Tholen – De smiley met opgetrokken wenkbrauwen zegt eigenlijk al genoeg. Slechts vier groepen micro-organismen zijn er opgenomen in de nieuwe EU-verordening 2019/1009 om als biostimulant aangemerkt te worden. Normaal gesproken zou het nu de tijd zijn geweest om als sector invloed uit te oefenen op de voorgenomen plannen, maar ja, corona…
Toch is het zaak nu de opmerkelijke keuze ‘van Brussel’ te bestrijden, meent Piet Boonekamp van belangvereniging Artemis. “De wet die in 2022 in moet gaan, is in de huidige vorm veel te beperkt, waardoor veel goede, nu al met succes in onder andere de kas ingezette biostimulanten ‘illegaal’ dreigen te worden.”
Foto rechts: Piet Boonekamp bij de ondertekening van het Tuinbouwakkoord.
Pijplijn
Dat laatste maakt het voor producten en distributeurs van biostimulanten erg onzeker en ook stilaan onmogelijk om door te blijven ontwikkelen. Want als de geplande wet niet flink herzien wordt, vallen allerlei stoffen die nu ‘in de pijplijn’ zitten buiten de boot.
“Ook internationaal overigens”, benadrukt Piet, die tijdens een internationaal biostimulantencongres november vorig jaar in Barcelona zag wat er allemaal al mogelijk is. “Voor weerbare gewassen zie ik een belangrijke rol weggelegd voor biostimulanten. Niet voor niets zet Nederland vanuit overheidswege enorm in op plantgezondheid en weerbare gewassen met inzet van natuurlijke middelen.”
Regulering
Dat ze bij Artemis en bij de leden de wenkbrauwen fronsen over de Europese plannen wil overigens niet zeggen dat de regulering an sich niet positief wordt verwelkomd. “Regulering is juist goed, zodat er niet, zoals je nu helaas wel ziet gebeuren, van alles op de markt wordt gebracht en er de naam ‘biostimulant’ op wordt geplakt. Wel is het zo dat nu in Nederland de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit al ingrijpt als er ten onrechte gewasbeschermingsclaims worden gemaakt.”
Veilige keuze
Waarom er slechts vier groepen micro-organismen in de lijst, met o.a. ook allerlei andere organische stoffen tot aan zeewier aan toe, zijn opgenomen, laat zich volgens Piet vrij eenvoudig raden. “Het zijn de vier ‘veiligste’ groepen om te kiezen. Het zijn micro-organismen uit drie bacteriegroepen Azotobacter spp, Rhizobium spp, Azospirillum spp., en de schimmelgroep Mycorrhiza.
Voor deze vier groepen is gekozen omdat er geen enkele stam bekend is met een potentieel risico voor mens, dier en milieu. Maar daarmee vallen tientallen microbiële producten die nu al wererldwijd als biostimulant op de markt zijn buiten de boot.”
Duidelijkheid gewenst
Dat nu de consultatieperiode voor het Nederlandse Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming 2030 is uitgesteld, net als overigens voor het omvangrijke Green Deal programma van de EU waarover Artemis ook een zienswijze in heeft gediend, betekent dus niet dat Artemis rustig blijft afwachten, getuige het bericht met de nadenkende smiley. “Nee, want hoe sneller er duidelijkheid is, hoe beter dat is voor onze leden. Zij hebben een belangrijke sleutel in handen als het over weerbaar telen gaat, maar dan moet de Europese wet straks niet dwars gaan liggen.”
Voor meer informatie:
Artemis
www.artemisnatuurlijk.nl
Piet Boonekamp
info@artemisnatuurlijk.nl