Duitse onderzoekers hebben het onderzoek naar het Cucurbit aphid-borne yellows virus (CABYV) geïntensiveerd. Dit nadat in de zomer van 2019 een Zuid-Duitse komkommerteler melding maakte van virussymptomen van wat al snel het CABY-virus bleek.
Een zwaar met CABYV-besmette kas in het Zuid-Duitse Beieren.
Zo'n dertig telers in de regio Beieren zagen symptomen opduiken, ook op jong blad waar de verschijnselen minder duidelijk zichtbaar zijn. In de meeste gevallen werden op tien tot vijftig procent van de planten symptomen gevonden.
Het gaat dan om clorofylgebrek, waardoor geelverkleuring op het blad ontstaat en verdikking van het blad. Ook vallen de vruchten sneller van de plant dan de bedoeling is.
Soms werd zelfs tot wel negentig procent van het gewas getroffen met als gevolg de helft minder productie omdat de bloei werd belemmerd en nieuwe scheuten uitbleven.
Van jong naar oud komkommerblad, met duidelijk blad chlorosis
Uit PCR- en ELISA-testen op negen random samples uit het getroffen gebied werd CABYV al snel bevestigd, schrijven de onderzoekers. Andere virussen, waaronder komkommermozaïek en potyvirussen, konden na de tests worden uitgesloten.
Ook op courgettes en pompoen uit buitenteelt in dezelfde regio werden ELISA-testen gedaan. Daar bleek uit dat er soms meerdere virussen tegelijk met CABYV op het gewas werden gevonden, waaronder het Komkommer groen mottle-mozaïekvirus, het Watermeloen mozaïekvirus en het courgette geel mozaïek virus.
Het virus, voorheen vooral bekend uit de mediterrane landen, al werd het in 1992 ook al in Frankrijk en recenter bijvoorbeeld ook in Tsjechië en Oekraïne geconstateerd.
Foto: aangetaste bloesem
Verspreiding vindt niet direct plaats, maar door bladluizen zoals de meloenbladluis (Aphis gossypii), de groene perzikbladluis (Myzus persicae) en de gestreepte aardappelbladluis (Macrosiphum euphorbiae). Bladluis kan 's winters overleven op onkruid, wat maakt dat gevreesd wordt voor verdere uitbraken.
Het CABY-virus is (nog) geen quarantaine-organisme.
Foto's uit het onderzoeksrapport van plantviroloog Wulf Menzel van het Leibniz-Institut DSMZ-Deutsche Sammlung von Mikroorganismen und Zellkulturen GmbH uit Braunschweig en collega-onderzoekers Maeritz en Seigner uit Nürnberg en Freising.