Van alle Europese landen brachten Nederlandse mannen in 2018 het grootste gedeelte van hun leven werkend door. Net zoals hun Zweedse collega's werkten zij gemiddeld 42,9 jaar, zo blijkt uit cijfers van Eurostat. Hoewel Nederlandse vrouwen ongeveer vijf jaar korter werken dan de mannen, zijn ze volgens het statistiekbureau wel aan een opmars bezig.
Uit de cijfers van Eurostat komt naar voren dat Nederlanders gemiddeld 40,5 jaar werken. Alleen in Zweden is dit cijfer hoger, namelijk 41,9 jaar. Het Europese gemiddelde ligt op 36,2 jaar: Nederland zit hier dus ver boven.
Verschil tussen oost en west
Daarnaast is er een duidelijk verschil te zien tussen het werkende leven van mensen in Oost- en West-Europa. Het aantal werkende jaren in Westerse landen als Nederland en Zweden staat in fel contrast met het aantal in Oosterse EU-landen. Kijk bijvoorbeeld naar Italiƫ, waar de verwachte duur van het aantal werkende jaren 31,8 jaar is. Ook Kroatiƫ (32,4 jaar) en Griekenland (32,9) staan onderaan de lijst. In Turkije wordt het kortst gewerkt, namelijk gemiddeld 29,4 jaar.
Het aantal werkende jaren van de Belgen (33,2 jaar) en Luxemburgers (33,5 jaar) ligt opvallend lager dan de omringende landen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn volgens Eurostat de pensioenstelsels en pensioenleeftijden in de verschillende landen. Daarnaast speelt ook de levensverwachting een rol.
Bron: Eurostat