Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Slaplanten op water 'zijn verwend' en kunnen dus minder goed tegen stress

Telen op water wordt al jaren in kassen toegepast, meestal in een gesloten systeem waarin water met toegevoegde voedingsstoffen circuleert. Noorse telers telen onder andere krulsla op deze manier.

De wortels van de planten groeien en nemen de voeding op die ze nodig hebben. De voedingsstoffen die niet opgenomen worden, worden opgeslagen in grote tanks. Daar worden voedingsstoffen toegevoegd en schadelijke stoffen er uitgefilterd, waarna het water weer langs de planten stroomt. Die cyclus herhaalt zich ongeveer één keer per uur, waardoor de behoefte aan water en voeding altijd gedekt is.

De methode kan wel makkelijk voor schade aan de bladpunten van oudere slaplanten en aan de bladranden van jonge bladeren zorgen. Nu wijst onderzoek uit dat er een verband kan zijn tussen stress bij planten en schade aan de bladranden.

Stress in het ontspannen slaleven
Eerder werd de schade vooral toegeschreven aan een gebrek aan calcium, nu werkt plantenprofessor Sissel Torre van de NMBU (Milieu- en Biowetenschappelijke Universiteit van Noorwegen) aan een andere theorie: ze denkt dat het gebrek aan calcium slechts een van de factoren is. Torre denkt dat de geoptimaliseerde teeltomgeving en het ontspannen leven van de sla de oorzaak kan zijn. Daarom bezorgt ze de planten nu dagelijks stress door verschillende klimaatfactoren te veranderen om zo de reactie van de planten te kunnen onderzoeken.

De slaplanten zijn een beetje verwend
Wat vooral opvalt, is dat de schade vaker ontstaat als de sla in water geteeld is, terwijl de overige omstandigheden gelijk zijn aan in aarde geteelde planten.

Torre: “Als planten in aarde groeien, dan varieert de hoeveelheid water en voedingsstoffen, maar als ze in water geteeld worden, dan zijn water en voeding de hele tijd toegankelijk. De planten kunnen slechter tegen veranderende omstandigheden omdat ze een makkelijk leven gewend zijn.”

Vooral voorjaar garant voor stress
De planten kunnen zich niet goed beschermen tegen snelle veranderingen zoals variërende lichtomstandigheden als de zon op een zonnige dag achter een wolk verdwijnt. Volgens Torre ontstaat de meeste schade in de lente en de minste in de zomer. ’s Zomers zijn de omstandigheden de hele tijd zwaar, zelfs in een kas, omdat de planten tijdens hun hele ontwikkeling sterk zonlicht moeten verdragen. In de Noorse kassen wordt ook in de winter krulsla geteeld, maar met behulp van kunstlicht, en als de omstandigheden stabiel en constant zijn, is de schade het grootst.

Schade aan de bladranden kan in het ergste geval een oogstverlies van tot 20 procent geven. Soms kan dat leiden tot leveringsproblemen bij telers. Omdat de schade zo groot kan zijn, wordt er in de branche hard gewerkt aan het vinden van oplossingen.

Optimale groei geeft minder stresstolerantie
Telers willen dat de planten snel groeien, onder andere vanwege energieverbruik, maar het nadeel van een snelle groei is dat de planten minder bestand zijn tegen stress en ze kleine veranderingen niet aankunnen zonder schade te ontwikkelen. Het vinden van de balans is een uitdaging voor de waterteelt. Torre: “We zijn bezig om te begrijpen hoe planten stress opvatten en wat we kunnen doen om stressbestendigere planten in water te ontwikkelen.”

Bij de NMBU telen ze krulsla in een klein systeem, dat gebaseerd is op teelt in kassen. Hier testen onderzoekers en studenten verschillende strategieën om stress uit te lokken bij planten zodat ze de reactie kunnen zien. Er zijn verschillende manieren om deze stress te creëren, zoals het veranderen van de luchtvochtigheid, temperatuur, hoeveelheid en type licht of meerdere veranderingen tegelijkertijd.

De geoptimaliseerde omstandigheden voor een snelle groei dragen eraan bij dat de planten er langer over doen om zich aan te passen als er iets gebeurt. De planten zijn niet getraind om te reageren op snelle veranderingen. Volgens Torre is er geen goede oplossing voorhanden om de schade helemaal te voorkomen, maar de resultaten lijken erop te wijzen dat de planten meer kunnen hebben als er gedurende de dag snelle veranderingen in het klimaat plaatsvinden.

Veel voordelen aan waterteelt
Zoals eerder beschreven, moeten in aarde geteelde planten iets harder werken om aan hun voedingsstoffen en water te komen waardoor ze misschien minder hard groeien. Als ze in water geteeld worden, hebben ze nooit last van droogte of andere tekorten en groeien ze optimaal.

Het water in het systeem wordt meerdere keren gebruikt en er vloeit niets weg in de omgeving. Er wordt daarom minder water en voedingsstoffen per geteelde krop sla gebruikt. Veel planten zijn geschikt voor waterteelt, denk aan tomaat, komkommer, paprika, aardbei en framboos.

Torre: “Waterteelt wordt steeds populairder, zowel in de commerciële teelt als thuis. Er vinden ook veel ontwikkelingen plaats in bijvoorbeeld de technologie. Ook wordt er steeds meer onderzoek gedaan om planten aan nieuwe systemen aan te kunnen passen.”

De waterteelt kan ook in verticale teelt gebruikt worden en Torre voegt toe dat de methode eigenlijk overal toegepast kan worden, van de woestijn tot aan de ruimte, zolang de planten maar hun water, licht en voeding krijgen. Torre is er dan ook van overtuigd dat waterteelt alleen maar meer gebruikt zal worden, helemaal op plekken waar water of bewerkbare grond moeilijk toegankelijk is.

Het onderzoeksproject is een samenwerking tussen onder andere de NMBU en vijf teeltbedrijven en wordt gefinancierd door onder andere Grofondet (met Bama, Norgesgruppen en Gartnerhallen) en de Noorse Onderzoeksraad.

Bron: forskning.no

Publicatiedatum: