Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kasbloemkool: vraag is er nog volop, dus blijven telers telen

Tholen - Kasbloemkool doet misschien denken aan vroeger tijden of aan het nummer ‘Bloemkool’ van de Kromme Jongens (“Bloemkool, wat mot je d’r mee”), maar de teelt is zeker nog geen geschiedenis. Er zijn nog steeds tuinders die in de winterperiode hun kas(je) ermee vol zetten en het zelf of via de veiling verkopen.

Consumenten blijven het kooltje, een smaakvolle delicatesse, ook gewoon kopen in kraampjes bij de teler, bij de AGF-specialist of in een enkele supermarkt en fietsen er dan zelfs voor om. “Bloemkool is weer hip aan het worden en dat helpt ook de serrebloemkool, die tegenwoordig zelfs als snackgroente gebruikt wordt.”

Dat laatste is een observatie van Guy Jennes, Supervisor Verkoop bij BelOrta voor o.a. bloemkool. Hij krijgt in de periode november tot en met april of zelfs mei van een tiental Belgische en Nederlandse telers kasbloemkool aangevoerd op de klok. Een speciaal product dat qua uiterlijk sterk op een ‘gewone’ bloemkool lijkt, maar ook een kooltje dat in niets is te vergelijken met importbloemkool of bloemkool van de koude grond. “De smaak is veel delicater, de gaartijd veel korter, waardoor het echt wel een productgroep op zich is.”

Bij BelOrta veilen ze zowel kasbloemkool, serrebloemkool zo u wilt, als ook winterbloemkool en voorjaarsbloemkool. De serrebloemkool komt richting de Kerst op de markt en vanaf dat moment zijn er klanten die speciaal naar de kooltjes uit de kas vragen en er ook extra voor willen betalen.

“Zeker de serrebloemkooltjes die met zes in een tomatenbakje passen zijn erg in trek bij AGF-specialisten. De kooltjes hebben dan echt een primeureffect, ook door de manier van presenteren”, weet Guy. Na een blik op de data komt hij begin maart op zo’n 214 kisten met daarin 8 stuks en zo’n 200 ‘tomatenkistjes’ met 6 stuk erin. “Toch mooie volumes voor een nicheproduct, waarvan wij op piekdagen ook wel vijf- tot zeshonderd kisten verkopen.”

Regionaal ‘vrij bekend’, ook bij jongere generaties
Zulke aantallen gaan er bij diverse kleinere telers in Nederland niet per dag de deur uit. Een rondje langs enkele telers leert dat her en der in kleine aantallen van een paar duizend planten er nog kasbloemkooltjes geteeld worden. “De laatste zijn eind februari gekapt”, vertelt Fred Mattern van Boeregoed begin maart. Boeregoed is een Westlands initiatief waarin streekproducten aan de man worden gebracht en mensen sociaal samenkomen en waar positieve gezondheid voorop staat. Kasbloemkool uit eigen kas zit ook in het assortiment, dit jaar drieduizend planten gespreid geplant.

“Van begin december tot februari verkopen wij kasbloemkool grotendeels aan particulieren en in onze FarmShops en daarnaast zetten we nog een klein aantal af in bedrijfskeukens en kantines. Mensen komen er speciaal voor naar onze verkooppunten.

Mensen kennen het kaskooltje vaak nog van vroeger, maar ook de jonge generatie kent het. Kasbloemkool is zeker in het Westland vrij bekend. Buiten de regio is dat al anders. Bij onze verkooppunten in bijvoorbeeld Voorburg, Rijswijk en Den Haag zie je dat mensen er al minder bekend mee zijn.”

Kou
Zodra de eerste bloemkool van de koude grond komt, stopt Boeregoed met kasbloemkool. “Je kunt ook in maart nog wel poten”, vertelt Fred, “maar dan leg je het af tegen de bloemkool van grote percelen geteeld op de koude grond. Het is ook echt een seizoensproduct dat goed gaat op een beetje kou en dat moet je ook niet jaarrond willen telen.”

Dat laatste doen de telers die op BelOrta aanvoeren ook niet, al gaat menig teler hier wel langer door. “Vanaf begin maart veilen we ook de eerste winterbloemkolen, maar dat bijt elkaar niet”, aldus Guy. “Wel is bloemkool weersgevoelig en dus zie je soms dat als de serrebloemkool vertraagd is en het in april plots lente wordt, de zaken door elkaar gaan lopen en de prijzen dan dalen. Ook als de importdruk hoog is, heeft dat effect.”


Kasbloemkool onder Flandrialabel

Telers volgen de middenprijs
Een andere kleine Westlandse teler stipte die import aan als reden om ‘af te bouwen’ met kasbloemkool. “Iedereen vindt het lekker, maar lang niet iedereen koopt nog kasbloemkool. Dat maakt het moeilijk. Vijf in een kistje verkopen, dat lukt nog wel, maar als dat niet lukt, dan raak je ze maar moeilijk nog kwijt. Gezinnen kiezen tegenwoordig voor een grotere kool en niet voor de flinke hand vol die een kaskooltje vaak groot is.”

Het gevolg is dat het vooral nog ‘de kleinere, oudere tuinders’ zijn die de teelt nog in stand houden. Een beeld dat Guy deels herkent, in die zin dat het vooral oudere tuinders zijn die nog serrebloemkool telen, al kent hij ook jongere tuinders die bewust serrebloemkool telen. “Ja, die zijn er zeker nog. Wij gaan er niet vanuit dat het areaal zomaar even flink groeit, maar dat wil ook niet zeggen dat de markt achteruitgaat.

Eigenlijk is de markt vrij stabiel en zie je dat zolang er vraag is, en die is er, er ook aanbod blijft. Alle telers kunnen de middenprijs volgen en zolang die prijs goed is, zijn er altijd telers die serrebloemkool blijven telen. Natuurlijk zijn er weleens mindere weken, het blijft immers vraag en aanbod en het weer beïnvloedt de markt, maar ook de teler zelf heeft invloed op de markt. Je ziet altijd wel telers die instappen na een periode van goede prijzen, waarbij dan altijd het risico bestaat dat de markt inklapt.”

Buiten is geen binnen
Dat laatste ‘gevaar’, dat ligt in nicheteelten altijd op de loer. Om die reden zie je in de teelt van kasbloemkool, anders dan in ‘buitenbloemkool’, nog maar heel weinig of eigenlijk geen telers die zich wagen aan het telen van bloemkool met kleurtjes anders dan wit. “Dat is een niche in een niche in dat geval en dat zou ik telers niet aanraden”, vertelt Guy.

John Buijsman, Crop Specialist Brassica bij Rijk Zwaan, kan zich wel voorstellen dat telers de snelst groeiende gekleurde rassen in de kas uitproberen, om te zien of een vollegrondsras in de kas geteeld kan worden. “Dat is niet onmogelijk, maar kan qua rendement vaak niet uit, omdat deze rassen trager en forser zijn en daarom langer de kas bezet houden en meer ruimte nodig hebben.

Verder is het voor telers soms een optie om snelle ‘witte’ buitenrassen voor de oogst in april in de kas te zetten om vóór de buitenproductie op de markt te zijn. Je ziet echter dat het vooral een al lang bestaand, ouder ras van ons is (Eva RZ) dat in de kas geteeld wordt. Specifieke rassen voor kasteelt worden er niet meer ontwikkeld gezien de krimpende markt.”

Eva RZ, een al geruime tijd bestaand ras van Rijk Zwaan dat door kasbloemkooltelers veel wordt gebruikt. Foto: Rijk Zwaan


Bij Syngenta is het ras Ansari een veel gebruikt ras, waarbij Syngenta zelf als plantdatum 18 oktober aanhoudt met daarna een verwachte oogst in de periode 15 februari-15 maart. Foto: Syngenta

Ook niet bij Syngenta, zo laat ook Koenraad Meyns, Productmanager Bloemkool voor Noordwest-Europa, weten. “Wij hebben geen speciale veredeling meer voor bloemkool in de kas. Er zijn wel telers die reguliere rassen in de kas gebruiken, maar dat raden wij niet aan. De rassen voor buiten in de vollegrond reageren heel anders op een kasteelt. Bij kasbloemkool gaan wij met onze verschillende rassen voor oogst vanaf eind december tot begin maart. Het is een teelt die je eigenlijk alleen in Nederland en België ziet, al heb je bijvoorbeeld wel een bedekte teelt in Polen en daar passen buitenrassen beter.”

In het retailschap in flowpack
Als teler op zoek gaan naar nog meer onderscheidend vermogen is in de teelt van kasbloemkool ondertussen ook niet echt nodig. De speciale smaak en gaartijd, die doet ’t em. “En bovendien profiteert ook serrebloemkool van het opnieuw hip worden van bloemkool in z’n algemeenheid als een ‘nieuwe’ snackgroente, waarmee de consument kan dippen en die ook rauw prima gegeten kan worden”, aldus Guy.

“Consumenten mogen dat best nog meer ontdekken, zodat de serrebloemkool straks ’s winters samen met een snoeptomaat op tafel staat. De meeste consumenten zijn ondertussen ook helemaal niet meer bekend met de seizoenen en de groenten die daarbij horen en kopen gewoon datgene waar ze zin in hebben. En dat is ook te vinden, zelfs in een Vlaamse supermarktketen die serrebloemkool in flowpack per stuk in het schap legt. Op die manier wordt nog extra het onderscheidend vermogen van de serrebloemkool benadrukt.”

Dit artikel verscheen eerder in editie 3, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
BelOrta
www.belorta.be 
mvh@belorta.be