie zo slecht was, dat het niet rendabel bleek door te gaan, zo vertelt Jan Vrins van Bilancia Horticulture Projects.
Het bedrijf, dat internationale telers begeleidt, voorzag een tekort aan ervaren telers en een alleen maar verdere groei van glastuinbouwprojecten (totdat corona voorbij kwam, al is alles weer aardig op gang geschoten) en besloot daarom zich te storten op de oude roots, namelijk het schrijven van educatieve basisopleidingen.
Rondlopen op het project gaat niet altijd
De eerste, 'Organisatie in de tuinbouw', is inmiddels af. "Uitgangspunt is steeds dat het beginniveau bijna nul is en het eindniveau van de cursus zou moeten liggen op het niveau van de vroegere Rijks Middelbare Tuinbouwschool, tegenwoordig het niveau 'startend middenmanager'."
Het aantal ervaren Nederlandse tuinders dat voor langere tijd naar het buitenland wil om een project te begeleiden en de teelt te verzorgen neemt af. Toch is het juist die kennis en kunde die van grote waarde is bij het opzetten van projecten in het buitenland ziet Jan. "Op het project rondlopen, met de mensen ter plekke zaken bespreken, uitleggen en ze gelijk handelingen voordoen, is de meest optimale manier van begeleiden. Maar dat is niet altijd te realiseren, zoveel mag nu ook met corona wel duidelijk zijn."
Basiscursus
Een goed cursusdocument lezen kan echter wel altijd. De cursus 'Organisatie in de tuinbouw' is de eerste, de basismodule. "In de cursus 'Organisatie' komt o.a. het taken- en bevoegdhedenschema aan de orde. De cursist leert dan dat er vanuit het middenmanagement diverse specialisten opgeleid zouden moeten worden. Zo is op dit moment de cursus bemesting ('fertilizers in substrate') klaargemaakt (een demo van de cursus is hier te zien). Deze wordt nog voorafgegaan door een korte introductie in de scheikunde."
Ook de basiscursus 'Klimaat' is geschreven. "Daarin worden de principes van het klimaat uitgelegd." Het is nadrukkelijk een 'basiscursus', vertelt Jan. "Met bijvoorbeeld de cursus 'Klimaat' wordt de basis gelegd voor verdere ontwikkeling. De cursus gaat niet in op de instellingen in de klimaatcomputer. Dat is een stuk 'vervolg' wat de toeleverancier van de klimaatcomputer dient aan te leveren. In onze cursus 'Klimaat' gaan wij in op algemene zaken zoals het Mollierdiagram, de p-step en p-band."
Een screenshot uit de cursus.
Aan de cursussen 'Integrated Pest Management' en 'Plantfysiologie' wordt nog gewerkt, vertelt Jan. "Alle cursussen zijn in het Engels en ook vertaald in het Russisch en Uzbeeks."
Gemixt leren
De cursussen zijn bedoeld voor mensen die nu of mogelijk in de toekomst een functie als middenmanager (gaan) vervullen, waarvoor veelal specialisatie nodig is, maar ook voor studenten in de tuinbouw.
Volgens Jan heeft het tuinbouwonderwijs zich altijd heel goed kunnen onderscheiden van andere mbo-opleidingen doordat de scholen zich bij de kas, praktijkcentra, bevonden.
"Er was een nauwe band van de school met het bedrijfsleven en de leerlingen hadden naast theorie ook praktijklessen en stage. Het grote voordeel van de combinatie van praktijk en theorie hebben we in de cursussen proberen vast te houden. De cursussen zijn als e-learning opgezet, zodat de student zich in eigen tijd en tempo de stof eigen kan maken. Maar er is ook een praktijkcomponent, waarbij de cursist een aantal opdrachten dient uit te voeren."
Gedurende de periode dat een cursus voor een student wordt opengesteld, zal vanuit Nederland de voortgang van elke student nauwkeurig worden gemonitord. "Er zal regelmatig contact zijn tussen de docent en de student via mail, Skype of elke andere mogelijk manier van communiceren die men wil."
Examen
Wanneer een student een cursus heeft afgerond en alle opdrachten met goed gevolg heeft gedaan, kan de cursist ervoor kiezen een examen te doen. Een examen bestaat uit drie onderdelen:
A. Een schriftelijk examen, waarin de student blijk geeft de theorie te beheersen.
B. Een praktijkexamen, waarin de student een aantal opdrachten moet uitvoeren binnen een kas en het resultaat aan de docent moet laten zien.
C. Een mondeling examen, waarin de student laat zien dat hij/zij de stof volledig heeft begrepen en kan uitleggen op welke wijze hij/zij bepaalde opdrachten oplost.
Bij goed gevolg zal een certificaat worden verstrekt.
Bilancia Horticulture Projects heeft de cursussen in nauwe samenwerking opgezet met e-learningtraining in Den Haag. Op dit moment worden besprekingen gevoerd met Lentiz, Tomatoworld en Agro-Exim voor het uitzetten van deze 'basiscursussen'. Daarnaast zijn de cursussen tegen betaling ook op te vragen bij Bilancia in LMS. Demo's staan inmiddels hier online voor wie nieuwsgierig is.
Voor meer informatie:
Jan Vrins
+31 (0) 6 55 72 50 75
Bilancia Horticulture Projects
www.bilancia.nl
info@bilancia.nl